2-1324/9

2-1324/9

Belgische Senaat

ZITTING 2002-2003

19 MAART 2003


Wetsontwerp houdende de samenstelling en werking van de Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE UITGEBRACHT DOOR MEVROUW de T' SERCLAES


De Senaat heeft de door de Kamer van volksvertegenwoordigers teruggestuurde tekst kunnen onderzoeken tijdens zijn vergadering van 19 maart 2003.

De Kamer heeft slechts één amendement aangenomen op de tekst die door de Senaat werd overgezonden. Het betreft een amendement op artikel 12 van het ontwerp, in verband met de inwerkingtreding. Het was de bedoeling de tekst van dat artikel in de oorspronkelijke lezing te herstellen en de datum van inwerkingtreding door de Koning te laten bepalen. De verantwoording luidde als volgt :

« Het is noodzakelijk dat vooraleer de wet in werking treedt, een koninklijk besluit wordt uitgewerkt met uitvoeringsbepalingen en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Zo moet in een snelle procedure worden voorzien voor de noodhulp en moeten de bedragen bedoeld in artikel 32, § 4, van de wet van 1 augustus 1985 (artikel 4 van het wetsontwerp) worden vastgesteld bij koninklijk besluit. Bovendien moet dit koninklijk besluit in Ministerraad worden overlegd. Drie maanden lijkt te kort en een niet haalbare termijn. »

De minister heeft ook verwezen naar het deel dat valt onder artikel 78 van de Grondwet (stuk Senaat, nr. 2-1325), dat in de Kamer opnieuw geamendeerd werd en dat dus de Koning de datum van inwerkingtreding vrij laat bepalen. Hij heeft onderstreept dat de regering van plan is de koninklijke besluiten snel tot stand te brengen.

De commissie voor de Justitie van de Senaat kon het niet eens zijn met de keuze van de Kamer. Anderzijds kon ze begrijpen dat de termijn van drie maanden, waarin de Senaat oorspronkelijk voorzien had, te kort was.

De heren Mahoux en Istasse en mevrouw Nyssens hebben daarom een amendement ingediend, waarin wordt voorgesteld dat de wet acht maanden na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad in werking zal treden.

Het is immers aangewezen een termijn voor de inwerkingtreding van de wet vast te leggen, om er zeker van te zijn dat ze snel van toepassing zal zijn.

Dat amendement werd aangenomen met 9 stemmen bij 1 onthouding. Het wetsontwerp in zijn geheel werd eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.

De commissie heeft beslist vertrouwen te schenken aan de rapporteur, opdat zeker voor het einde van de regeerperiode over het ontwerp, dat belangrijk is voor de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden, in Kamer en Senaat kan worden gestemd.

De rapporteur,
Nathalie de T' SERCLAES.
De voorzitter,
Josy DUBIÉ.