3-1519/10 | 3-1519/10 |
24 NOVEMBER 2006
Nr. 90 VAN MEVROUW VAN de CASTEELE
(Subamendement op amendement nr. 87)
Art. 4
In het voorgestelde § 1, 9º, van dit artikel het woord « dubbeltal » vervangen door de woorden « een dubbele lijst ».
Verantwoording
Technische correctie.
Annemie VAN de CASTEELE. |
Nr. 91 VAN MEVROUW VAN de CASTEELE EN DE HEER BROTCHI
Art. 22
In § 1 van dit artikel het derde lid en het vierde lid doen vervallen.
Verantwoording
De bepalingen worden later in artikel 25 toegevoegd, samen met de inhoud van amendement nr. 23 en 24 van de heren Destexhe en Brotchi.
Nr. 92 VAN MEVROUW VAN de CASTEELE EN DE HEER BROTCHI
Art. 25
Het tweede lid van dit artikel vervangen als volgt :
« Alle beroepsbeoefenaars die in België regelmatig hun praktijk uitoefenen en die de nationaliteit hebben van een lidstaat van de Europese Unie, kunnen zich kandidaat stellen voor zowel de verkiesbare mandaten als de benoembare mandaten in de organen bedoeld in deze wet.
De schrapping van de lijst van de Orde, zoals bedoeld in artikel 27, impliceert van rechtswege het einde van een mandaat.
Gedurende de periode waarin zijn recht om het beroep uit te oefenen geschorst is, zoals bedoeld in artikel 27, mag de houder van een verkiesbaar of benoembaar mandaat dit niet uitoefenen.
De Koning bepaalt de procedure voor de verkiezing van de werkende en plaasvervangende leden van de diverse organen. ».
Verantwoording
Dit amendement herneemt de inhoud van amendementen 23 en 24 van de heren Destexhe en Brotchi, maar plaatst ze in artikel 25 in plaats van 22.
De regelen inzake verkiesbaarheid en schorsing of beëindiging van het mandaat, evenals procedure tot verkiezing, betreffen namelijk alle mandaten bedoeld in het wetsvoorstel en dus niet de "rechtsprekende", zoals bedoeld in Titel V van het voorstel. Om deze reden dienen deze regelen te worden opgenomen in Titel VI, in het bijzonder in artikel 25.
De regelen inzake verkiesbaarheid en schorsing of beëindiging van elk mandaat zijn dermate fundamenteel dat deze in de wet moeten worden vastgesteld in plaats van bij koninklijk besluit, zoals voorzien in het wetsvoorstel.
Annemie VAN de CASTEELE Jacques BROTCHI. |
Nr. 93 VAN DE HEREN BROTCHI EN VANKRUNKELSVEN
Art. 22bis (nieuw)
Een artikel 22bis (nieuw) invoegen, luidend :
« Art. 22bis. — Tuchtrechtelijke vervolging kan niet meer worden ingesteld na het verstrijken van een termijn van twee jaar na de dag waarop de Orde kennis genomen heeft van de strafbare feiten.
Ingeval van strafvordering voor dezelfde feiten, gaat deze termijn in op de dag waarop de gerechtelijke overheid de provinciale raad waarvan de beoefenaar afhangt, op de hoogte brengt van het feit dat een eindbeslissing tot stand is gekomen of dat de strafvordering niet wordt voortgezet. »
Verantwoording
Dit amendement voert een verjaringstermijn in voor de rechtspleging in tuchtzaken.
Wanneer voor hetzelfde feit of voor dezelfde feiten tegelijkertijd een strafvordering aan de gang is, vangt de termijn van die vordering omwille van de samenhang pas aan op het ogenblik dat de gerechtelijke overheid aan de provinciale raad waarvan de vervolgde beoefenaar afhangt, meedeelt dat bij haar een strafvordering aanhangig is gemaakt en dat zij daarover tot een eindbeslissing is gekomen.
Nota bene : het indienen van dit amendement leidt tot het terugnemen van de tevoren ingediende amendementen nrs. 18 en 84.
Jacques BROTCHI. Patrik VANKRUNKELSVEN. |
Nr. 94 VAN MEVROUW VAN de CASTEELE EN DE HEER BROTCHI
Art. 27
Het tweede lid van § 1 van dit artikel vervangen als volgt :
« De bevoegde raden kunnen bij het opleggen van een sanctie zoals bedoeld in 3º van het vorige lid, het uitstel voor een deel of het geheel van de genomen sanctie toepassen, met een maximum van twee jaar. »
Verantwoording
Het advies van de Raad van State stelt dat het niet aan de Koning toekomt om de voorwaarden voor uitstel of opschorting te bepalen. De indieners wensen dat de bevoegde raden zelf bepalen in welke zaken zij uitstel willen toestaan, dit voor het geheel van de schorsing of uitstel voor een nog resterend deel van de schorsing. Het uitstel mag geenszins langer duren dan twee jaar.
Annemie VAN de CASTEELE Jacques BROTCHI. |
Nr. 95 VAN MEVROUW VAN de CASTEELE
(Subamendement op amendement nr. 61)
Art. 27
In het voorgestelde paragraaf 2 van dit artikel de woorden « straffen » en « straf » respectievelijk vervangen door de woorden « sancties » en « sanctie ».
Verantwoording
Correctie op het woordgebruik.
Annemie VAN de CASTEELE. |
Nr. 96 VAN MEVROUW VAN de CASTEELE EN DE HEER BROTCHI
Art. 27
In dit artikel een § 2bis (nieuw) invoegen, luidende :
« § 2bis. Voor de sancties zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 2º en 3º, kunnen de bevoegde raden voorzien in het opleggen van een aanvullende geldboete van 250 euro tot 5 000 euro.
De Koning bepaalt de regels van betaling en inning van de geldboetes bedoeld in deze paragraaf. De geldboete wordt geïnd ten voordele van de Schatkist. »
Verantwoording
Aanvullend bij een berisping en schorsing kunnen ook geldboetes opgelegd worden.
Annemie VAN de CASTEELE Jacques BROTCHI. |