4-739/2

4-739/2

Belgische Senaat

ZITTING 2007-2008

21 MEI 2008


Wetsontwerp houdende diverse bepalingen (I)


Evocatieprocedure


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN DE HEREN MARTENS EN VAN NIEUWKERKE

Art. 21bis (nieuw)

In titel 2, hoofdstuk 5, afdeling 3, een nieuw artikel 21bis invoegen, luidend als volgt :

« Art. 21bis. — In de wet van 20 juli 2007 tot wijziging, wat de private ziekteverzekeringsovereenkomsten betreft, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, wordt een artikel 5 ingevoegd, luidend als volgt :

« Art. 5. — Deze wet is van toepassing op de lopende ziekteverzekeringsovereenkomsten. ».

Verantwoording

Alhoewel het duidelijk de bedoeling was van de wetgever om de inwerkingtreding van de wet dwingend te laten toepassen op de toestanden, waaronder wijziging van tarieven van de lopende contracten, is na de wetswijziging hieromtrent discussie ontstaan. Omwille van de juridische zekerheid moet duidelijk worden gesteld dat de wet van toepassing is op de overeenkomsten gesloten voor de inwerkingtreding van de wet.

Nr. 2 VAN DE HEREN MARTENS EN VAN NIEUWKERKE

Art. 35

In dit artikel de woorden « dezelfde wet » vervangen door de woorden « de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten ».

Verantwoording

Luidens de inleidende zin worden wijzigingen aangebracht in « artikel 57 van dezelfde wet ».

Dat is dus de wet bedoeld in artikel 34 : de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.

Dat is echter fout. De wijzigingen moeten worden aangebracht in artikel 57 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.

Nr. 3 VAN DE HEREN MARTENS EN VAN NIEUWKERKE

Art. 40

In de Nederlandse tekst van artikel 40, § 1, 1º, de woorden « en e) » schrappen.

Verantwoording

Er is een discordantie tussen de Nederlandse en de Franse tekst.

Paragraaf 1, 1º, brengt, in de Nederlandse tekst, een wijziging aan in artikel 34, eerste lid, a), b), c) en e).

De Franse tekst brengt de wijzigingen alleen aan in artikel 34, eerste lid, a), b) en c).

De Franse tekst is correct.

Nr. 4 VAN DE HEREN MARTENS EN VAN NIEUWKERKE

Artt. 85bis tot 85quater (nieuw)

In titel 9, hoofdstuk 1, de artikelen 85bis tot 85quater invoegen, luidende :

« Art. 85bis.— Artikel 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, laatst gewijzigd bij de wet van 20 juli 2005, wordt aangevuld met een punt 41º, luidende :

« 41º. « dominante marktspeler » : onderneming die over een productiecapaciteit voor elektriciteits productie beschikt op het Belgische grondgebied die groter is dan 37 % van de Belgische productiecapaciteit. De productiecapaciteit van de onderneming en de daarmee geassocieerde en verbonden ondernemingen wordt bepaald door de commissie. ».

Art. 85ter.— In artikel 20 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 20 maart 2003 en 20 juli 2005, worden de woorden « na advies van de commissie » vervangen door de woorden « op voorstel van de commissie ».

Art. 85quater. — In dezelfde wet wordt een artikel 20bis ingevoegd, luidende :

« Art. 20bis. — Op voorstel van de commissie kan de Koning, bij een in Ministerraad overlegd besluit, maximumprijzen vastleggen voor dominante marktspelers op vlak van elektriciteitsproductie voor de Belgische markt zoals bepaald in artikel 2, 41º.

De commissie ziet erop toe dat deze maximumprijzen ten goede komen van residentiële en professionele eindafnemers in de vorm van een vermindering van de tarieven. Daartoe dienen alle betrokken partijen, al dan niet in België gevestigde natuurlijke of rechtspersonen, van de elektriciteitsmarkt de commissie periodieke informatie voor de opvolging van de marktwerking, de mededinging en de technische en tarifaire aspecten van de elektriciteitsmarkt, te overhandigen binnen de termijnen gevraagd door de commissie. De commissie kan ter plaatse overgaan tot een controle van de inlichtingen en van de informatie die haar wordt verstrekt.

Bij niet of onvoldoende naleving van deze informatieverplichting en termijnen, kan de commissie een administratieve geldboete opleggen. De geldboete mag niet lager zijn dan 2 500 euro en niet hoger dan 3 % van de omzet die de betrokken persoon heeft gerealiseerd op de Belgische elektriciteitsmarkt tijdens het laatste afgesloten boekjaar. De geldboete wordt ten voordele van de Schatkist geïnd door de administratie van het Kadaster, de registratie en de Domeinen. ».

Verantwoording

Het begrip « dominante marktspeler » wordt gedefinieerd.

Dit artikel voert de mogelijkheid in om maximumprijzen in te voeren op het niveau van de whole sale elektriciteitsprijzen. Vermits prijsregulering enkel een overgangsmaatregel kan zijn naar een echte vrije markt met een level playing field, worden de maximumprijzen enkel voorzien voor ondernemingen die meer dan 37 % van de markt voor de productie van elektriciteit of voor de invoer van aardgas voor hun rekening nemen. Dit betekent dat de regulering wegvalt op het moment dat er geen zulke ondernemingen meer zullen zijn en er geen « dominante marktpartijen » meer op de Belgische markt zullen actief zijn. Dit amendement voorziet ook dat de maximumprijzen zullen worden ingevoerd « op voorstel » van de Commissie (de CREG). Dit past in de filosofie van de noodzaak aan een onafhankelijke en sterke regulator in de sector van elektriciteit en gas.

Nr. 5 VAN DE HEREN MARTENS EN VAN NIEUWKERKE

Opschrift Titel 9, Hoofdstuk 1

Het opschrift van Titel 9, hoofdstuk 1, vervangen als volgt :

« Wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de algemene tariefstructuur en de basisprincipes en procedures inzake de tarieven voor de aansluiting op de distributienetten en het gebruik ervan, de ondersteunende diensten geleverd door de beheerders van deze netten en inzake de boekhouding van de beheerders van de distributienetten voor elektriciteit. ».

Verantwoording

Het gaat om een formele bepaling, die samenhangt met het voorgaande amendement.

Nr. 6 VAN DE HEREN MARTENS EN VAN NIEUWKERKE

Art. 86bis (nieuw)

Art. 86bis. — Artikel 9 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 1 juni 2005, wordt aangevuld met een § 11, luidend als volgt :

« § 11. Een marktspeler die direct of indirect via verbonden en geassocieerde ondernemingen actief is in productie, trading of levering van gas of elektriciteit kan binnen het aandeelhoudersschap van de beheerder geen belang bezitten dat een blokkeringsminderheid zou betekenen. De commissie gaat na of de eventuele overeenkomst die tussen de aandeelhouders van de beheerder werd gesloten de door deze wet vastgestelde vereisten inzake onafhankelijkheid, vertrouwelijkheid en non-discriminatie in acht neemt; ».

Verantwoording

Dit artikel beperkt de invloed van producenten en/of leveranciers in de aandeelhoudersstructuur van de netbeheerder. Een dergelijke « ownership unbundling » werd overigens door de Europese Commissie voorzien in haar energy package.

Nr. 7 VAN DE HEREN MARTENS EN VAN NIEUWKERKE

Artt. 93bis tot quater (nieuw)

De artikelen 93bis, 93ter en 93quater invoegen, luidende :

« Art. 93bis. — In artikel 1 van de wet betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, van 12 april 1965, laatst gewijzigd bij de wet van 27 december 2006, wordt een punt 50º ingevoegd, luidende :

« 50º. « dominante marktspeler » : aardgasonderneming die meer dan 37 % van al het in België aangekochte aardgas invoert of aankoopt voor levering op de Belgische markt. Het aandeel van onderneming in de totale hoeveelheid aardgas die wordt geproduceerd en aangekocht en in België wordt verdeeld wordt bepaald door de commissie. ».

« Art. 93ter. — In artikel 15/10 van voornoemde wet worden de woorden « na advies van de commissie » vervangen door de woorden « op voorstel van de commissie ».

« Art. 93quater. — In dezelfde wet wordt een artikel 15/10bis ingevoegd, luidende :

« Art. 15/10bis. — Op voorstel van de commissie kan de Koning, bij een in Ministerraad overlegd besluit, maximumprijzen vastleggen voor dominante marktspelers op vlak van invoer en aankoop en aardgas voor levering op de Belgische markt zoals bepaald in artikel 1, 50º.

De commissie ziet erop toe dat deze maximumprijzen ten goede komen van residentiële en professionele eindafnemers in de vorm van een vermindering van de tarieven. Daartoe dienen alle actoren, al dan niet in België gevestigde natuurlijke of rechtspersonen, van de aardgasmarkt de commissie periodieke informatie voor de opvolging van de marktwerking, de mededinging en de technische en tarifaire aspecten van de aardgasmarkt, te overhandigen binnen de termijnen gevraagd door de commissie. De commissie kan ter plaatse overgaan tot een controle van de inlichtingen en van de informatie die haar wordt verstrekt.

Bij niet of onvoldoende naleving van deze informatieverplichting en termijnen, kan de commissie een administratieve geldboete opleggen. De geldboete mag niet lager zijn dan 2 500 euro en niet hoger dan 3 % van de omzet die de betrokken persoon heeft gerealiseerd op de Belgische aardgasmarkt tijdens het laatste afgesloten boekjaar. De geldboete wordt ten voordele van de Schatkist geïnd door de administratie van het kadaster, de registratie en domeinen. ».

Verantwoording

Het begrip « dominante marktspeler » wordt gedefinieerd.

Dit artikel voert de mogelijkheid in om maximumprijzen in te voeren op het niveau van de whole sale gasprijzen. Vermits prijsregulering enkel een overgangsmaatregel kan zijn naar een echte vrije markt met een level playing field, worden de maximumprijzen enkel voorzien voor ondernemingen die meer dan 37 % van de markt voor de productie van elektriciteit of voor de invoer van aardgas voor hun rekening nemen. Dit betekent dat de regulering wegvalt op het moment dat er geen zulke ondernemingen meer zullen zijn en er geen « dominante marktpartijen » meer op de Belgische markt zullen actief zijn.

Dit amendement voorziet ook dat de maximumprijzen zullen worden ingevoerd « op voorstel » van de commissie (de CREG). Dit past in de filosofie van de noodzaak aan een onafhankelijke en sterke regulator in de sector van elektriciteit en gas.

Bart MARTENS
André VAN NIEUWKERKE.

Nr. 8 VAN MEVROUW VANLERBERGHE

Artt. 29bis tot 29ter (nieuw)

In titel IV, een hoofdstuk 4 « Supplementenregeming » invoegen, dat de volgende artikelen bevat :

« Art. 29bis. In het artikel 90, § 2, van de wet van 7 augustus 1987 op de ziekenhuizen wordt een punt e) toegevoegd, luidende :

« e) wanneer de opname geschiedt voor een patiënt die de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt en dit vanaf de achtste dag van de ziekenhuisopname geteld per kalenderjaar. »

Art. 29ter. § 1. In artikel 138, § 2, van dezelfde wet wordt in het tweede lid de woorden « (en d) » vervangen door de woorden « d) en e) ».

§ 2. In artikel 138, § 4, van dezelfde wet wordt in het eerste lid de woorden « en d) » vervangen door de woorden « , d) en e) ».

Verantwoording

Oudere patiënten zijn het meest kwetsbaar voor oplopende kosten in de gezondheidszorg die worden aangerekend buiten de reguliere Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. Tevens blijkt dat oudere patiënten de grootste moeilijkheden ervaren om tegen een betaalbare en redelijke premie een aanvullende hospitalisatieverzekering af te sluiten.

Om die reden stelt dit amendement voor om het aanrekenen van supplementen te verbieden voor patiënten van 65 jaar of ouder die langer dan een week op jaarbasis in het ziekenhuis verblijven. Op die manier kan worden verzekerd dat de koopkracht van deze patiënten door hun verblijf in het ziekenhuis niet fundamenteel wordt aangetast.

Het amendement dient te worden opgenomen in het wetsontwerp Diverse Bepalingen wegens de hoogdringendheid. Immers, uit recente berichten is gebleken dat de premiestijgingen voor hospitalisatieverzekeringen, in het bijzonder voor oudere verzekerden, exponentieel toenemen. Het is dus noodzakelijk om op korte termijn wettelijk in te grijpen om op die manier een betaalbare gezondheidszorg voor oudere patiënten te blijven verzekeren. Dit amendement maakt de noodzaak om een hospitalisatieverzekering af te sluiten voor oudere patiënten immers minder dringend.

Artikel 29bis verbiedt het aanrekenen van kamersupplementen voor deze categorie van patiënten.

Artikel 29ter verbiedt de honorariasupplementen voor deze categorie van patiënten.

Nr. 9 VAN MEVROUW VANLERBERGHE

Art. 33

In Titel V, Hoofdstuk 2, het artikel 33 doen vervallen.

Verantwoording

De wet van 13 juli 2006 houdende diverse bepalingen inzake beroepsziekten en arbeidsongevallen en inzake beroepsherinschakeling bevat in hoofdstuk III belangrijke basisbeginselen die de beroepsherinschakeling van slachtoffers van een beroepsziekte/arbeidsongeval of werknemers met een arbeidsongeschiktheid meer kansen en ondersteuning moeten bieden om zich terug in werken in het beroepsleven.

De meeste van deze elementen moesten worden geconcretiseerd bij koninklijk besluit, maar de machtiging verliep echter op 1 september 2008.

De politieke situatie wordt nu ingeroepen om die termijn nog eens te verlengen tot 1 september 2010.

Het is ongehoord aan deze mensen te zeggen dat de uitvoeringsbesluiten die hen meer kansen moeten bieden op de arbeidsmarkt, nog eens twee jaar extra op zich zullen laten wachten.

Nr. 10 VAN MEVROUW VANLERBERGHE

Art. 52bis (nieuw)

In Titel 6, hoofdstuk 6, een artikel 58bis invoegen, luidende als volgt :

« In artikel 23ter, § 4 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de in § 3, derde lid, bedoelde termijn » vervangen door de woorden « de in § 3, vierde lid, bedoelde termijn ».

Verantwoording

Het artikel 58 vervangt artikel 23ter, § 3, van de wet van 27 juli 1967. Die wijziging heeft tot gevolg dat ook artikel 23ter, § 4, moet worden gewijzigd.

Die bepaling verwijst immers naar « de in § 3, derde lid, bedoelde termijn ». Dat moet voortaan echter « de in § 3, vierde lid, bedoelde termijn » zijn.

Nr. 11 VAN MEVROUW VANLERBERGHE

Art. 62

In artikel 62 de woorden « artikel 119 » vervangen door de woorden « artikel 59 ».

Verantwoording

Er is geen artikel 119. Het gaat om artikel 59.

Myriam VANLERBERGHE.