2-1226/1

2-1226/1

Belgische Senaat

ZITTING 2001-2002

2 JULI 2002


Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 69 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973

(Ingediend door mevrouw Jeannine Leduc)


TOELICHTING


De gecoördineerde wetten op de Raad van State hebben reeds tal van wijzigingen ondergaan om de werking van dit hoge rechtscollege te verbeteren. Die hadden zowel betrekking op de samenstelling van de Raad (uitbreidingen van het aantal staatsraden, auditeurs of referendarissen) als op de eigenlijke werking (aanpassing van de procedure, zowel bij de afdeling administratie als de afdeling wetgeving).

Samen met de voortdurende inzet van de leden en het personeel van de Raad, hebben die veranderingen ongetwijfeld tot resultaten geleid. Het aantal adviezen van de afdeling wetgeving en het aantal arresten van de afdeling administratie zijn aanzienlijk gestegen, in veel grotere mate dan dat de effectieven qua magistraten en personeel verhoogden.

Dit moge blijken uit de volgende cijfers :

Uitgesproken arresten afdeling administratie per gerechtelijk jaar :

1996-1997 : 6 456;

1997-1998 : 7 768;

1998-1999 : 6 520;

1999-2000 : 7 334;

2000-2001 : 9 153.

Uitgebrachte adviezen afdeling wetgeving per gerechtelijk jaar :

1996-1997 : 1 280;

1997-1998 : 1 174;

1998-1999 : 1 527;

1999-2000 : 1 007;

2000-2001 : 1 506.

Anderzijds blijft het aantal inkomende zaken voor beide afdelingen stijgen. De cijfers dienaangaande laten aan duidelijkheid niets te wensen over, vooral niet voor de afdeling administratie :

Ingeleide zaken afdeling administratie per gerechtelijk jaar :

1996-1997 : 6 560;

1997-1998 : 6 191;

1998-1999 : 9 139;

1999-2000 : 12 738;

2000-2001 : 22 528.

Ingediende adviesaanvragen afdeling wetgeving per gerechtelijk jaar :

1996-1997 : 1 416;

1997-1998 : 1 350;

1998-1999 : 1 304;

1999-2000 : 1 146;

2000-2001 : 1 538.

Voor de afdeling administratie wordt deze stijging het hoofd geboden door de mogelijkheden van vereenvoudigde procedures in vreemdelingenzaken, strakke termijnregelingen voor de verzoekende partijen, enz.

Inzake de afdeling wetgeving is een ontwerp aangekondigd waarbij bepaalde wijzigingen van de adviesprocedure worden uitgewerkt, in het bijzonder voor de vragen om advies op korte termijn.

Een aanzienlijke uitbreiding van het aantal staatsraden om deze toename te verhelpen lijkt niet wenselijk. Zij zou kunnen leiden tot een rechtscollege van een onwerkbare omvang, waar de interne eenheid van rechtspraak in het gedrang zou kunnen komen.

Veeleer dient de werking van de Raad in zijn huidige vorm te worden geoptimaliseerd. Op dit vlak dringt zich een aanpassing op met betrekking tot de werkzaamheden van de eerste voorzitter en de voorzitter van de Raad van State.

Deze magistraten zijn beurtelings van de Nederlandse en de Franse taalrol en zij zitten respectievelijk de afdeling wetgeving en de afdeling administratie voor. Dit wetsvoorstel wil daaraan uiteraard niets veranderen.

De eerste voorzitter en de voorzitter van de Raad van State staan echter niet buiten het « gewone » kader en zij dienen dan ook te zetelen in respectievelijk een kamer van de afdeling wetgeving en een kamer van de afdeling administratie, welke zij voorzitten.

Enerzijds vergen de functies van eerste voorzitter en voorzitter veel tijd omdat zij de emanatie van de Raad van State naar buiten toe vormen, zij het interne beleid bepalen en de taakverdeling van kamers en individuele magistraten, de organisatie van de werkzaamheden binnen de afdelingen wetgeving en administratie en per taalrol, enz. regelen.

Anderzijds is er de hoge werkdruk bij het eigenlijke zetelen als kamervoorzitter in hun « gewone » kamers.

Dit maakt het zo goed als onmogelijk om beide taken naar behoren te vervullen en het vormt in de praktijk een belemmering voor de goede werking van de kamers in de afdeling wetgeving en de afdeling administratie, waarvan dus respectievelijk de eerste voorzitter en de voorzitter deel uitmaken.

Voor de goede werking van alle kamers en voor het in optimale omstandigheden kunnen vervullen van de aan de functies van eerste voorzitter en voorzitter verbonden taken, is het derhalve aangewezen dat zij boven het aantal van de gewoon zetelende staatsraden en kamervoorzitters worden geplaatst.

In afwachting van verdere en meer diepgaande wijzigingen kan aldus op korte termijn de werking van de Raad van State reeds worden verbeterd.

Dat is het doel van dit wetsvoorstel.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

Thans bestaat de Raad van State uit 42 leden, waarvan dus ook de eerste voorzitter en de voorzitter deel uitmaken. Naast de eigenlijke uitoefening van hun mandaat, dienen de eerste voorzitter en de voorzitter dus voltijds aan de werkzaamheden van een kamer deel te nemen, waar zij als kamervoorzitter zetelen.

Het artikel voorziet erin dat de Raad van State voortaan uit 44 leden zal bestaan, in wezen uit 42 leden die voltijds zetelen én de eerste voorzitter en de voorzitter.

Met deze bepalingen kunnen alle gewone kamers met een volledige bemanning in optimale omstandigheden functioneren en kunnen de eerste voorzitter en de voorzitter daarenboven hun functie als korpschefs naar behoren uitoefenen. Het spreekt vanzelf dat zij de afdelingen administratie en wetgeving blijven voorzitten en dat zij kunnen deelnemen aan de gewone werkzaamheden van de kamers in de mate dat dit voor hen mogelijk is.

Jeannine LEDUC.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 69, eerste gedachtestreepje, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996 en gewijzigd bij de wet van 18 april 2000, worden de woorden « tweeënveertig » en « achtentwintig » respectievelijk vervangen door de woorden « vierenveertig » en « dertig ».

18 juni 2002.

Jeannine LEDUC.
Philippe MAHOUX.
Marie NAGY.