3-1969/2

3-1969/2

Belgische Senaat

ZITTING 2006-2007

8 DECEMBER 2006


Voorstel van resolutie betreffende de aanwezigheid van België in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties als niet-permanent lid, van 1 januari 2007 tot 31 december 2008


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN DE HEER LIONEL VANDENBERGHE

In de considerans, een punt Gbis invoegen, luidend :

« Gbis. gegeven dat België op de VN-conferentie over lichte wapens van 26 juni tot 7 juli 2006 een sterk en opgemerkt pleidooi hield voor een internationaal juridisch bindend wapenverdrag; ».

Nr. 2 VAN DE HEER LIONEL VANDENBERGHE

In de considerans, een punt K toevoegen, luidend :

« K. overwegende dat de resolutie inzake statuutbepaling van Kosovo niet vóór het einde van dit jaar kan worden genomen, maar VN-statusgezant Ahtisaari in samenspraak met de Contactgroep bezig is met het afronden en verfijnen van zijn voorstellen, waardoor België zal betrokken zijn bij de goedkeuring van deze statusresolutie; ».

Nr. 3 VAN DE HEER LIONEL VANDENBERGHE

In de considerans, een punt L toevoegen, luidend :

« L. overwegende dat de VN-Veiligheidsraad zowel het Internationaal Tribunaal voor voormalig Joegoslavië als dat voor Rwanda, die in het leven geroepen zijn om onderzoek naar en vervolging van misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en genocide te verzekeren, opdraagt hun werkzaamheden tegen 2010 te beëindigen; ».

Nr. 4 VAN DE HEER LIONEL VANDENBERGHE

In de considerans, een punt M toevoegen, luidend :

« M. overwegende dat de procureur van het Joegoslavië-Tribunaal, mevrouw Del Ponte, reeds één jaar uitstel gevraagd heeft; dat het Rwanda-tribunaal nog niet om verlenging gevraagd heeft, maar dat aanklager, de heer Jallow, wel al gemeld heeft dat 2010 niet gehaald kan worden; ».

Nr. 5 VAN DE HEER LIONEL VANDENBERGHE

In de aanbevelingen, in punt 2a) eerste streepje, tussen de woorden « schending van het NPV » en de woorden « en initiatieven inzake non-proliferatie », de woorden « zowel inzake de non-proliferatie van kernwapens als van de ontwapeningsverplichting in artikel VI van het NPV » invoegen.

Nr. 6 VAN DE HEER LIONEL VANDENBERGHE

In de aanbevelingen, in punt 2a) het eerste streepje aanvullen als volgt :

« er voor pleiten dat problemen inzake kernwapens en non-proliferatie met diplomatieke middelen worden aangepakt en zonder het gebruik van geweld; ».

Nr. 7 VAN DE HEER LIONEL VANDENBERGHE

In de aanbevelingen, in punt 2), een nieuw punt cbis invoegen, luidende :

« c bis. Inzake het toekomstige statuut van Kosovo

— in de VN-Veiligheidsraad aan te dringen op een zo spoedig mogelijke beslissing in verband met het definitieve statuut van Kosovo, zodat de bevolking kan beginnen aan de heropbouw van de samenleving;

— tijdens het opstellen en de bespreking van de statusresolutie een onafhankelijk Kosovo te bepleiten en er op toe te zien dat er hiervoor een duidelijk en realistisch stappenplan wordt opgesteld; ».

Nr. 8 VAN DE HEER LIONEL VANDENBERGHE

In de aanbevelingen, in punt 2f), tussen het eerste en het tweede streepje, een streepje invoegen, luidend :

« — oog hebben voor de problematiek van de illegale exploitatie van natuurlijke rijkdommen in conflictgebieden opdat niet enkel de Democratische Republiek Congo, maar ook verscheidene andere Afrikaanse landen niet langer leeggeroofd worden door buitenlandse bedrijven; ».

Nr. 9 VAN DE HEER LIONEL VANDENBERGHE

In de aanbevelingen, een punt 2bis) invoegen, luidende :

« 2bis. Internationale rechtspraak

— nu al verlengingen van de werkzaamheden van het Joegoslavië-Tribunaal en Rwanda-Tribunaal te bepleiten, zodat al aangeklaagden zeker berecht kunnen worden;

— afrondingsstrategieën uitwerken en voorstellen met een actieplan om de straffeloosheid krachtig aan te pakken en die internationale rechtbanken de mogelijkheid bieden om andere misdaden efficiënt te kunnen vervolgen; ».

Nr. 10 VAN DE HEER LIONEL VANDENBERGHE

In de aanbevelingen, in punt 6) een tweede streepje toevoegen, luidend :

« — het Belgisch parlement te consulteren alvorens het onderwerp van het thematisch debat van het Belgische voorzitterschap van de VN-Veiligheidsraad te bepalen. ».

Lionel VANDENBERGHE.

Nr. 11 VAN MEVROUW de BETHUNE

In de considerans, een punt Gter invoegen, luidend :

« Gter. gelet op de aanbevelingen van de resolutie over vrouwen, vrede en veiligheid, die de Senaat heeft aangenomen op 17 februari 2005 (stuk 3-902/4), en de aanbevelingen van de resolutie inzake kinderen in gewapende conflicten, aangenomen door de Senaat op 20 april 2006 (stuk 3-1370/6); ».

Nr. 12 VAN MEVROUW de BETHUNE

In de aanbevelingen, punt 2a) zesde streepje, tussen de woorden « zich actief inzetten » en de woorden « voor de totstandkoming », de woorden « opdat de algemene Vergadering van de Verenigde Naties zich zou uitspreken » invoegen.

Verantwoording

Het betreft een institutionele precisering : niet de Veiligheidsraad, maar de algemene Vergadering heeft de verdragrechtelijke bevoegdheid.

Nr. 13 VAN MEVROUW de BETHUNE

In de aanbevelingen, in punt 2b) een nieuw streepje invoegen, luidend :

« — binnen de Veiligheidsraad pleiten voor een snelle ratificatie en efficiënte uitvoering van het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de rechten van het kind inzake de betrokkenheid van kinderen in gewapende conflicten; en erover te waken dat de aandacht voor kinderen in gewapende conflicten prioritair op de agenda van de Veiligheidsraad staat; ».

Verantwoording

De Belgische regering heeft zich herhaaldelijk geëngageerd om de problematiek van kinderen in gewapende conflicten hoog op de agenda te zetten van de Veiligheidsraad en conform de resolutie aangenomen door de senaat (zie amendement nr. 12).

Nr. 14 VAN MEVROUW de BETHUNE

In de aanbevelingen, punt 2c), na het eerste streepje, een nieuw streepje invoegen, luidend :

« — erop toezien dat België binnen de VN-Veiligheidsraad een voortrekkersrol speelt bij de uitvoering van resolutie 1325 van de VN-Veiligheidsraad inzake vrouwen, vrede en veiligheid op te nemen om de rol van vrouwen te vergroten in conflictpreventie, -beheersing en wederopbouw en het vereiste actieplan in die zin opstelt; ».

Verantwoording

Dit was één van de hoofdaanbevelingen van resolutie nr. 3-902, aangenomen door de Senaat op 17 februari 2005.

Nr. 15 VAN MEVROUW de BETHUNE

In de aanbevelingen, punt 5, het eerste streepje doen vervallen.

Verantwoording

Eigenlijk is het oprichten van een dergelijke cel in samenwerking met het departement Landsverdediging overbodig en wellicht zelfs contraproductief. De coördinatie en follow-up van de Belgische deelname aan de Veiligheidsraad is de prioritaire taak van het departement Buitenlandse Zaken. Ingeval van dit principe wordt afgeweken zou een gemengde cel verschillende ministeriële departementen moeten tellen, met voorrang voor het kabinet van de eerste minister en de verschillende vice-premiers gezien het hoogst politieke karakter van de agenda van de Veiligheidsraad, zowel nationaal, als Europees of internationaal.

Sabine de BETHUNE.

Nr. 16 VAN DE HEER ROELANTS du VIVIER

In de aanbevelingen, punt 2a) eerste streepje vervangen als volgt :

« — inzake de strijd tegen de verspreiding van kernwapens ervoor ijveren dat de schending door een Staat die tot het NPV is toegetreden, van de verplichtingen die uit dat Verdrag voortvloeien, zo snel mogelijk op de agenda van de Veiligheidsraad komt; ervoor ijveren dat de Veiligheidsraad zijn verantwoordelijkheid niet ontloopt wanneer één van de Staten die tot het NPV zijn toegetreden, de bepalingen ervan overtreden; ervoor ijveren dat bij een schending van het NPV door één van de lidstaten, de Veiligheidsraad onverwijld aangepaste sancties vaststelt; »;

Nr. 17 VAN DE HEER ROELANTS du VIVIER

In de aanbevelingen, in punt 2a), tussen het eerste en het tweede streepje, een streepje invoegen, luidend :

« — ervoor pleiten dat het aantal kernwapens tot een zo laag mogelijk niveau wordt teruggebracht met als uiteindelijk doel een algehele en controleerbare ontwapening; ervoor ijveren dat het CTBT universeel wordt geratificeerd en bij voorrang door de 44 Staten die nodig zijn voor de inwerkingtreding ervan; er ondertussen voor pleiten dat het CTBT wordt toegepast voor het instandhouden van het bestaande moratorium op kernproeven; de onderhandelingen over en de snelle goedkeuring van een verdrag op het verbod van de productie van splijtstoffen aanmoedigen en ondertussen ijveren voor de beveiliging van de splijtstofvoorraden; »

Nr. 18 VAN DE HEER ROELANTS du VIVIER

In de aanbevelingen, in punt 2a), vijfde streepje, de woorden « een discussie binnen de Verenigde Naties op gang brengen over een internationaal verbod op submunitie dat zou uitmonden in een soortgelijk internationaal Verdrag » vervangen door de woorden « ervoor ijveren dat in de eerste commissie van de algemene Vergadering van de Verenigde Naties onmiddellijk onderhandelingen worden opgestart om een volledige en controleerbare overeenkomst tot stand te brengen om clusterbommen uit te bannen op wereldschaal ».

Nr. 19 VAN DE HEER ROELANTS du VIVIER

In de aanbevelingen, punt 2a), zesde streepje, aanvullen als volgt :

« ervoor ijveren dat een internationaal verdrag wordt goedgekeurd over de markering en de traceerbaarheid van handvuurwapens en de strijd tegen de illegale makelaardij in die wapens opvoeren; »

Nr. 20 VAN DE HEER ROELANTS du VIVIER

In de aanbevelingen, punt 2a), zevende gedachtestreepje aanvullen als volgt :

« het toepassingsgebied van protocol III van het Verdrag inzake bepaalde conventionele wapens op de brandwapens verruimen om het verdere gebruik van wittefosforgranaten te voorkomen en het gebruik van ladingen met verarmd uranium te stoppen; »

Nr. 21 VAN DE HEER ROELANTS du VIVIER

In de aanbevelingen, aan punt 2a), een achtste gedachtestreepje toevoegen, luidend :

« — de controle- en bestraffingsmogelijkheden van de Veiligheidsraad uitbreiden zodat die efficiënter kan optreden tegen de schending van de wapenembargo's die hij oplegt; ».

Nr. 22 VAN DE HEER ROELANTS du VIVIER

In de aanbevelingen, aan punt 2a) een negende gedachtestreepje toevoegen, luidend :

« — het Verdrag inzake biologische wapens versterken door een Verificatieprotocol aan te nemen; ».

Nr. 23 VAN DE HEER ROELANTS du VIVIER

In de aanbevelingen, aan punt 2a) een tiende gedachtestreepje toevoegen, luidend :

« — de Staten die partij zijn bij het Verdrag inzake chemische wapens helpen om de voorraden van aangegeven chemische wapens binnen de vastgestelde termijnen te vernietigen; ».

Nr. 24 VAN DE HEER ROELANTS du VIVIER

In de aanbevelingen, aan punt 2c) een vierde gedachtestreepje toevoegen, luidend :

« — de nodige diplomatieke initiatieven nemen om de kansen van België te verhogen om in 2009 deel te nemen aan de werkzaamheden van de VN-Commissie voor de consolidatie van de vrede; ».

Nr. 25 VAN DE HEER ROELANTS du VIVIER

In de aanbevelingen, in punt 2d) tussen het eerste en het tweede gedachtestreepje, een gedachtestreepje invoegen, luidend :

« — van de Palestijnse autoriteit eisen dat zij de Palestijnse terroristische aanslagen op Israëlische burgerdoelwitten veroordeelt; ».

Nr. 26 VAN DE HEER ROELANTS du VIVIER

In de aanbevelingen, in punt 2d) het derde gedachtestreepje aanvullen als volgt :

« deze wederzijdse erkenning vervolledigen door de Staat Israël te doen erkennen door de Staten die dat nog niet gedaan hebben; ».

Nr. 27 VAN DE HEER ROELANTS du VIVIER

In de aanbevelingen, in punt 2f) het eerste gedachtestreepje aanvullen als volgt :

« — het mandaat van MONUC vernieuwen en daarbij rekening houden met de politieke en militaire situatie die is ontstaan na de verkiezingen; ».

Nr. 28 VAN DE HEER ROELANTS du VIVIER

In de aanbevelingen, in punt 2f) het tweede gedachtestreepje aanvullen als volgt :

« op humanitair en militair vlak rekening houden met de geografische uitbreiding van het conflict in Darfoer, meer bepaald in Tsjaad en in de Centraal-Afrikaanse Republiek; »

Nr. 29 VAN DE HEER ROELANTS du VIVIER

In de aanbevelingen, in punt 2f) een derde gedachtestreepje toevoegen, luidend :

« — na de goedkeuring van resolutie 1725 (6 december 2006) de aandacht van de Veiligheidsraad blijven vestigen op de politieke situatie in Somalië en de regionale implicaties ervan; »

Nr. 30 VAN DE HEER ROELANTS du VIVIER

In de aanbevelingen, in punt 2f) een vierde gedachtestreepje toevoegen, luidend :

« — de aandacht van de Veiligheidsraad vestigen op de illegale exploitatie van natuurlijke rijkdommen in de conflictzones op het continent en de mechanismen inzake traceerbaarheid van grondstoffen versterken; »

Nr. 31 VAN DE HEER ROELANTS du VIVIER

In de aanbevelingen, in punt 2) een punt g) toevoegen, luidend :

« g. Inzake Afghanistan

— zorgen voor een grotere aanwezigheid van de VN ter plaatse teneinde de civiele wederopbouw van het land te bespoedigen; »

Nr. 32 VAN DE HEER ROELANTS du VIVIER

In de aanbevelingen, in punt 2) een punt h) toevoegen, luidend :

« h. Verdediging van de mensenrechten :

— strijden tegen elke vorm van straffeloosheid voor de verantwoordelijken voor de schendingen van de mensenrechten aangezien gerechtigheid een essentieel bestanddeel van de vrede is;

— verdedigen en ertoe bijdragen dat de Raad voor de mensenrechten gebruik zou maken van bijzondere procedures voor categorieën van specifieke schendingen of voor de toestand in welbepaalde landen;

— bijdragen tot het universeel onderzoek van de rechten van de mens door de Raad voor de mensenrechten;

— het werk van het Hoog Commissariaat van de Verenigde Naties voor de mensenrechten steunen en dat commissariaat de op de Top van 2005 beloofde financiële middelen ter beschikking stellen alsook adequate technieken om zijn opdrachten te vervullen; »

François ROELANTS du VIVIER.

Nr. 33 VAN DE HEER LIONEL VANDENBERGHE

In de aanbevelingen, in punt 2a) eerste gedachtestreepje, de woorden « het NPV » schrappen.

Lionel VANDENBERGHE.

Nr. 34 VAN DE HEER BROTCORNE

In de aanbevelingen, in punt 1), tweede gedachtestreepje, de woorden « wanneer in een Staat ernstige schendingen van de mensenrechten plaatsvinden » vervangen door de woorden « wanneer een Staat niet bij machte is noch de wil heeft een einde te maken aan een toestand waarin de persoonsrechten massaal geschonden worden en die de vrede en de internationale veiligheid bedreigt ».

Verantwoording

Deze formulering verwijst naar die van de algemene Vergadering in 2005 en bepaalt dat wanneer de Staat niet de mogelijkheid of de wil heeft om de persoonsrechten te doen naleven, het aan de Veiligheidsraad toekomt om daarvoor te zorgen.

Nr. 35 VAN DE HEER BROTCORNE

In de aanbevelingen, in punt 1), vierde gedachtestreepje, de woorden « de rechtmatige strijd van volkeren voor het recht op zelfbeschikking » vervangen door de woorden « het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren zoals bepaald door de Algemene Vergadering, ».

Verantwoording

Het is wenselijk het door de algemene Vergadering uitgewerkte rechtsbeginsel te vermelden.

Nr. 36 VAN DE HEER BROTCORNE

In de aanbevelingen, in punt 2) een punt cter invoegen, luidend :

« cter. Inzake het terrorisme

— in het Comité tegen het terrorisme van de Veiligheidsraad, erop toezien dat de antiterroristische maatregelen die de lidstaten nemen, in overeenstemming zijn met hun verplichtingen inzake de rechten van de persoon; »

Verantwoording

Sinds het einde van de jaren 1990 hebben de Verenigde Naties het terrorisme bestreden door middel van een stelsel van individuele « sancties » die worden opgelegd door de vertegenwoordigers van de lidstaten van de Veiligheidsraad. Dit stelsel van « lijsten » van organisaties en individuen die verdacht worden van terrorisme zorgt voor een aantal problemen op het vlak van de fundamentele rechten en vrijheden, zoals het recht op een eerlijk proces en het verbod op folterpraktijken. De speciale VN-rapporteur voor de bevordering en de bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in de strijd tegen het terrorisme onderstreept dit als volgt : « Le respect et la défense des droits de l'homme — non seulement des personnes soupçonnées de terrorisme, mais également de celles qui en sont victimes ou en subissent les conséquences — est l'élément commun à tous les volets d'une stratégie antiterroriste efficace. Ce n'est qu'en honorant les droits de l'homme et en les renforçant que la communauté internationale réussira dans sa lutte contre ce fléau ». België moet nauw toezien op dit punt.

Nr. 37 VAN DE HEER BROTCORNE

In de aanbevelingen, in punt 3) een derde gedachtestreepje toevoegen, luidend :

« — de voorkeur geven aan tijdelijke sancties, die in voorkomend geval door een beslissing van de Veiligheidsraad verlengd kunnen worden, en zorgen voor een doeltreffend toezicht tijdens de periode dat de sancties van toepassing zijn; »

Verantwoording

In het algemeen zou elke sanctieregeling die de Veiligheidsraad overweegt zorgvuldig onderzocht moeten worden om een verslechtering te voorkomen van de economische, sociale en culturele rechten van de bevolking, en van de humanitaire toestand. Door tijdelijke, verlengbare sancties op te leggen kan het toezicht verbeterd worden.

Nr. 38 VAN DE HEER BROTCORNE

In de aanbevelingen, in punt 1) een nieuw gedachtestreepje invoegen tussen het eerste en het tweede gedachtestreepje, luidend :

« — wanneer de Veiligheidsraad beslist om over te gaan tot een gewapend optreden krachtens hoofdstuk VII, zich ervan vergewissen dat de toestemming expliciet, duidelijk en ondubbelzinnig is, en wanneer de Veiligheidsraad Staten of internationale organisaties de toestemming verleent om tot een militair optreden over te gaan, zich ervan vergewissen dat de Raad constant toezicht houdt op dit optreden, en voorzien in de gepaste coördinatiemechanismen met de Verenigde Naties; ».

Verantwoording

Zoals hoofdstuk VIII van het Handvest bepaalt, kan de Veiligheidsraad zelf overgaan tot een gewapend optreden, of Staten of organisaties de toestemming verlenen om tot een dergelijk optreden over te gaan. De loutere vaststelling van een schending van het internationale recht of van een bedreiging van de vrede kan in geen geval beschouwd worden als een toestemming. Daarom moet men uiterst nauwkeurig zijn in de formulering van de toestemming, en onduidelijkheid voorkomen. Wanneer een militair optreden toegestaan wordt, moet de controle door de Raad misbruiken voorkomen in het geval dat de toestemming te breed opgevat zou zijn.

Nr. 39 VAN DE HEER BROTCORNE

In de considerans, een punt Gquinquies toevoegen luidend :

« Gquinquies. opnieuw bevestigend dat de strijd tegen het terrorisme gevoerd moet worden met inachtneming van de rechten van de persoon — in het bijzonder de waarborg dat zijn zaak billijk, openlijk en binnen een redelijke termijn door een onpartijdige en onafhankelijke rechtbank onderzocht wordt; het verbod op foltering; de vrijheid van meningsuiting en het recht op inlichtingen; alsook de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer —, en herinnerend aan resolutie 60/158 (23 februari 2006) van de Algemene Vergadering betreffende de bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden in de strijd tegen het terrorisme; ».

Verantwoording

De bestrijding van het terrorisme zorgt voor vele problemen op het vlak van de bescherming van de persoonsrechten, het internationale humanitaire recht en de rechten van de vluchtelingen. Deze vaststelling vormt de grondslag van de Wereldstrategie voor de strijd tegen het terrorisme, en van de besluiten van de speciale VN-rapporteur voor de bevordering en de bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in de strijd tegen het terrorisme (E/CN.4/2006/98). Het is belangrijk dat België, wanneer het zitting heeft in het Comité tegen het terrorisme op dit punt bijzonder waakzaam blijft.

Nr. 40 VAN DE HEER BROTCORNE

In de considerans, een punt Dter toevoegen, luidend :

« Dter. herinnerend aan artikel 13 van het Statuut van Rome, volgens hetwelk de Veiligheidsraad krachtens Hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties bij de procureur van het Internationaal Strafhof een situatie kan aangegeven waarin een of meer van deze misdrijven lijken te zijn begaan waarvoor het Hof bevoegd is; ».

Verantwoording

De aanneming van het Statuut van Rome verleent de Veiligheidsraad een belangrijke bijkomende mogelijkheid. Het is belangrijk om hieraan te herinneren, en om rekening te houden met de preventieve werking van een dergelijke bepaling inzake schending van de persoonsrechten.

Nr. 41 VAN DE HEER BROTCORNE

In de considerans een punt Dbis toevoegen, luidend :

« Dbis. overwegende dat de Veiligheidsraad overeenkomstig het tijdens de Wereldtop van 2005 goedgekeurde beginsel van de « beschermingsverantwoordelijkheid » van de Staten vraagt en eist dat zij de mensenrechten eerbiedigen en doen eerbiedigen op hun grondgebied en dat, wanneer zij dit verzuimen te doen of wanneer de internationale vrede en veiligheid worden bedreigd, de Raad die beschermingsverantwoordelijkheid overneemt; ».

Verantwoording

Het beginsel « beschermingsverantwoordelijkheid » moet nader verklaard worden. Het werd aangenomen door de lidstaten van de Verenigde Naties en betreft de bevoegdheden van de Veiligheidsraad in het raam van hoofdstuk VII van het Handvest. Indien de Veiligheidsraad oordeelt dat een massale schending van de persoonsrechten krachtens hoofdstuk VII de goedkeuring van dwangmaatregelen verantwoordt, kan geen enkel land zich beroepen op het soevereiniteitsbeginsel. Anderzijds kan het begrip beschermingsverantwoordelijkheid voor een Staat geen voorwendsel zijn om eenzijdig te beslissen in te grijpen.

Nr. 42 VAN DE HEER BROTCORNE

In de considerans, een punt Cbis toevoegen, luidend :

«Cbis. eraan herinnerend dat de Veiligheidsraad als eerste verantwoordelijk is voor het instandhouden van de internationale vrede en veiligheid en optreedt in naam van alle lidstaten van de Verenigde Naties : om de vreedzame regeling van geschillen te waarborgen (hoofdstuk VI); om de internationale vrede en veiligheid te herstellen (hoofdstuk VII); en — wanneer het optreden van regionale aard is — om regionale akkoorden te sluiten of acties in dat kader toe te staan (hoofdstuk VIII); ».

Verantwoording

Wat betreft de toevoeging van de considerans is het de bedoeling te herinneren aan de specifieke bevoegdheden van de Veiligheidsraad inzake het handhaven van de vrede en de internationale veiligheid teneinde de mogelijkheden tot optreden waarover hij beschikt en die niet beperkt zijn tot hoofdstuk VII van het Handvest, nader te verklaren. Hoofdstuk VI van het Handvest verleent immers bevoegdheden aan de Veiligheidsraad in geschillen die, wanneer zij aanslepen, een bedreiging voor de vrede kunnen betekenen, en dus « potentieel gevaarlijke situaties » vormen. In dergelijke situaties beschikt de Veiligheidsraad over preventieve bevoegdheden die dus ontradend werken, zoals de mogelijkheid om een onderzoek in te stellen om de protagonisten te beïnvloeden (artikel 34). Deze mogelijkheid, die de Veiligheidsraad weinig benut, verdient meer aandacht vanwege de leden. In het kader van hoofdstuk VIII kan de Raad toestaan of aanbevelen dat regionale organisaties dwangmaatregelen opleggen. Deze toestemming moet in elk geval de dwangmaatregel voorafgaan. Het is de bedoeling eraan te herinneren dat de Veiligheidsraad boven andere organisaties, in het bijzonder de NAVO, staat.

Christian BROTCORNE.

Nr. 43 VAN MEVROUW HERMANS EN DE HEER WILLEMS

In de aanbevelingen, de punten 2)d, 2)e en 2)f doen vervallen.

Verantwoording

Hier worden enkele concrete dossiers aangehaald die in 2007 en 2008 op de agenda van de Veiligheidsraad zullen staan. Men zou daar nog punten aan kunnen toevoegen : het conflict in de hoorn van Afrika, Afghanistan, het Iranese nucleaire dossier enz.

Bovendien wordt de agenda van de Veiligheidsraad in grote mate ad hoc bepaald door de internationale politieke actualiteit, die moeilijk te voorspellen is. De lijst dreigt dus lang te worden en per definitie onvolledig.

De grote principes waarvan België moet uitgaan als niet permanent lid van de raad, en die ook op deze concrete dossiers toepasbaar zijn, staan trouwens al eerder in de resolutie aangegeven. Het is dan ook raadzaam de verwijzing naar concrete dossiers weg te laten.

Nr. 44 VAN MEVROUW HERMANS EN DE HEER WILLEMS

In de aanbevelingen, punt 5) doen vervallen.

Verantwoording

De resolutie geeft aan welke de principes en thema's zijn die de Senaat tijdens het Belgische lidmaatschap van de Veiligheidsraad gerespecteerd en behandeld wil zien. Ook voorziet ze een regelmatige opvolging door het parlement. Hoe men nu concreet de diplomatieke en politieke vertegenwoordiging van België wil organiseren is een zaak voor de regering. Regelmatig overleg tussen Buitenlandse zaken en Landsverdediging is nu al een feit, vooral over dossiers waar België aan VN missies deelneemt, zonder dat daarvoor formeel een nieuwe cel moet worden opgericht. De regering heeft bij monde van de minister van Buitenlandse Zaken al aangegeven dat regelmatig naar en met alle betrokkenen zal worden gecommuniceerd en overlegd. Er bestaat overigens een overlegplatform met het middenveld (Coormulti) dat over specifieke dossiers wordt ingeschakeld. Ten slotte behoort het bevorderen en beschermen van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden, waarvoor men een tijdelijke cel met vertegenwoordigers van het middenveld wil oprichten, niet tot het mandaat van de Veiligheidsraad.

Margriet HERMANS
Luc WILLEMS.

Nr. 45 VAN MEVROUW de BETHUNE

In de aanbevelingen, aan punt 2a) een gedachtestreepje toevoegen, luidend als volgt :

« — er over waken om een meer kritische houding aan te nemen ten aanzien van kernwapenstaten door de aanwezigheid van Amerikaanse kernwapens in België uitdrukkelijk in vraag te stellen en ook andere recente evoluties tegen te gaan zoals de recente Amerikaans-Indische deal die uitdrukkelijk in strijd is met het NPV en de NSG (Nuclear Suppliers Group); »

Nr. 46 VAN MEVROUW de BETHUNE

In de aanbevelingen, in punt 2a) tussen het tweede en derde gedachtestreepje een nieuw gedachtestreepje invoegen, luidend als volgt :

« — erop toezien dat de kernwapenstaten hun internationaalrechtelijke verplichting naleven om hun kernwapens te elimineren; »

Nr. 47 VAN MEVROUW de BETHUNE

In de aanbevelingen, in punt 1) tussen het tweede en derde gedachtestreepje, een nieuw gedachtestreepje invoegen luidend als volgt :

« — in dit verband niet enkel militaire interventie, maar de hele waaier van mogelijke instrumenten zoals economische sancties en andere hierbij te overwegen om de escalatie van geweld niet in de hand te werken; »

Nr. 48 VAN MEVROUW de BETHUNE

In de aanbevelingen, in punt 2a), eerste gedachtestreepje, de woorden « tot een zo laag mogelijk niveau teruggebracht worden » vervangen door de woorden « geëlimineerd worden ».

Sabine de BETHUNE.

Nr. 49 VAN MEVROUW HERMANS EN DE HEER NIMMEGEERS

In de considerans, een punt Gquater invoegen, luidend :

« Gquater. gelet op het feit dat sinds 2002 de Verenigde Naties meermalen gerapporteerd hebben over kindsoldaten, jongeren die onder de 18 zijn en — al dan niet gedwongen — ingezet worden bij gewapende conflicten; gelet op het feit dat België het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de rechten van het kind, inzake kinderen in gewapend conflict, aangenomen te New York op 25 mei 2000 heeft goedgekeurd bij de wet van 29 april 2002; ».

Verantwoording

Het lijkt de indiener van het amendement absoluut noodzakelijk dat België zijn uiterste best doet om het fenomeen van de kindsoldaten uit te bannen. De minister van Buitenlandse Zaken verklaarde onlangs dat naar aanleiding van dit lidmaatschap van de Verenigde Naties dat België zich onder meer gaat inzetten in de problematiek van de kindsoldaten. Kindsoldaten zijn heden in vele conflictgebieden te vinden. Vooral, doch helaas niet enkel in de Centraal-Afrikaanse landen worden zij ingezet als strijdkracht. Zo blijken in de DRC meer dan elfduizend kindsoldaten ondanks een ontwapenings-, en demobilisatieprogramma van meer dan 200 miljoen dollar nog steeds in handen te zijn van gewapende milities of van regeringstroepen, aldus een rapport van Amnesty International. Verschillende motieven liggen ten grondslag aan het werven van kindersoldaten. Vaak is het niet alleen de regering die bepaalt dat kinderen dienen mee te strijden, maar zien de ouders zich vaak genoodzaakt door armoede hun kinderen het leger in te sturen. Kinderen gaan soms ook uit zichzelf het leger in omdat ze daar werk kunnen krijgen. Vaak echter worden kinderen ook gedwongen gerekruteerd door gewapende oppositiegroepen die in de strijd tegen de machthebbers elke strijder kunnen gebruiken. Vanuit mensenrechtenperspectief en het Verdrag inzake de Rechten van het Kind is er echter geen enkel excuus of argument denkbaar om kinderen te misbruiken en te exploiteren als soldaat.

Nr. 50 VAN MEVROUW HERMANS EN DE HEER NIMMEGEERS

In de aanbevelingen, in punt 2b), een nieuw streepje toevoegen, luidend :

« — een discussie op gang te brengen over de demobilisatie van de nog overblijvende kindsoldaten en de noodzaak om via de speciale Afgezant voor Kinderen en gewapende conflicten te voorzien in opvang, traumabegeleiding, herintegratie en heropvoeding van kindsoldaten waarbij concrete doelstellingen worden naar voor geschoven. »

Verantwoording

Het lijkt de indiener van het amendement absoluut noodzakelijk dat België zijn uiterste best doet om het fenomeen van de kindsoldaten uit te bannen. De minister van Buitenlandse Zaken verklaarde onlangs dat naar aanleiding van dit lidmaatschap van de Verenigde Naties dat België zich onder meer gaat inzetten in de problematiek van de kindsoldaten. Kindsoldaten zijn heden in vele conflictgebieden te vinden. Vooral, doch helaas niet enkel in de Centraal-Afrikaanse landen worden zij ingezet als strijdkracht. Zo blijken in de DRC meer dan elfduizend kindsoldaten ondanks een ontwapenings-, en demobilisatieprogramma van meer dan 200 miljoen dollar nog steeds in handen te zijn van gewapende milities of van regeringstroepen, aldus een rapport van Amnesty International. Verschillende motieven liggen ten grondslag aan het werven van kindersoldaten. Vaak is het niet alleen de regering die bepaalt dat kinderen dienen mee te strijden, maar zien de ouders zich vaak genoodzaakt door armoede hun kinderen het leger in te sturen. Kinderen gaan soms ook uit zichzelf het leger in omdat ze daar werk kunnen krijgen. Vaak echter worden kinderen ook gedwongen gerekruteerd door gewapende oppositiegroepen die in de strijd tegen de machthebbers elke strijder kunnen gebruiken. Vanuit mensenrechtenperspectief en het Verdrag inzake de Rechten van het Kind is er echter geen enkel excuus of argument denkbaar om kinderen te misbruiken en te exploiteren als soldaat.

Margriet HERMANS
Staf NIMMEGEERS.

Nr. 51 VAN DE HEER LIONEL VANDENBERGHE

(Subamendement op amendement nr. 7)

In het tweede gedachtestreepje van amendement nr. 7, de woorden « een onafhankelijk Kosovo » vervangen door de woorden « een leefbaar Kosovo ».

Lionel VANDENBERGHE.