2-409/2

2-409/2

Belgische Senaat

ZITTING 2001-2002

17 OKTOBER 2001


Wetsvoorstel houdende regeling van de autopsie na het onverwachte overlijden van een zuigeling


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN DE HEREN DESTEXHE EN MALMENDIER

Art. 2

Dit artikel aanvullen met de woorden :

« indien er geen vermoeden bestaat dat zij een niet-natuurlijke dood gestorven zijn ».

Verantwoording

De voorgestelde tekst is niet van toepassing indien er een vermoeden bestaat dat het kind een niet-natuurlijke dood gestorven is.

Alain DESTEXHE.
Jean-Pierre MALMENDIER.

Nr. 2 VAN DE HEREN DESTEXHE, MALMENDIER EN DEDECKER

Art. 3

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 3. ­ Aan iedere ouder van een kind dat overleden is voor het de volle leeftijd van twee jaar heeft bereikt, wordt een autopsie voorgesteld in het kader van een postmortaal onderzoek teneinde de doodsoorzaak te vinden. De beslissing van de ouders om de autopsie al dan niet te aanvaarden, wordt opgenomen in het medisch dossier van het kind. Indien de ouders het niet eens zijn, wordt de autopsie niet uitgevoerd. Indien de toestemming van beide ouders niet binnen 48 uren na het overlijden verkregen kan worden, wordt de wens van de aanwezige ouder ingewilligd. »

Verantwoording

De beslissing van de ouders, in positieve of negatieve zin, wordt in het medisch dossier opgenomen. Er is dus geen handtekening meer nodig om een autopsie toe te staan of te weigeren. Voor de ouders is dit waarschijnlijk de minst traumatiserende handelwijze.

Alain DESTEXHE.
Jean-Pierre MALMENDIER.
Jean-Marie DEDECKER.

Nr. 3 VAN DE HEREN DESTEXHE EN MALMENDIER

Art. 4

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 4. ­ Na de instemming van de ouders om een autopsie uit te voeren worden de kinderen die thuis overleden zijn, overgebracht naar het meest nabij gelegen referentiecentrum waar de autopsie kan worden uitgevoerd. De nadere regels voor het vervoer worden vastgelegd bij koninklijk besluit. »

Verantwoording

Gezien het geringe aantal betrokkenen, is het belangrijk dat zij overgebracht worden naar een referentiecentrum, waar zij zowel op psychologisch als op wetenschappelijk vlak naar behoren opgevangen kunnen worden.

Nr. 4 VAN DE HEREN DESTEXHE EN MALMENDIER

Art. 6

Dit artikel aanvullen met de woorden :

« in een referentiecentrum voor de wiegendood van zuigelingen ».

Verantwoording

Gezien het geringe aantal doden en hun geografische spreiding, moeten de autopsies uitgevoerd worden door enkele referentiecentra die hierin gespecialiseerd zijn, waar dit op de wetenschappelijk meest verantwoorde manier en met respect voor het stoffelijk overschot kan geschieden.

Nr. 5 VAN DE HEREN DESTEXHE EN MALMENDIER

Art. 9

In dit artikel, tussen de woorden « zo spoedig mogelijk« en « aan de ouders », de woorden « in een onderhoud » invoegen.

Verantwoording

De psychologische begeleiding is belangrijk. Men moet vermijden dat de resultaten per post verstuurd worden.

Nr. 6 VAN DE HEREN DESTEXHE EN MALMENDIER

Art. 9bis

Een nieuw artikel 9bis invoegen, luidende :

« Art. 9bis (nieuw). ­ Door de artsen en het begeleidingsteam in het raam van een referentiecentrum wordt psychisch-sociale hulp voorgesteld. »

Verantwoording

Zie amendement nr. 3.

Alain DESTEXHE.
Jean-Pierre MALMENDIER.

Nr. 7 VAN DE HEER MALMENDIER

Opschrift

In het voorgestelde opschrift, de woorden « het onverwachte overlijden » vervangen door de woorden « de wiegendood ».

Verantwoording

De werkingssfeer van deze tekst moet duidelijk beperkt blijven tot de gevallen van wiegendood. Andere vormen van overlijden van kinderen (door infectie of aangeboren afwijkingen, ...) moeten worden uitgesloten.

Nr. 8 VAN DE HEER MALMENDIER

(Subamendement op amendement nr. 2)

Art. 3

In dit artikel, de woorden « van een kind dat overleden is vóór het de volle leeftijd van twee jaar heeft bereikt » vervangen door de woorden « van een kind van minder dan één jaar, dat om onverklaarbare redenen is overleden ».

Verantwoording

Wiegendood heeft in het medisch jargon betrekking op kinderen van minder dan een jaar (een kind van twee jaar is geen zuigeling meer), van wie het overlijden onverklaarbaar blijft.

Nr. 9 VAN DE HEER MALMENDIER

(Subamendement op amendement nr. 2 van de heren Destexhe, Malmendier en Dedecker)

Art. 3

De laatste volzin van het voorgestelde artikel 3 doen vervallen.

Verantwoording

Wat gebeurt er als de arts 47 uren na het overlijden van het kind een autopsie voorstelt ? Dan heeft de afwezige ouder slechts één uur de tijd om te beslissen.

Wat belet een ouder die weet dat de partner van wie hij gescheiden is, tegen de autopsie gekant is, om met opzet 48 uren te laten voorbijgaan zodat de autopsie kan plaatsvinden ?

Nr. 10 VAN DE HEER MALMENDIER

(Subamendement op amendement nr. 2 van de heren Destexhe, Malmendier en Dedecker)

Art. 3

In dit artikel, de volzin « Indien de ouders het onderling niet eens zijn, wordt de autopsie niet uitgevoerd » vervangen door de volzin « Ingeval de ouders het onderling niet eens zijn of wanneer de mening van de ouders niet verkregen kan worden, wordt de autopsie niet uitgevoerd ».

Verantwoording

Het spreekt voor zich dat beide ouders toestemming moeten geven alvorens de autopsie kan worden uitgevoerd. Zonder toestemming kan geen autopsie plaatsvinden.

Er moet echter ook rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat de ouders hun kind aan een andere persoon hebben toevertrouwd en in het buitenland verblijven en/of niet binnen 48 uren te bereiken zijn. In dat geval kan die andere persoon niet alleen zijn toestemming geven. Enkel als de ouders het er onderling over eens raken, kan de autopsie worden uitgevoerd.

Jean-Pierre MALMENDIER.

Nr. 11 VAN DE HEER MONFILS

Art. 3

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 3. ­ De ouders van een kind van minder dan één jaar dat om onverklaarbare redenen is overleden, kunnen een autopsie aanvragen om de doodsoorzaak op te sporen.

De betrokken arts stelt de ouders in kennis van dat recht. De beslissing van de ouders om de autopsie al dan niet te laten uitvoeren, moet schriftelijk worden vastgesteld.

Dat stuk wordt gevoegd bij het medisch dossier van het kind. »

Philippe MONFILS.

Nr. 12 VAN DE REGERING

Art. 5

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 5. ­ Zijn beide ouders overleden, afwezig of onbekwaam verklaard, wordt het in artikel 3 bedoelde voorstel van autopsie, aan de voogd, de grootouders of de meerderjarige broers en zusters gedaan, die onder dezelfde voorwaarden en regelen als de ouders beslissen om de autopsie al dan niet te aanvaarden. »

Verantwoording

Vermits het geamendeerde artikel 3 niet alleen het recht om zich tegen autopsie te verzetten bevat, maar integendeel aan de ouders het recht toekent om de autopsie al dan niet te aanvaarden, moet artikel 5 in dezelfde zin herschreven worden.

Nr. 13 VAN DE REGERING

Art. 6

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 6. ­ De autopsie wordt, van zodra mogelijk na de in artikel 3 of 5 bedoelde beslissing om de autopsie te aanvaarden, uitgevoerd. Hierbij wordt maximaal rekening gehouden met de wensen van de ouders, in voorkomend geval de voogd, grootouders, broers en zussen, omtrent het tijdstip van de autopsie. »

Verantwoording

Er kunnen redenen zijn waarom het onmogelijk is een autopsie binnen de 48 uur na het overlijden uit te voeren. In ieder geval moeten de ouders, bij ontstentenis voogd, grootouders of broers en zussen, de tijd krijgen om sereen over het al dan niet geven van een toestemming te beslissen, ook wanneer zulks meer dan 48 uur vereist. Eens de beslissing tot aanvaarding van de autopsie genomen is, dient met de wensen van de ouders rekening gehouden te worden wat het tijdstip van uitvoering van de autopsie betreft. Bij voorkeur wordt het tijdstip van autopsie in samenspraak vastgelegd.