4-134/1

4-134/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 2007

7 AUGUSTUS 2007


Wetsvoorstel tot wijziging van de kieswetgeving met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde

(Ingediend door de heer Hugo Vandenberghe c.s.)


TOELICHTING


Dit voorstel is geïnspireerd op het wetsvoorstel tot wijziging van de kieswetgeving, met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (Parl. St. Kamer DOC 51 333/001) en het wetsvoorstel tot wijziging van de kieswetgeving, met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (Parl. St. Kamer DOC 51 1379/001). Het houdt rekening met de adviezen die de Raad van State op de vermelde wetsvoorstellen heeft uitgebracht.

1. De huidige indeling in kieskringen, inzonderheid de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, houdt geen rekening met de grondwettelijke indeling van het land in taalgebieden, gewesten en gemeenschappen, zoals deze bepaald wordt door de artikelen 1 tot 4 van de Grondwet. Deze kieskring is derhalve strijdig met de Grondwet.

2. De wet van 13 december 2002 tot wijziging van het Kieswetboek en zijn bijlage heeft overal in het land provinciale kieskringen ingesteld, met uitzondering van de provincie Vlaams-Brabant. Het arrest nr. 73/2003 van het Arbitragehof heeft de regeling voor Vlaams-Brabant vernietigd. De kernoverwegingen van het arrest op dit punt zijn de overwegingen nrs. B.9.2 (over de vroegere situatie) en de overwegingen B.8.4, B.9.5 tot en met B.9.8 (over de nieuwe situatie en de toekomstige regeling) :

— B.8.4. : « doordat het aantal kandidaten dat wordt verkozen in de kieskringen Brussel-Halle-Vilvoorde en Leuven niet afhangt van de respectieve bevolkingscijfers van die kieskringen, wordt aan de kiezers en de kandidaten van twee van de kieskringen van het Rijk op discriminerende wijze de waarborg ontzegd waarin artikel 63 van de Grondwet voorziet. »;

— B.9.2. : « Het Hof oordeelt, verwijzend naar zijn arrest nr. 90/94, dat, hoewel het handhaven van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, in 1994, bestaanbaar kon worden beoordeeld met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, diezelfde bepalingen die handhaving op dat ogenblik niet vereisten, noch thans vereisen. »;

— B.9.5. : « Door de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde te handhaven (terwijl elders provinciale kieskringen werden ingesteld) behandelt de wetgever de kandidaten van de provincie Vlaams-Brabant op een andere wijze dan de kandidaten van de andere provincies. »;

— B.9.6. : « de maatregel gaat weliswaar uit van de bekommernis, die reeds in het arrest nr. 90/94 werd vastgesteld, om te zoeken naar een onontbeerlijk evenwicht tussen de belangen van de verschillende gemeenschappen en gewesten binnen de Belgische Staat. De gegevens van dat evenwicht zijn niet onveranderlijk. Het Hof zou evenwel in de plaats van de wetgever oordelen, indien het zou beslissen dat onmiddellijk een einde zou moeten worden gemaakt aan een situatie die tot op heden de goedkeuring van de wetgever had, terwijl het Hof niet alle problemen kan beheersen waaraan de wetgever het hoofd moet bieden om de communautaire vrede te handhaven. »;

— B.9.7. : « In geval van behoud van provinciale kieskringen voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, kan een nieuwe samenstelling van de kieskringen in de vroegere provincie Brabant gepaard gaan met bijzondere modaliteiten die kunnen afwijken van degene die gelden voor de andere kieskringen, teneinde de gewettigde belangen van de Nederlandstaligen en de Franstaligen in die vroegere provincie te vrijwaren. ».

3. Daar de provinciale kieskringen elders in het land niet werden vernietigd moet de wetgever optreden, hetzij om de provinciale kieskringen overal terug af te schaffen, hetzij om een provinciale kieskring Vlaams-Brabant op te richten, weze het dat de samenstelling van de kieskringen in de vroegere provincie Brabant gepaard kan gaan met bijzonder modaliteiten die kunnen afwijken van degene die gelden voor de andere kieskringen, teneinde de gewettigde belangen van de Nederlandstaligen en de Franstaligen in die vroegere provincie te vrijwaren.

4. Elke duurzame oplossing moet uitgaan van de noodzaak de grenzen van de taalgebieden, gewesten en provincies te eerbiedigen. Zoniet zouden de gemeenschappen in dit land niet op gelijke voet behandeld worden.

5. Aan alle hierboven gestelde grondwettelijke vereisten kan worden voldaan door de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen (zowel voor Kamer, Senaat als voor Europees Parlement), volgens de taal-, gewest- en provinciegrens. Dit betekent dat de kieskring Halle-Vilvoorde bij de Vlaamse kieskring wordt gevoegd (voor Senaat en Europees Parlement) en dat voor de parlementsverkiezingen de provinciale kieskring Vlaams-Brabant wordt ingesteld (arrondissementen Leuven + Halle-Vilvoorde). Dit kan bij gewone wet, in wezen door wijziging van de tabel gevoegd bij artikel 87 van het Kieswetboek (Kamer van volksvertegenwoordigers), door aanpassing van artikel 87bis van het Kieswetboek (kieskringen Senaat) en artikel 9 van de wet 23 maart 1989 betreffende de verkiezingen van het Europees Parlement.

6. Evenwel om een correcte zetelverdeling over de vroegere provincie Brabant te behouden, wordt, voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, als bijzondere modaliteit voor deze gewezen provincie, de apparentering behouden, op dezelfde wijze als deze thans bestaat : de Brusselse lijsten kunnen apparenteren, hetzij met Vlaams-Brabant, hetzij met Waals-Brabant (nooit met beide, zoals nu ook hetzij met Leuven, hetzij met Nijvel geapparenteerd kan worden, maar nooit met beide tegelijk). Hieruit volgt dat de zetelverdeling met de nieuwe indeling, niet wezenlijk zal verschillen van de huidige.

Het voordeel van het behoud van de apparentering is dat, met volledig respect van artikel 63 van de Grondwet, de zetelverdeling gebeurt op basis van de stemmenverdeling op het niveau van de oude provincie Brabant. Vooral voor de kleinere partijen is dit belangrijk : zo kunnen de stemoverschotten tussen geapparenteerde lijsten gevaloriseerd worden. Dit zal in de praktijk vooral belangrijk zijn voor de Nederlandstalige lijsten te Brussel.

Zonder apparentering zouden de Vlaamse lijsten in Brussel niet aan bod komen, tenzij via gewaarborgde vertegenwoordiging of poolvorming van de stemmen per taalgroep.

Zelfs met gewaarborgde vertegenwoordiging of poolvorming zou het aantal zetels dat de Nederlandstaligen te Brussel zouden verkrijgen, waarschijnlijk nog te klein zijn om de verscheidenheid van Vlaamse partijen aan bod te laten komen, waardoor bepaalde van die partijen te Brussel steeds stemmen verloren zouden zien gaan en dus verplicht zouden worden om een kartel te sluiten. Met apparentering worden die stemoverschotten steeds in de andere kieskring gevaloriseerd.

Een ander voordeel van het systeem van apparen-tering is dat het een gangbare en erkende praktijk is, die ook door het Arbitragehof niet werd afgewezen, dat het effect ervan zou zijn dat de zetelverdeling weinig afwijkt van de huidige zetelverdeling over de oude provincie Brabant.

In een advies van de Raad van State 37 569 van 23 augustus 2004 met betrekking tot een voorstel van wet tot wijziging van de kieswetgeving, met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (DOC 51 0333/001) heeft de Raad van State overigens uitdrukkelijk gesteld met betrekking tot deze apparentering als bijzondere modaliteit dat deze apparenteringsregel « op zich geen aanleiding tot enig bezwaar » geeft.

7. Ook op het vlak van de kiesdrempel biedt het voorgestelde systeem een voldoeninggevende oplossing. Rekening houdend met het adviezen van de Raad van State op het wetsvoorstel nr. DOC 51 1379/001 werd voor de volgende oplossing gekozen :

— op het niveau van de rechtstreekse zetelverdeling wordt een lijst, net zoals in alle andere kieskringen, toegelaten tot de zetelverdeling wanneer die minstens 5 % behaalt van de geldige stemmen die in de kieskring werden uitgebracht;

— op het niveau van de aanvullende zetelverdeling wordt een lijstengroep toegelaten tot de zetelverdeling wanneer die minstens 5 % behaalt van de geldige stemmen in één van de kieskringen waartussen de betrokken lijstenverbinding verloopt. Ook de alleenstaande lijsten worden toegelaten tot de aanvullende verdeling voor zover zij minstens 5 % behalen van de geldige stemmen in de kieskring waarin zij opkomen.

Aldus geldt één uniforme 5 %-drempel voor wat de rechtstreekse zetelverdeling betreft en wordt een specifieke apparenteringdrempel ingesteld. Dat daardoor een onderscheid wordt gecreëerd tussen kandidaten op verbonden lijsten en kandidaten op lijsten in kieskringen waar niet in een apparenteringsregeling is voorzien, is inherent aan het systeem van apparentering als bijzondere modaliteit waartegen de Raad van State op zich geen bezwaar heeft. Dat een bijzondere drempel wordt ingesteld voor de apparentering is bovendien eigen aan het systeem.

Het systeem van de apparentering werd immers altijd al gekenmerkt door een drempel. Zelfs toen er nog geen sprake was van de 5 %-drempel (ingevoerd door de wet van 13 december 2002 tot wijziging van het Kieswetboek en zijn bijlage) werd een alleenstaande lijst of een lijstengroep enkel toegelaten tot de aanvullende zetelverdeling wanneer die in een van de verbonden kieskringen een bepaald percentage van de geldige stemmen behaalde (i.c. 33 % van de kiesdeler).

Het voorstel trekt deze logica door en laat eveneens een alleenstaande lijst of lijstengroep toe tot de zetelverdeling wanneer die in een van de verbonden kieskringen een bepaald percentage van de geldige stemmen behaalt (i.c. 5 % van de geldige stemmen). Het daaruit voortvloeiende onderscheid dat binnen de voormalige provincie Brabant wordt gecreëerd tussen de kandidaten op verbonden lijsten en de kandidaten die niet op zulke lijsten staan is niet alleen objectief maar ook redelijk verantwoord : het biedt verbonden lijsten de mogelijkheid om via een aanvullende zetelverdeling vertegenwoordigd te worden, wanneer ze bewezen hebben voldoende representativiteit te hebben in een van de kieskringen waartussen de betrokken lijstenverbinding verloopt en dat zonder niet-verbonden lijsten volledig van dit systeem uit te sluiten.

In antwoord op het advies van de Raad van State op het wetsvoorstel tot wijziging van de kieswetgeving met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (Parl. St. Kamer DOC 51 1379/001) wordt het volgende opgemerkt :

* de Raad van State heeft geen grondwettelijke problemen met de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in een kieskring Brussel en een kieskring Vlaams-Brabant;

* de Raad van State aanvaardt dat de apparentering als een « bijzondere modaliteit » kan worden beschouwd als bedoeld in het arrest van het Arbitragehof van 26 mei 2003 (73/2003);

* zoals het Arbitragehof in zijn arrest 73/2003, stelt de Raad van State in zijn advies dat de wetgever de keuze heeft tussen de terugkeer naar de vroegere kieskringen voor heel België of het stand brengen van een kieskring Vlaams-Brabant wat de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde impliceert. Indien deze splitsing gepaard gaat met bepaalde maatregelen moeten die maatregelen beoordeeld worden als « bijzondere modaliteiten » die op zich wel aanvaardbaar zijn, maar die verenigbaar moeten zijn met de grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie. De Raad van State vraagt om die maatregelen te verantwoorden in het licht van deze regels.

Volgens een vaste rechtspraak van het Arbitragehof sluiten de grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld, rekening houdend met het doel en de gevolgen van de maatregel en met de aard van de terzake geldende beginselen; de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie zijn geschonden wanneer vaststaat dat geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel;

* aangaande de vragen die de Raad van State zich stelt ten aanzien van de bepalingen inzake de apparentering kan het volgende worden opgemerkt :

— de modaliteiten van de apparentering zijn voor alle lijsten in de kieskring Brussel gelijk : Vlaamse, Franstalige, tweetalige of anderstalige lijsten kunnen er zich verbinden met lijsten in Vlaams-Brabant ofwel met lijsten in Waals-Brabant maar niet Vlaams- en Waals-Brabant tegelijk. De door de Raad van State in de vorm van hypotheses opgesomde verschillen in behandeling zijn verantwoord in het licht van het nagestreefde doel : het instellen van kieskringen in de voormalige provincie Brabant die samenvallen met de grenzen van de provincie Vlaams- en Waals-Brabant en het administratief arrondissement Brussel. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de doelstelling van de wetgever om kieskringen in te voeren waarvan de grenzen samenvallen met die van de provincies.

— reeds eerder is de wetgever van oordeel geweest dat een onbeperkte apparentering niet wenselijk was. De wetgever besliste reeds voor de splitsing van de provincie Brabant de apparentering te beperken door geen lijstenverbinding meer toe te staan tussen de kieskring Nijvel en de kieskring Leuven. De wetgever besliste hiertoe « omdat de logica van de meest pragmatische oplossing gebiedt te zeggen dat men geen lijstenverbinding vanuit Brussel in een dubbele richting naar Leuven en Nijvel zou toelaten » (verklaring van de heer H. Suykerbuyk als verslaggever van diverse wetsvoorstellen met betrekking tot de apparentering in de provincie Brabant, Hand. Kamer, 25 februari 1987). Zoals in 1987 zijn de indieners van dit voorstel eveneens van oordeel dat lijstenverbinding tussen de drie kieskringen in de gewezen provincie Brabant niet wenselijk is. Dit voorstel trekt de logica van de beperking van de apparen-tering die in 1987 werd doorgevoerd verder door;

— de voorgestelde regeling in het wetsvoorstel vertrekt vanuit de logische toepassing van het territo-rialiteitsbeginsel en de indeling in taalgebieden zoals bepaald in artikel 4 van de Grondwet. Deze overweging lag ook ten grondslag aan de reeds vermelde beperking van de apparentering die in 1987 in de toenmalige provincie Brabant werd doorgevoerd. Deze beperking was niet alleen ingegeven om anomalieën bij samenstelling van de Vlaamse Raad en de Franse Gemeen-schapsraad ongedaan te maken, maar ook om tot een regeling te komen die nauwer aansloot bij de indeling in taalgebieden. V. Féaux wiens amendement tot invoeging van een tweede lid in artikel 132 van het Kieswetboek goedgekeurd werd en die resulteerde in de wet van 13 april 1987 houdende wijziging van de kieswetgeving inzake lijstenverbinding in de provincie Brabant, verklaarde : « Il importe donc très clairement de supprimer ces anomalies et de modifier, dans la province du Brabant, le système actuel de l'apparentement, parce que celui-ci ignore l'existence et la signification des régions linguistiques des communautés et des régions. » (Hand. Kamer, 25 februari 1987).

Conform deze constitutionele imperatieven, is er derhalve een fundamenteel onderscheid tussen het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad enerzijds en de provincies Vlaams-Brabant en Waals-Brabant anderzijds, die krachtens deze grondwettelijke bepalingen respectievelijk tot het Nederlandse taalgebied en tot het Franse taalgebied behoren.

Het voorstel is dan ook een afspiegeling van de regeling die wordt vooropgesteld voor de verkiezingen van de Senaat en het Europees Parlement, waaromtrent de Raad van State geen opmerkingen formuleert.

In het arrest 73/2003 stelde het Arbitragehof uitdrukkelijk dat het niet aan het Hof, maar aan de wetgever toekomt om de bijzondere modaliteiten te bepalen die kùnnen worden bepaald in de oude provincie Brabant.

De bijzondere modaliteit van de apparentering vertrekt hierbij vanuit de grondwettelijke indeling in taalgebieden.

Gezien het fundamenteel onderscheid tussen een tweetalig taalgebied en twee eentalige taalgebieden, is het betrekken van het tweetalige gebied Brussel-Hoofstad bij respectievelijk de ene of de andere eentalige provincie niet meer dan logisch en vindt zij steun in de Grondwet.

De voorziene apparentering door de lijsten in de kieskring Brussel met ofwel een lijst in Vlaams-Brabant ofwel een lijst in Waals-Brabant komt overigens tegemoet aan de eerdere opmerkingen van de Raad van State in haar advies van 23 augustus 2004, nu het criterium van taalaanhorigheid niet langer bepalend is voor het zich al dan niet kunnen verbinden.

Precies daarom is de regeling die werd uitgewerkt voor het tweetalig gebied Brussel en voor de eentalige provincies Vlaams- en Waals-Brabant objectief, doelmatig en evenredig :

— Brussel is tweetalig, terwijl de twee andere gebieden elk eentalige provincies zijn;

— de twee eentalige gebieden dienen derhalve op gelijke wijze te worden behandeld : het gegeven dat in het wetsvoorstel de Franstalige lijsten zich in Vlaams-Brabant als in de andere Vlaamse provincies in dezelfde situatie bevinden als de Vlaamse lijsten in Waals-Brabant of elders in Wallonië bewijst dat de regeling perfect symmetrisch is en geënt op de bestaande staatsstructuur;

— het feit dat lijsten in de kieskring Brussel kunnen apparenteren is het gevolg van het tweetalige statuut van het Brussels Gewest. Het feit dat de apparentering slechts met één van de twee provincies kan, is het gevolg van de eentaligheid van elk van die provincies;

— lijsten die zich in Brussel tot de twee taalgemeenschappen richten, kunnen nog steeds een lijstverbinding met een lijst van een van de twee taalgebieden aangaan, zoals dit op heden ook reeds gebeurt. Zij worden dus niet benadeeld en kunnen ook stemmen uit een ander taalgebied valoriseren.

In de mate de Raad van State lijkt te stellen dat naar gelang de lijsten zich binnen een eentalig taalgebied profileren als gericht op een andere taalgroep dan deze van het gebied, de gevolgen van de apparentering feitelijk verschillend zouden kunnen zijn omwille van het aantal anderstaligen dat effectief in dat één talig gebied woont en derhalve leidt tot een mogelijke ongelijke behandeling, houdt de Raad van State hierbij blijkbaar vooral rekening met een feitelijke electorale toestand die niet enkel hypothetisch, maar vooral niet onveranderlijk is (de huidige evolutie van uitwijking van inwoners van de provincie Vlaams-Brabant naar de provincie Waals-Brabant kan in dit opzicht illustratief zijn voor het onstabiele karakter van de feitelijke toestand waar de Raad van State haar stelling op lijkt te gronden);

— in de voormalige provincie Brabant is er een gemengde situatie door het bestaan van het tweetalige gebied Brussel. Het wetsvoorstel sluit daar zoveel als mogelijk bij aan door de logica van de provinciale grenzen door te trekken, maar houdt tegelijk rekening met de specifieke situatie van Nederlandstaligen en Franstaligen in die voormalige provincie Brabant door de lijstenverbinding toe te laten, rekening houdend met het grondwettelijk beginsel van de indeling in taalgebieden.

De Nederlandstalige en de Franstalige belangen in de oude provincie Brabant worden aldus gewaarborgd op een perfect symmetrische wijze en in overeenstemming met de eentaligheid van het gebied zoals dat ook in de rest van Vlaanderen en Wallonië geldt.

De verwijzing in het advies naar de Raad van State naar de regeling zoals die van toepassing was voor de wet van 13 december 2002 doet ten slotte de vraag rijzen of het wenselijk is een regeling in te voeren die apparentering tussen de drie kieskringen Brussel, Vlaams-Brabant en Waals-Brabant mogelijk maakt. In deze hypothese worden Vlaamse lijsten er de facto toe aangespoord zich in Waals-Brabant voor te stellen, terwijl het omgekeerde geldt voor Franstalige lijsten in Vlaanderen. Het is de vraag of de ongewenste ervaringen van het vroegere systeem de belangen van de Nederlandstaligen of Franstaligen in de oude provincie Brabant op dit punt overstijgen, temeer daar een dergelijke regeling geen rekening houdt met het opzet dat ten grondslag ligt van de indeling in taalgroepen in de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Hugo VANDENBERGHE
Wouter BEKE
Sabine de BETHUNE
Louis IDE
Nahima LANJRI
Etienne SCHOUPPE
Elke TINDEMANS
Luc VAN DEN BRANDE
Tony VAN PARYS.

WETSVOORSTEL


TITEL I

Algemene bepaling

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

TITEL II

Wijzigingen van het Kieswetboek

Art. 2

§ 1. Artikel 87 van het Kieswetboek wordt vervangen als volgt :

« Art. 87. — De verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers worden gehouden per kieskring. Elke provincie vormt een kieskring.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vormt eveneens een kieskring. De kieskringen worden ingedeeld in kieskantons, overeenkomstig de tabel gevoegd bij dit wetboek. ».

§ 2. In de tabel, bedoeld in artikel 87 van het Kieswetboek, wordt het gedeelte dat betrekking heeft op « de kieskringen van Brussel-Halle-Vilvoorde, van Leuven (Vlaams-Brabant) en van Nijvel (Waals-Brabant) » vervangen door de tabel gevoegd als bijlage.

Art. 3

In artikel 115 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A) het tweede en derde lid worden vervangen als volgt :

« Voor de verkiezing van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers worden de in artikel 132 bedoelde verklaringen van lijstenverbinding overhandigd op donderdag, tiende dag voor de stemming tussen 14 en 16 uur aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel.

Dit bureau fungeert als centraal bureau voor de drie kieskringen. »;

B) in het vijfde lid wordt de tweede zin vervangen als volgt :

« De bekendmaking vermeldt tevens op welke plaats, dag en uur de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel de verklaringen van lijstenverbinding voor de Kamer van volksvertegenwoordigers in ontvangst zal nemen. ».

Art. 4

Artikel 132 van hetzelfde Wetboek wordt als volgt vervangen :

« Art. 132. — Bij de verkiezingen voor de vernieuwing van de Kamer van volksvertegenwoordigers kunnen de kandidaten van een lijst uit de kieskring Brussel, met instemming van de personen die hen voorgedragen hebben, verklaren dat zij, met het oog op de zetelverdeling, zich verbinden met de bij name aan te wijzen kandidaten van een lijst, hetzij uit de provincie Vlaams-Brabant, hetzij uit de provincie Waals-Brabant.

Met het oogmerk hierop geschiedt de zeteltoewijzing over deze drie kieskringen overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk VI. ».

Art. 5

In artikel 134 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 13 december 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A) het eerste lid wordt vervangen als volgt :

« De verklaring van lijstenverbinding en van instemming met de lijstenverbinding mogen bij eenzelfde akte worden gedaan. »;

B) in het vierde en vijfde lid worden de woorden « provinciaal centraal bureau » telkens vervangen door « centraal bureau bedoeld in artikel 115 ».

Art. 6

In artikel 135 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 17 mei 1949 en het koninklijk besluit van 5 april 1994, worden de woorden « provinciaal centraal bureau » vervangen door de woorden « centraal bureau bedoeld in artikel 115 ».

Art. 7

In artikel 136, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 17 maart 1958, worden de woorden « provinciaal centraal bureau » vervangen door de woorden « centraal bureau bedoeld in artikel 115 ».

Art. 8

In artikel 137 van hetzelfde Wetboek worden de woorden « hoofdbureau » vervangen door de woorden « centraal bureau bedoeld in artikel 115 ».

Art. 9

In hetzelfde Wetboek wordt artikel 165bis, 1º, deels vernietigd door het arrest nr. 73/2003 van het Arbitragehof van 26 mei 2003, hersteld in de vorige lezing :

« Art. 165bis. — Worden enkel toegestaan voor de rechtstreekse zetelverdeling :

1º voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers : de lijsten die minstens 5 % van het algemeen totaal van de geldig uitgebrachte stemmen in de kieskring behaald hebben. ».

Art. 10

Artikel 169, laatste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 16 juli 1993, wordt vervangen als volgt :

« Het proces-verbaal van die verrichtingen wordt dadelijk gezonden aan de voorzitter van het centraal bureau bedoeld in artikel 115; alleen de overige in artikel 177 vermelde stukken worden aan de griffier van de Kamer van volksvertegenwoordigers gestuurd. ».

Art. 11

In artikel 170 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 30 december 1993 en 5 april 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A) in het eerste lid, worden de woorden « provinciaal centraal bureau » vervangen door de woorden « centraal bureau bedoeld in artikel 115 »;

B) in het tweede lid, worden de woorden « de gehele provincie » vervangen door de woorden « voor het geheel van de verbonden kieskringen »;

C) het derde lid wordt vervangen als volgt :

« Tot die aanvullende verdeling laat het elke lijstengroep toe, voor zover zij in één van de kieskringen waartussen de betrokken lijstenverbinding verloopt minstens 5 % van het algemeen totaal van de geldig uitgebrachte stemmen behaald hebben. Het laat tot die verdeling eveneens de alleenstaande lijsten toe die het in artikel 165bis, 1º bepaalde aantal procent van de stemmen hebben behaald. ».

Art. 12

In artikel 171 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 27 december 2000 en 13 december 2002, worden de woorden « provinciaal centraal bureau » telkens vervangen door de woorden « centraal bureau bedoeld in artikel 115 ».

Art. 13

Artikel 175, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door de volgende leden :

« Het centraal bureau bedoeld in artikel 115 wijst, bij lijstenverbinding overeenkomstig artikel 132, de verkozenen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers aan overeenkomstig de artikelen 172 en 173. Daarbij wordt, voor de aanwijzing van de verkozenen uitsluitend rekening gehouden met de door de lijst en de kandidaten behaalde uitslag in de kieskring waar de aan de lijst toekomende zetels werden behaald. ».

TITEL III

Wijzigingen van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement

Art. 14

Artikel 9 van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement wordt vervangen als volgt :

« Art. 9. — De verkiezing van het Europees Parlement wordt gehouden op basis van de vier volgende kieskringen :

1º de Vlaamse kieskring die de administratieve arrondissementen omvat die tot het Vlaamse Gewest behoren;

2º de Waalse kieskring die de administratieve arrondissementen omvat die tot het Waalse Gewest behoren, met uitzondering van de gemeenten van het Duits taalgebied;

3º de kieskring Brussel die het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad omvat;

4º de Duitstalige kieskring die de gemeenten van het Duits taalgebied omvat. ».

Art. 15

In artikel 10 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A) in § 1, derde lid, worden de woorden « EEN kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde » vervangen door de woorden « DE kieskring Brussel »;

B) in § 3, derde lid, vervallen de woorden « de bevolking van het administrat ief arrondissement Halle-Vilvoorde en ».

Art. 16

In artikel 12 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A) in § 3, vijfde lid, worden de woorden « kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde » vervangen door de woorden « kieskring Brussel »;

B) § 4, ingevoegd bij de wet van 16 juli 1993 en vervangen bij de wet van 18 december 1998, wordt opgeheven.

Art. 17

In artikel 21, § 1, van dezelfde wet, vernietigd bij het arrest van het Arbitragehof nr. 26/90 van 14 juli 1990 en opnieuw ingevoegd bij de wet van 16 juli 1993, worden de woorden « kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde » telkens vervangen door de woorden « kieskring Brussel ».

Art. 18

In artikel 23, derde lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993, worden de woorden « kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde » vervangen door de woorden « kieskring Brussel ».

Art. 19

In artikel 24 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993 en de koninklijke besluiten van 11 april 1994 en 18 december 1998, worden de woorden « kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde » telkens vervangen door de woorden « kieskring Brussel ».

Art. 20

In artikel 26, § 1, eerste en tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 16 juli 2003, worden de woorden « kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde » telkens vervangen door de woorden « kieskring Brussel ».

Art. 21

In artikel 34 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 16 juli 1993 en 26 juni 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A) in het eerste lid, worden de woorden « kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde » vervangen door de woorden « kieskring Brussel »;

B) het vierde lid wordt opgeheven.

Art. 22

In artikel 35, tweede lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 16 juli 1993, worden de woorden « kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde » vervangen door de woorden « kieskring Brussel ».

Art. 23

In het bij dezelfde wet gevoegde model van stembiljet II.d., worden de woorden « Brussel-Halle-Vilvoorde » vervangen door het woord « Brussel ».

12 juli 2007.

Hugo VANDENBERGHE
Wouter BEKE
Sabine de BETHUNE
Louis IDE
Nahima LANJRI
Etienne SCHOUPPE
Elke TINDEMANS
Luc VAN DEN BRANDE
Tony VAN PARYS.

BIJLAGE

gedeelte van de tabel als bedoeld in artikel 87 van het Kieswetboek (cf. art. 2, § 2, van dit wetsvoorstel)

KIESKRING

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
Kieskring Hoofdplaats kieskring Administratief arrondissement Kieskanton Hoofdplaats kieskanton Gemeenten van het kieskanton
Brussel Brussel Brussel-Hoofdstad Brussel Brussel Brussel
Anderlecht Anderlecht Anderlecht
Sint-Agatha-Berchem
Elsene Elsene Elsene
Oudergem
Watermaal-Bosvoorde
Sint-Jans-Molenbeek Sint-Jans-Molenbeek Sint-Jans-Molenbeek
Sint-Gillis Sint-Gillis Sint-Gillis
Sint-Joost-ten-Noode Sint-Joost-ten-Noode Sint-Joost-ten-Noode
Etterbeek
Sint-Lambrechts-Woluwe
Sint-Pieters-Woluwe
Schaarbeek Schaarbeek Schaarbeek
Evere
Ukkel Ukkel Ukkel Vorst

CIRCONSCRIPTION ÉLECTORALE

RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE
Circonscription électorale Chef-lieu de la circonscription électorale Arrondissement administratif Canton électoral Chef-lieu du canton électoral Communes du canton électoral
Bruxelles Bruxelles Bruxelles-Capitale Bruxelles Bruxelles Bruxelles
Anderlecht Anderlecht Anderlecht
Berchem-Sainte-Agathe
Ixelles Ixelles Ixelles
Auderghem
Watermael-Boitsfort
Molenbeek-Saint-Jean Molenbeek-Saint-Jean Molenbeek-Saint-Jean
Ganshoren
Jette
Koekelberg
Saint-Gilles Saint-Gilles Saint-Gilles
Saint-Josse-ten-Noode Saint-Josse-ten-Noode Saint-Josse-ten-Noode
Etterbeek
Woluwe-Saint-Lambert
Woluwe-Saint-Pierre
Schaerbeek Schaerbeek Schaerbeek
Evere
Uccle Uccle Uccle
Forest

KIESKRING

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT
Kieskring Hoofdplaats kieskring Administratief arrondissement Kieskanton Hoofdplaats kieskanton Gemeenten van het kieskanton
Vlaams-Brabant Leuven Leuven Leuven Leuven Leuven
Bertem
Bierbeek
Herent
Huldenberg
Kortenberg
Oud-Heverlee
Tervuren
Aarschot Aarschot Aarschot
Begijnendijk
Tielt-Winge
Diest Diest Diest
Bekkevoort
Kortenaken
Scherpenheuvel-Zichem
Glabbeek Glabbeek Glabbeek
Lubbeek
Haacht Haacht Haacht
Boortmeerbeek
Holsbeek
Keerbergen
Rotselaar
Tremelo
Landen Landen Landen
Tienen Tienen Tienen
Boutersem
Hoegaarden
Zoutleeuw Zoutleeuw Zoutleeuw
Geetbets
Linter

CIRCONSCRIPTION ÉLECTORALE

PROVINCE DU BRABANT FLAMAND
Circonscription électorale Chef-lieu de la circonscription électorale Arrondissement administratif Canton électoral Chef-lieu du canton électoral Communes du canton électoral
Brabant flamand Louvain Louvain Louvain Louvain Louvain
Bertem
Bierbeek
Herent
Huldenberg
Kortenberg
Oud-Heverlee
Tervuren
Aarschot Aarschot Aarschot
Begijnendijk
Tielt-Winge
Diest Diest Diest
Bekkevoort
Kortenaken
Scherpenheuvel-Zichem
Glabbeek Glabbeek Glabbeek
Lubbeek
Haacht Haacht Haacht
Boortmeerbeek
Holsbeek
Keerbergen
Rotselaar
Tremelo
Landen Landen Landen
Tirlemont Tirlemont Tirlemont
Boutersem
Hoegaarden
Léau Léau Léau
Geetbets
Linter

KIESKRING

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT (vervolg)
Kieskring Hoofdplaats kieskring Administratief arrondissement Kieskanton Hoofdplaats kieskanton Gemeenten van het kieskanton
Vlaams-Brabant Halle-Vilvoorde Vilvoorde Vilvoorde Vilvoorde
Kampenhout
Machelen
Zemst
Asse Asse Asse
Affligem
Liedekerke
Merchtem
Opwijk
Ternat
Dilbeek
Halle Halle Halle
Beersel
Drogenbos
Linkebeek
Pepingen
Sint-Genesius-Rode
Sint-Pieters-Leeuw
Lennik Lennik Lennik
Bever
Galmaarden
Gooik
Herne
Roosdaal
Meise Meise Meise
Grimbergen
Kapelle-op-den-Bos
Londerzeel
Wemmel
Zaventem Zaventem Zaventem
Kraainem
Wezembeek-Oppem
Steenokkerzeel
Overijse
Hoeilaart

CIRCONSCRIPTION ÉLECTORALE

PROVINCE DU BRABANT FLAMAND (suite)
Circonscription électorale Chef-lieu de la circonscription électorale Arrondissement administratif Canton électoral Chef-lieu du canton électoral Communes du canton électoral
Brabant flamand Hal-Vilvorde Vilvorde Vilvorde Vilvorde
Kampenhout
Machelen
Zemst
Asse Asse Asse
Affligem
Liedekerke
Merchtem
Opwijk
Ternat
Dilbeek
Hal Hal Hal
Beersel
Drogenbos
Linkebeek
Pepingen
Rhode-Saint-Genèse
Sint-Pieters-Leeuw
Lennik Lennik Lennik
Biévène
Gammerages
Gooik
Herne
Roosdaal
Meise Meise Meise
Grimbergen
Kapelle-op-den-Bos
Londerzeel
Wemmel
Zaventem Zaventem Zaventem
Kraainem
Wezembeek-Oppem
Steenokkerzeel
Overijse
Hoeilaart

KIESKRING

PROVINCIE WAALS-BRABANT
Kieskring Hoofdplaats kieskring Administratief arrondissement Kieskanton Hoofdplaats kieskanton Gemeenten van het kieskanton
Waals-Brabant Nijvel Nijvel Nijvel Nijvel Nijvel
Eigenbrakel
Kasteelbrakel
Itter
Rebecq
Tubeke
Waterloo
Genepien Genepien Genepien
Villers-la-Ville
Geldenaken Geldenaken Geldenaken
Bevekom
Hélécine
Incourt
Orp-Jauche Ramillies
Ramillies
Perwijs Perwijs Perwijs
Chastre
Mont-Saint-Guibert
Walhain
Waver Waver Waver
Chaumont-Gistoux
Court-Saint-Etienne
Graven
Terhulpen
Lasne
Ottignies-Louvain-La-Neuve
Rixensart

CIRCONSCRIPTION ÉLECTORALE

PROVINCE DU BRABANT WALLON
Circonscription électorale Chef-lieu de la circonscription électorale Arrondissement administratif Canton électoral Chef-lieu du canton électoral Communes du canton électoral
Brabant wallon Nivelles Nivelles Nivelles Nivelles Nivelles
Braine-l'Alleud
Braine-le-Château
Ittre
Rebecq
Tubize
Waterloo
Genappe Genappe Genappe
Villers-la-Ville
Jodoigne Jodoigne Jodoigne
Beauvechain
Hélécine
Incourt
Orp-Jauche Ramillies
Ramillies
Perwez Perwez Perwez
Chastre
Mont-Saint-Guibert
Walhain
Wavre Wavre Wavre
Chaumont-Gistoux
Court-Saint-Etienne
Grez-Doiceau
La Hulpe
Lasne
Ottignies-Louvain-La-Neuve
Rixensart