3-1705/1

3-1705/1

Belgische Senaat

ZITTING 2005-2006

24 MEI 2006


Voorstel van resolutie tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, teneinde de veiligheid van de bestuurders van tweewielige motorvoertuigen te verhogen


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN EN VOOR DE ECONOMISCHE AANGELEGENHEDEN UITGEBRACHT DOOR

DE HEER VAN NIEUWKERKE


I. INLEIDING

Tijdens haar vergadering van 10 mei 2006 heeft de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden beslist om een voorstel van resolutie tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, teneinde de veiligheid van de bestuurders van tweewielige motorvoertuigen te verhogen op te stellen.

De voorwaarden waaronder zij van deze bijzondere procedure gebruik kon maken, worden in het artikel 22.3. van het reglement van de Senaat, als volgt omschreven :

« Wanneer de commissies naar aanleiding van een bespreking beslissen dat een wetgevend initiatief nodig is of dat de Senaat zijn standpunt te kennen moeten geven, kunnen ze zelf een voorstel van wet of van resolutie opstellen, het bespreken, erover stemmen en hierover verslag uitbrengen, zonder dat de Senaat het vooraf in overweging neemt.

Deze procedure kan alleen worden aangevat als twee derden van de leden van de commissie zich schriftelijk akkoord verklaren en de voorzitter van de Senaat vooraf zijn toestemming heeft gegeven. In geval van twijfel over de ontvankelijkheid of over de bevoegdheid van de commissie, raadpleegt de voorzitter het bureau. »

De heer Dedecker, voorzitter van de commissie voor de Financiën en de Economische Aangelegenheden, vroeg bij brief van 9 mei 2006 om de voorafgaande toestemming van de voorzitter van de Senaat, die deze verstrekte. De vereiste meerderheid van de leden van de commissie verklaarde zich schriftelijk akkoord met de gevolgde procedure.

Dit voorstel van resolutie is gebaseerd op van het wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, teneinde de veiligheid van de bestuurders van tweewielige motorvoertuigen te verhogen (St. Senaat, 3-1281/1)

Op methodologisch vlak gaf de minister van Mobiliteit de voorkeur aan een resolutie aangezien hij het niet opportuun vond om een koninklijk besluit bij wet te wijzigen.

Voorliggende tekst werd besproken in de vergaderingen van 10, 17 en 24 mei 2006 in aanwezigheid van de minister van Mobiliteit.

II. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE HEER KONINCKX, MEDE-INDIENER VAN HET WETSVOORSTEL (STUK SENAAT, Nr. 3-1281/1)

Aangezien uit de statistieken van het aantal ongevallen blijkt dat motorrijders een zeer kwetsbare groep vormen, zijn de indieners van mening dat maatregelen die de veiligheid van de bestuurders van tweewielige motorvoertuigen verhogen zonder de veiligheid van de andere weggebruikers te verminderen, moeten worden ingevoerd.

In die zin wordt voorgesteld om te verbieden dat een tweewielig motorvoertuig, met andere woorden een motorfiets of een bromfiets, links ingehaald wordt in de gevallen vermeld onder het punt 17.2 van artikel 17 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik op de openbare weg.

Deze gevallen zijn de volgende :

— op een overweg (17.2.1º);

— op de kruispunten waar de voorrang van rechts geldt (17.2.2º);

— bij het naderen van de top van een helling en in bochten, wanneer de zichtbaarheid onvoldoende is (17.2.3º);

— wanneer de in te halen bestuurder zelf een ander voertuig dan een fiets, een tweewielige bromfiets of een tweewielige motorfiets inhaalt (17.2.4º);

— wanneer de in te halen bestuurder stopt voor een oversteekplaats voor voetgangers of een oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen (17.2.5º).

Tevens wordt er voorgesteld om datzelfde koninklijk besluit zodanig aan te passen dat motorfietsen zullen worden toegelaten om over de hele breedte van de rijstrook te rijden wanneer de rijbaan verdeeld is in verschillende rijstroken. Op die manier immers wordt een onlogische denkwijze van de verkeerswet aangepast.

III. BESPREKING

De minister verklaart dat er geen inhoudelijke tegenargumenten zijn bij de voorgestelde bepalingen. Gezien het wetgevingstechnisch niet opportuun is om een bestaand koninklijk besluit via een wet te wijzigen, stelt de minister voor om de voorliggende bepalingen om te vormen tot een resolutie, die hij zal naleven.

De minister merkt nog op dat met de resolutie een signaal tot wijziging vanuit de Senaat wordt gegeven en dat het een extra argument vormt naar de verschillende gewesten toe.

De commissie gaat akkoord met de omzetting.

IV. STEMMINGEN

De resolutie van de commissie (zie stuk Senaat, nr. 3-1705/2) wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Ingevolge de aanneming van deze resolutie zal het wetsvoorstel nr. 3-1281, met hetzelfde onderwerp, worden ingetrokken.


Dit verslag is eenparig goedgekeurd door de 10 aanwezige leden.

De rapporteur, De voorzitter,
André VAN NIEUWKERKE. Jean-Marie DEDECKER.