3-336/8 | 3-336/8 |
7 MAART 2007
De plenaire vergadering van de Senaat keurde op 22 december 2005 het wetsvoorstel van mevrouw Van de Casteele c.s. goed met 58 stemmen bij 3 onthoudingen en zond het op 3 januari 2006 over aan de Kamer van volksvertegenwoordigers.
De Kamer heeft dit ontwerp met 93 tegen 21 stemmen bij 16 onthoudingen geamendeerd en enkele technische verbeteringen aangebracht tijdens de plenaire vergadering van 1 maart jl. Met name werd de inwerkingtreding van het ontwerp, die door artikel 6 aanvankelijk was vastgesteld op 1 januari 2006, gewijzigd in die zin dat voorliggend wetsontwerp in werking treedt op een door de Koning te bepalen datum en uiterlijk 12 maanden na de bekendmaking van de wet in het Belgisch Staatsblad. Het geamendeerde ontwerp werd op 2 maart teruggezonden naar de Senaat.
De commissie voor de Sociale Aangelegenheden besprak het geamendeerde wetsontwerp tijdens haar vergadering van 7 maart 2007, met toepassing van de artikelen 81, derde lid, en 79, eerste lid, van de Grondwet.
Overeenkomstig artikel 64 van het Reglement van de Senaat, werd de commissie slechts gevat voor de bepalingen die door de Kamer werden geamendeerd of toegevoegd en die nieuw zijn in vergelijking met het aanvankelijk aangenomen wetsontwerp en, wat betreft andere bepalingen, alleen om de redactie te verbeteren of de tekst in overeenstemming te brengen met het geheel en zonder nieuwe inhoudelijke wijzigingen aan te brengen.
De commissie besliste met eenparigheid van de 9 aanwezige leden om in te stemmen met het wetsontwerp in zijn geheel, zoals het door de Kamer van volksvertegenwoordigers werd overgezonden.
Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van een mondeling verslag aan de plenaire vergadering.
De rapporteur, | De voorzitter, |
Fatma PEHLIVAN. | Annemie VAN de CASTEELE. |