2-1581/2

2-1581/2

Belgische Senaat

ZITTING 2002-2003

2 APRIL 2003


Wetsontwerp tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser


Evocatieprocedure


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE SOCIALE AANGELEGENHEDEN UITGEBRACHT DOOR DE HEER DEDECKER


I. INLEIDING

Dit wetsontwerp, dat ressorteert onder de optioneel bicamerale procedure, werd op 1 april 2003 aangenomen door de Kamer van volksvertegenwoordigers en op 2 april 2003 overgezonden aan de Senaat.

Het werd op dezelfde dag geëvoceerd. De commissie voor de Sociale Aangelegenheden heeft het ontwerp daarop in haar vergadering 2 april besproken in aanwezigheid van de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid.

II. ALGEMENE BESPREKING

A. Toelichting door de vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid

De minister licht toe dat aan de basis van het voorliggende wetsontwerp, een wetsvoorstel ligt van de heren Verlinde, Goutry, Willems en Tavernier, dat op zijn beurt weer gebaseerd was op een reflexie van de sociale partners en dus uitging van de sector zelf.

Gezien de opportuniteit van het voorstel en gezien een aantal technische bemerkingen werd in de Kamer van volksvertegenwoordigers één globaal amendement aangenomen, dat de instemming kreeg van de sociale partners en dat de nieuwe voorgestelde tekst vormt.

Deze nieuwe tekst omvat de volgende belangrijke elementen :

­ Één erkenningsstatuut voor de zeevisser

Dit erkenningsstatuut zal door een koninklijk besluit worden uitgevaardigd op advies van het Paritair comité voor de zeevisserij. De erkenning speelt niet alleen voor de arbeidsovereenkomst maar ook voor de sociale dekking.

­ De arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij

De grote vernieuwing vormt hier het gegeven dat de arbeidsovereenkomst op voorhand schriftelijk moet worden opgesteld, waarbij er werd geopteerd voor één overeenkomst voor één zeereis aangezien deze werkwijze het nauwst aansluit met de huidige gebruiken.

­ Loon

Er werd weerhouden dat de zeevisser betaald wordt met een variabel loon, een bepaald percentage in de besomming, dat onder geen enkele omstandigheid lager mag zijn dan een bepaald minimumloon afgestemd op het minimumloon uit de privésector.

­ Geneeskundige verzorging, verplaatsingskosten of loonwaarborg bij ziekte of ongeval

Voor de toepassing van de geneeskundige verzorging, verplaatsingskosten of loonwaarborg bij ziekte of ongeval wordt de zeereis geacht te zijn begonnen vanaf het ogenblik dat de zeevisser de dorpel van zijn woning verlaat tot deze de dorpel opnieuw overschrijdt.

Wat ten slotte de werken uitgevoerd door de zeevisser buiten het kader van de zeereis betreft, werd ervoor geopteerd om deze activiteiten volledig buiten het kader van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij te houden en hiervoor een beroep te doen op het gemeen recht aangezien deze klussen meer en meer worden uitbesteed en hun belang dus afneemt.

B. Opmerkingen van de leden

De heer Dedecker merkt op dat de voorliggende bepalingen de algemene instemming van de sector dragen en hij verheugt er zich dan ook over dat zij kunnen worden goedgekeurd. Verder vraagt het lid of de voorgestelde loonberekening veel verschilt met vroeger.

Gezien de optie om een arbeidsovereenkomst per zeereis te sluiten vraagt de heer Remans zich af hoe de reders zullen betalen voor de periodieke geneeskundige controle.

De minister antwoordt dat wat dit element betreft de gewone bepalingen voor arbeid die beperkt wordt in de tijd, gelden.

Vervolgens geeft de minister aan dat de loonbereking voor de verschillende categorieën (matroos, kapitein, ...), met uitzondering van het minimumloon, grotendeels behouden is gebleven. Het enige verschil vormt het gegeven dat het percentage verplicht moet worden vermeld op het arbeidscontract.

III. STEMMINGEN

Het wetsontwerp wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor een mondeling verslag in plenaire vergadering.

De rapporteur, De voorzitter,
Jean-Marie DEDECKER. Jean CORNIL.

De door de commissie aangenomen tekst
is dezelfde als de tekst van het door de
Senaat geëvoceerde ontwerp
(zie stuk Kamer, nr. 50-1728/6)