4-167/2

4-167/2

Belgische Senaat

ZITTING 2007-2008

21 APRIL 2008


Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van geneesheren-specialisten en van huisartsen, teneinde criteria in te voeren waaraan een tegensprekelijk debat tussen de kamers van de erkenningscommissies van geneesheren-specialisten en de Hoge Raad moet voldoen


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN DE HEER BROTCHI

Art. 4

In het voorgestelde artikel 32, § 1, de woorden « buiten haar midden » invoegen tussen het woord « wijst » en de woorden « vier geneesheren ».

Verantwoording

Gelet op de opmerkingen die de leden van de Commissie voor de Sociale Aangelegenheden van de Senaat maakten tijdens de lezing van de tekst van het wetsvoorstel, bleek het nodig te verduidelijken dat de vier geneesheren die door een kamer van een erkenningscommissie zijn aangewezen, geen lid zijn van die kamer, er geen zitting in hebben en dus geen raadgevende stem hebben en ook niet stemgerechtigd zijn in die kamer.

Jacques BROTCHI.

Nr. 2 VAN MEVROUW VANLERBERGHE

Opschrift

Het opschrift van dit wetsvoorstel vervangen als volgt :

« Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van geneesheren en van huisartsen, ten einde criteria in te voeren waaraan een tegensprekelijk debat tussen de kamers van de erkenningscommissies van geneesheren-specialisten en de Hoge Raad van geneesheren specialisten en van huisartsen moet voldoen »

Verantwoording

Het conform de huidige denominaties brengen.

Nr. 3 VAN MEVROUW VANLERBERGHE

Art. 2

Artikel 2 vervangen als volgt :

« Art. 2. — Artikel 6, § 4, van het koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van geneesheren-specialisten en van huisartsen, gewijzigd bij koninklijk besluit van 16 maart 1999 en per koninklijk besluit van 10 februari 2008, wordt vervangen als volgt :

« § 4 — Het secretariaat van de kamers wordt waargenomen door de ambtenaren van de Federale Overheidsdienst aangesteld door de minister, met daarbij ten minste één jurist per taalrol. »

Verantwoording

Niks in de huidige tekst belet dat de minister formeel de juristen aanwijst die reeds binnen de administratie belast zijn met de werkzaamheden van de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen. Om gevolg te geven aan de intentie van Senator Brotchi is het mogelijk deze vermelding in artikel 6 § 4 toe te voegen. Toevoeging in artikel 6 § 1 zou immers betekenen dat deze juristen volwaardig lid van de Raad zijn met deliberatie- en stemrecht, wat zeker niet de wens van de auteur is.

Bovendien moet de wijziging van het koninklijk besluit van 10 februari 2008 vermeld worden.

Nr. 4 VAN MEVROUW VANLERBERGHE

Art. 2bis

Een artikel 2bis (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 2bis. — Tussen het eerste en het tweede lid van artikel 6 § 1 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 16 maart 1999 en koninklijk besluit van 10 februari 2008, een lid invoegen, luidende :

« Ten minste 50 % van de leden bedoeld in lid 1 zijn actief in hun respectievelijke discipline. De minister bepaalt de criteria van de evaluatie van deze criteria »

Verantwoording

Men moet hier de wijziging van het koninklijk besluit van 10 februari melden.

De aanwezigheid van niet actieve geneesheren maar die actief zijn in de academie, de administratie, de beroepsverenigingen, de gezondheidsinstellingen etc. is essentieel voor de stategische visie van de hoge raad van de geneesheren-specialisten en van huisartsen, waar de opdrachten zich niet alleen beperken tot het adviseren aan de minister over beroepskwesties. Het is beter een percentage dan een absoluut cijfer te introduceren.

Het opleggen van een continue opleiding wordt door geen enkele procedure of regelgeving vastgelegd en is dus onuitvoerbaar. Het schrappen van deze passage is dan ook wenselijk.

Alsook indien de minister de term « actief beoefenen » niet kan definiëren, wordt deze maatregel onuitvoerbaar.

Nr. 5 VAN MEVROUW VANLERBERGHE

Art. 3

Artikel 3 van dit wetsvoorstel vervangen als volgt :

« Art. 3. — Artikel 7, § 7, van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 16 maart 1999 en koninklijk besluit van 10 februari 2008, wordt vervangen als volgt :

« § 7. De secretariaatsfuncties worden waargenomen door ambtenaren aangeduid door de minister. Het secretariaat waakt over de administratieve en het juridische luik van de dossiers die voor advies aan de erkenningscommissies overgemaakt worden, en doet beroep op de juridische experten van de administratie ter voorbereiding van de dossiers. De minister kan de secretariaatsfunctie van de erkenningscommissie definiëren. »

Verantwoording

Men moet de wijziging van het koninklijk besluit van 10 februari 2008 melden.

De gewenste bepaling kadert veeleer in artikel 7§ 7 dan in artikel 7§ 2. De juristen zijn namelijk geen effectief lid van de kamers van de erkenningscommissies en mogen in tegenstelling tot de artsen niet beraadslagen noch aan de stemming binnen de kamer deelnemen. Bovendien moet de ambtenaar-secretaris van de kamer van de erkenningscommissie de tussenpersoon zijn die, indien hij bevoegd is, de jurist overbodig maakt.

Nr. 6 VAN MEVROUW VANLERBERGHE

Art. 4

Artikel 4 van dit wetsvoorstel vervangen als volgt :

« Art 4. — In artikel 32 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 16 maart 1999 en koninklijk besluit van 10 februari 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A. In § 1, derde lid, tussen de woorden « toe te lichten. » en het woord « Hij », de volgende bepaling invoegen : « Deze geneesheer-verslaggever zal door de commissie worden aangewezen uit de actieve leden waaruit ze samengesteld is. »;

B. In § 2, tussen het woord « voorgelegd » en het woord « beantwoorden », invoegen de woorden « alsook de elementen die door de verslaggever van de erkenningscommissie zijn voorgesteld en de motivering van het advies of de betwiste beslissing. »;

C. In § 2, na het woord « geheel », toevoegen de woorden « zowel over de inhoud van het dossier als over de vorm en de gebruikte procedures »

Verantwoording

Er moet worden gewezen op een wijziging van het koninklijk besluit van 10 februari 2008.

Het huidige artikel beantwoordt volledig aan de bedoeling van de auteur met enkele toevoegingen en zonder complex te maken of juridische fouten op te nemen.

Het besluit van 10 februari 2008 voorziet er reeds in dat de kamer van de erkenningscommissie wordt gehoord. Er moet ingegaan worden op de wens van de auteur om erover te waken dat de kamer soeverein zou zijn bij het aanwijzen van een verslaggever, en dat deze laatste wordt aangewezen uit de artsen die actief zijn in de kamer. Om zich te wapenen tegen een beroep bij de Raad van State is het bovendien verkieslijk dat de artsen van de erkenningscommissie als verslaggever in de Hoge Raad niet over stemrecht beschikken.

De voorgestelde toevoeging stelt in staat te beantwoorden aan de wensen van de verzoeker, met name dat in de motivering de antwoorden op de door de erkenningscommissies voorgestelde elementen expliciet worden opgenomen.

De laatste wijziging wijst op de noodzaak om ten gronde te vonnissen zelfs al kan een dossier louter op basis van de vorm worden verworpen.

Myriam VANLERBERGHE.