2-709/4 | 2-709/4 |
8 MEI 2001
Art. 2
In het voorgestelde artikel 6, § 1, V, eerste lid, de aanhef vervangen als volgt :
« Artikel 6, § 1, V. Het landbouwbeleid en de zeevisserij. De federale overheid blijft evenwel bevoegd voor : »
Verantwoording
Dit amendement strekt ertoe de tekst op een meer gepaste wijze te formuleren dan door het gebruik van het woord « onverminderd ». Op die manier bevestigt men in het dispositief de bevoegdheidsverdeling als omschreven in de artikelsgewijze toelichting, die bepaalt dat de aangelegenheden waarvoor de federale overheid bevoegd blijft, beperkend opgesomd worden.
Art. 2
In het voorgestelde artikel 6, § 1, V, eerste lid, punt 4 vervangen door de volgende bepaling :
« 4. De verrichtingen en opdrachten vereist voor het uitvoeren van de verordeningen, aanbevelingen en richtlijnen van de Europese Unie, inzonderheid van die welke voor de marktordening, de invoer, de doorvoer en de uitvoer noodzakelijk zijn, en van de verrichtingen welke tot de werkzaamheden van het Landbouwfonds behoren. »
Verantwoording
Volgens de afdeling wetgeving van Raad van State verdient het aanbeveling om de uitzonderingen op de bevoegdheid van de gewesten te formuleren in de vorm van aangelegenheden, niet in de vorm van instellingen. Dit amendement wil met die opmerking rekening houden. In plaats van het BIRB te vermelden, kan met andere woorden beter verwezen worden naar de aangelegenheden waarvoor het BIRB bevoegd is, als bedoeld in artikel 2 van de wet van 10 november 1967 houdende oprichting van het BIRB.
Art. 3
In het voorgestelde artikel 6, § 1, VI, eerste lid, 3º, de aanhef vervangen als volgt :
« Artikel 6, § 1, VI, 3º. Het afzet- en uitvoerbeleid. De federale overheid blijft evenwel bevoegd voor : »
Verantwoording
Dit amendement strekt ertoe de tekst op een meer gepaste wijze te formuleren dan door het gebruik van het woord « onverminderd ». Op die manier bevestigt men in het dispositief de bevoegdheidsverdeling als omschreven in de artikelsgewijze toelichting, die bepaalt dat de aangelegenheden waarvoor de federale overheid bevoegd blijft, beperkend opgesomd worden.
Art. 7
Het voorgestelde artikel 7, § 1, aanvullen met een vierde lid, luidende :
« De federale overheid blijft evenwel bevoegd voor de organisatie en de uitoefening van het administratief toezicht op de gemeenten opgesomd in artikel 7 van de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 8 juli 1966, en op de gemeenten Komen-Waasten en Voeren. »
Verantwoording
Door de ontworpen bepaling zal het Vlaamse Gewest de randgemeenten in alle stadia kunnen controleren : vanaf het ogenblik dat herhaaldelijk is aangetoond dat het Vlaamse Gewest de gemeentelijke autonomie van de randgemeenten niet heeft gerespecteerd door zijn bevoegdheid van administratief toezicht uit te oefenen.
Dit amendement stelt dus voor dat de federale overheid niet alleen bevoegd wordt voor de organisatie van het administratief toezicht zoals bepaald in artikel 6, § 2, van de wet van 8 augustus 1988 (over de acht gemeenten) maar ook voor het uitoefenen van dat toezicht.
Door de federale bevoegdheid ten aanzien van de gemeenten te bekrachtigen, zal het mogelijk zijn op een meer efficiënte manier de rechten te waarborgen van de Franstaligen van de betrokken gemeenten en meer in het bijzonder die van hun openbare mandatarissen.
Art. 9
Het voorgestelde artikel 16bis aanvullen met een tweede lid, luidende :
« Onder garanties worden verstaan, alle bepalingen van internationaal recht, van Europees recht, alsook alle grondwettelijke, wettelijke en reglementaire bepalingen die een stelsel invoeren ter bescherming van particulieren en openbare mandatarissen in de gemeenten bedoeld in de artikelen 7 en 8 van de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken. »
Verantwoording
Dit amendement wil de rechtszekerheid van particulieren en openbare mandatarissen van de gemeenten met een bijzonder taalstatuut in de tekst zelf van het dispositief verhogen, door aan het begrip « garanties » een wettelijke inhoud te geven, die alle bepalingen inhoudt waarin het internationaal recht en het Belgisch positief recht voorzien.
Art. 10
Het voorgestelde artikel 16ter vervangen als volgt :
« Art. 16ter. Tot de schorsing van een norm of een handeling kan worden besloten door het Arbitragehof of door de algemene vergadering van de afdeling administratie van de Raad van State indien ernstige middelen de vernietiging van de norm of de handeling rechtvaardigen op grond van artikel 16bis. »
Verantwoording
Naar het voorbeeld van wat in het ontwerp van bijzondere wet in artikel 4 wordt bepaald met betrekking tot de tuchtregeling voor burgemeesters, heeft dit amendement tot doel de algemene vergadering van de afdeling administratie van de Raad van State de bevoegdheid te verlenen om te beslissen over mogelijke schendingen door administratieve handelingen ten aanzien van de garanties die de Franstaligen genieten van de gemeenten genoemd in artikel 7 van de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, alsook de Nederlandstaligen, Franstaligen en Duitstaligen in de gemeenten opgesomd in artikel 8 van diezelfde wetten.
De algemene vergadering van de afdeling administratie van de Raad van State lijkt meer waarborgen te kunnen geven voor objectiviteit en onpartijdigheid wat betreft het onderzoek van geschillen in verband met het bijzonder taalstatuut van die gemeenten.
Art. 14
Het voorgestelde artikel 80 vervangen als volgt :
« Met uitzondering van de gemeenten genoemd in de artikelen 7 en 8 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, waarvoor het voorafgaand eensluidend advies van de betrokken gewestregering niet is vereist, is het eensluidend advies van de Vlaamse regering of van de Waalse regering, al naar het geval, vereist vóór iedere beraadslaging in de Ministerraad over een voorontwerp van wet tot samenvoeging van gemeenten of over een koninklijk besluit tot samenvoeging van gemeenten met toepassing van de wet van 23 juli 1971 betreffende de samenvoeging van gemeenten en de wijziging van hun grenzen. »
Verantwoording
Dit amendement heeft tot doel de volledige bevoegdheid van de federale overheid voor elke fusie van gemeenten te bevestigen, wanneer het gemeenten met een bijzonder taalstatuut betreft; ten aanzien van die gemeenten zal het gelijkluidend advies van de betrokken gewestregering niet worden vereist, waardoor het mogelijk zal zijn alle besluiteloosheid te vermijden, vooral vanwege de Vlaamse regering in aangelegenheden die betrekking hebben op de faciliteitengemeenten.
François ROELANTS DU VIVIER. |
Een artikel 11bis (nieuw) invoegen, luidend als volgt :
« Art. 11bis. § 1. Artikel 24, § 1, eerste lid, 2º, eerste zin, van de dezelfde bijzondere wet wordt vervangen als volgt :
« 2º de 6 leden die hun woonplaats op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben en in die hoedanigheid rechtstreeks verkozen zijn in overeenstemming met artikel 30, § 1, eerste lid.
§ 2. Artikel 24, § 1, eerste lid, 2º, tweede zin, van dezelfde bijzondere wet wordt geschrapt. »
Verantwoording
Het gaat erom punt 6 van het Lombardakkoord toe te passen om de zes Brusselse leden van de Vlaamse Raad in die hoedanigheid rechtstreeks te verkiezen, hetgeen in overeenstemming is met artikel 116, § 2, eerste lid, van de Grondwet.
Een artikel 11ter (nieuw) invoegen, luidend als volgt :
« Art. 11ter. § 1. In artikel 24bis, § 1, 4º, a), van dezelfde bijzondere wet, waarvan de huidige tekst het eerste lid vormt, worden de woorden « voor de Vlaamse Raad » vervangen door de woorden « voor de leden van de Vlaamse Raad bedoeld in artikel 24, § 1, eerste lid, 1º. »
§ 2. In hetzelfde artikel 24bis, § 1, 4º, a), van dezelfde bijzondere wet wordt een tweede lid ingevoegd, luidend : « voor de leden van de Vlaamse Raad bedoeld in artikel 24, § 1, eerste lid, 2º, in een gemeente die deel uitmaakt van het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in overeenstemming daarmee ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van die gemeente.
§ 3. In artikel 24bis, § 5, eerste lid, van dezelfde bijzondere wet worden de woorden « De leden van de Nederlandse taalgroep van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad die overeenkomstig artikel 24, § 1, lid van de Vlaamse Raad zijn, maar » vervangen door de woorden « De leden van de Vlaamse Raad bedoeld in artikel 24, § 1, eerste lid, 2º. » De woorden « bij de verkiezingen van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad » en de woorden « van dezelfde taalgroep als deze leden » worden geschrapt ».
Verantwoording
Aangezien de zes Brusselse leden van de Vlaamse Raad, die voortaan rechtstreeks verkozen worden krachtens artikel 24, § 1, eerste lid en 2º, hun woonplaats in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moeten hebben, worden de bepalingen betreffende de woonplaats van de leden van de Vlaamse Raad dienovereenkomstig aangepast.
Een artikel 11quater (nieuw) invoegen, luidend als volgt :
« Art. 11 quater. In artikel 30 van dezelfde bijzondere wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º § 1, eerste lid, wordt vervangen door de volgende bepalingen :
« De artikelen 13 tot 19 en 21 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen zijn, mits de nodige aanpassingen, van toepassing bij de verkiezing van de leden van de Vlaamse Raad bedoeld in artikel 24, § 1, eerste lid, 2º, van deze wet.
Bij de toepassing van die artikelen dient er « Vlaamse Raad » in plaats van « Raad » te worden gelezen.
2º In § 1, tweede lid, worden de woorden « § 1, eerste lid, 2º, tweede zin, en », de woorden « van de Vlaamse Raad en », het woord « respectievelijk » en de woorden « de Vlaamse Raad en » geschrapt.
3º in § 1, derde lid, worden de woorden « §1, eerste lid, 2º, tweede zin, en » geschrapt.
4º in § 1, vierde lid, worden de woorden « de Vlaamse Raad of » geschrapt.
5º in § 1, vijfde lid, worden de woorden « de Vlaamse Raad of » geschrapt.
6º in § 3, eerste lid, worden de woorden « in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad » geschrapt.
7º in § 3, tweede lid, worden de woorden « Doet een overeenkomstig § 1 gekozen lid afstand of », de woorden « § 1, eerste lid, 2º, tweede zin en » en de woorden « de Nederlandse of » geschrapt.
8º Er wordt een § 4 (nieuw) ingevoegd, luidend als volgt :
« § 4. Wat de verkiezing van de in artikel 24, § 1, eerste lid, 2º, bedoelde leden betreft, worden het resultaat van de algemene telling van de stemmen en de naam van de gekozenen bekendgemaakt door het gewestbureau bedoeld in artikel 16 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen en toegestuurd aan de Vlaamse Raad. »
Verantwoording
De bepalingen van artikel 30 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen worden aangepast aan de nieuwe rechtstreekse verkiezing van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad. De bepalingen met betrekking tot de verkiezing van de Brusselse leden van de Franse Gemeenschapsraad blijven ongewijzigd.
Een artikel 17bis (nieuw) invoegen, luidend als volgt :
« Art. 17bis. In artikel 10 van dezelfde wet wordt het getal « 75 » vervangen door het getal « 89. »
Verantwoording
Dit amendement wordt ingediend om punt 4 van het Lombardakkoord uit te voeren.
Het aantal leden van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad wordt verhoogd om de goede werking van de communautaire componenten van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad te verzekeren, in het bijzonder om de werkomstandigheden van de leden van de minst talrijke taalgroep te verbeteren.
De verdeling van de 89 zetels tussen 17 zetels voor de Nederlandse taalgroep en 72 voor de Franse taalgroep wordt geregeld door artikel 20, § 2, zoals gewijzigd bij amendement.
Een artikel 17ter (nieuw) invoegen, luidend als volgt :
« Art. 17ter. Artikel 10bis van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
« Art. 10bis. § 1 . Het lid van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad dat door de Raad gekozen is tot lid van de regering of tot gewestelijk staatssecretaris, houdt onmiddellijk op zitting te hebben en neemt zijn mandaat weer op wanneer zijn ambt van lid van de regering of van staatssecretaris eindigt. Hij wordt vervangen door de eerste opvolger van de lijst waarop hij gekozen is die in aanmerking komt.
Het lid van de regering of de gewestelijke staatssecretaris die ontslag heeft genomen kan echter na de volledige vernieuwing van de Raad zijn ambt van lid van de regering of van staatssecretaris verenigen met het mandaat van lid van de Raad tot de verkiezing van een nieuwe regering.
§ 2. Het lid van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad dat tot lid van de Vlaamse regering of van de regering van de Franse Gemeenschap is gekozen houdt onmiddellijk op zitting te hebben en neemt zijn mandaat opnieuw op wanneer zijn ambt van lid van de regering eindigt. Hij wordt vervangen door de eerste opvolger van de lijst waarop hij gekozen is die in aanmerking komt.
Het lid van een regering dat ontslag heeft genomen kan na een volledige vernieuwing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad zijn ambt van lid van de regering verenigen met het mandaat van lid van de Raad tot de verkiezing van een nieuwe regering.
§ 3. De vervanger van het lid in de Raad bedoeld in de §§ 1 en 2 en in artikel 12, § 3, geniet het statuut van lid van de Raad.
In geval van ontslag in de loop van de zittingsperiode van een lid van de regering of van een staatssecretaris bedoeld in § 1, neemt het lid van de Raad dat hem heeft vervangen zijn plaats van eerste opvolger van de lijst waarop hij gekozen is weer in. Hetzelfde geldt voor een ontslag in de loop van de zittingsperiode van een lid van een regering bedoeld in § 2 of van een minister of staatssecretaris bedoeld in artikel 12, § 3.
Verantwoording
Dit amendement dient om punt 3 van het Lombardakkoord uit te voeren. De opvolgers die de leden van de regering of de gewestelijke staatssecretarissen vervangen tijdens de duur van hun uitvoerend mandaat, hebben zitting als volwaardig parlementslid in navolging van de regels die van toepassing zijn in alle parlementaire assemblees van het land.
Een artikel 17quater (nieuw) invoegen, luidend als volgt :
« Art. 17quater. In artikel 12, § 2, van dezelfde bijzondere wet wordt een nieuw lid ingevoegd tussen het tweede en het derde lid, luidend als volgt :
« Bovendien is het mandaat van lid van de Raad niet verenigbaar met het mandaat van lid van de Vlaamse Raad. »
Verantwoording
Aangezien de Brusselse leden van de Vlaamse Raad voortaan rechtstreeks verkozen worden met toepassing van punt 6 van het Lombardakkoord, wordt er een onverenigbaarheid ingesteld om te voorkomen dat dit mandaat gecumuleerd wordt met het mandaat van lid van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad.
Een artikel 17quinquies (nieuw) invoegen, luidend als volgt :
« Art. 17quinquies. Artikel 14 van dezelfde bijzondere wet wordt aangevuld met het volgende lid :
« Alleen de kiezers die hun stem niet uitbrengen op een lijst van kandidaten die tot de Franse taalgroep behoren, in overeenstemming met artikel 17, kunnen eveneens de Brusselse leden van de Vlaamse Raad bedoeld in artikel 24, § 1, eerste lid, 2º, van de bijzondere wet verkiezen. »
Verantwoording
Dit amendement wordt ingediend om punt 6 van het Lombardakkoord uit te voeren.
Het is logisch dat alleen de kiezers die hun stem uitbrengen op een lijst van kandidaten die tot de Nederlandse taalgroep van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad behoren, of die zich bij deze verkiezing onthouden, mogen stemmen bij de verkiezing van de Brusselse vertegenwoordigers in de Vlaamse Raad. Het feit dat deze vertegenwoordigers voortaan rechstreeks verkozen worden, zou niets aan deze situatie mogen veranderen.
Een artikel 17sexies (nieuw) invoegen, luidend als volgt :
« Art. 17sexies. Aan artikel 16bis van dezelfde bijzondere wet, waarvan de huidige tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd, luidend als volgt :
« § 2. Binnen de 7 dagen die volgen op de definitieve vaststelling van de lijsten, kunnen twee of meer lijsten van kandidaten van eenzelfde taalgroep met elkaar verbonden worden met het oog op de toepassing van artikel 20. Een lijst waarvoor geen verklaring van lijstenverbinding wordt afgelegd, wordt geacht een groep te vormen met het oog op de toepassing van artikel 20. »
Verantwoording
Dit amendement wordt ingediend om punt 1.1 van het Lombardakkoord toe te passen.
Deze bepaling moet samen gelezen worden met het nieuwe artikel 20, § 2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, zoals gewijzigd bij deze wet (amendement nr. 105).
In elke taalgroep zullen de kieslijsten met elkaar verbonden kunnen worden om een groep te vormen. De toewijzing van de zetels in de taalgroep gebeurt in een eerste fase tussen de lijstengroepen. De lijsten waarvoor geen verklaring van lijstenverbinding is afgelegd, worden in die eerste fase als groepen beschouwd. In tweede fase worden de zetels verdeeld tussen de lijsten die een groep vormen volgens de regels vervat in het nieuwe artikel 20, § 2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, zoals gewijzigd bij deze wet.
Een artikel 17septies (nieuw) invoegen, luidend als volgt :
« Art. 17septies. In dezelfde bijzondere wet wordt een artikel 16ter nieuw ingevoegd, luidend als volgt :
« De voordracht van de kandidaten voor de verkiezing tot lid van de Vlaamse Raad bedoeld in artikel 24, § 1, eerste lid, 2º, van de bijzondere wet gebeurt tegelijk en volgens dezelfde modaliteiten als de voordracht van de kandidaten voor het mandaat van lid van de Raad.
Verantwoording
Dit amendement wordt ingediend om ervoor te zorgen dat twee afzonderlijke stemmingen, namelijk voor de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en voor de verkiezing van de zes Brusselse leden van de Vlaamse Raad, op hetzelfde tijdstip worden gehouden. Voor laatstgenoemde verkiezing mogen eveneens opvolgers worden voorgedragen.
Een artikel 17octies (nieuw) invoegen, luidend als volgt :
« Art. 17octies. In artikel 18 van dezelfde bijzondere wet wordt een nieuw lid ingevoegd, luidend als volgt :
« De lijsten die met toepassing van artikel 16ter van deze wet worden voorgedragen, staan in het deel van het stembiljet met de lijsten van de kandidaten voor de Raad die tot de Nederlandse taalgroep behoren en meer bepaald erna. »
Verantwoording
Bedoeling is ervoor te zorgen dat de twee afzonderlijke stemmingen tegelijk worden gehouden. Voor het overige is de verantwoording dezelfde als voor amendement nr. 101.
Een artikel 17nonies (nieuw) invoegen, luidend als volgt :
« Art. 17nonies. § 1. Artikel 20, § 2, van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepalingen :
« § 2. Alvorens over te gaan tot de verdeling van de toe te wijzen zetels, worden 72 zetels omgeslagen over alle lijstengroepen van kandidaten van de Franse taalgroep en worden 17 zetels omgeslagen over alle lijstengroepen van kandidaten van de Nederlandse taalgroep.
Het gewestbureau berekent voor elke taalgroep een kiesdeler door het algemene totaal van de stembrieven waarmee een geldige stem wordt uitgebracht op de lijsten van kandidaten van een taalgroep te delen door 72 voor de Franse taalgroep en door 17 voor de Nederlandse taalgroep. Het kiescijfer van elke groep van lijsten wordt gevormd door de optelling van het aantal stembrieven waarmee een geldige stem wordt uitgebracht op de lijsten van die groep.
Het gewestbureau deelt de kiescijfers van de groepen van lijsten door de kiesdeler die op hen betrekking heeft en stelt voor elke groep van lijsten het kiesquotiënt vast, waarvan de eenheden overeenkomen met het aantal onmiddellijk verworven zetels. Het deelt vervolgens die kiescijfers achtereenvolgens door 1, 2, 3, enz. als de groep nog geen enkele definitief verworven zetel zou hebben; door 2, 3, 4, enz. als de groep slechts één enkele verworven zetel zou hebben; door 3, 4, 5, enz., als de groep twee zetels zou hebben verworven; enzovoort. De eerste deling gebeurt telkens door een cijfer dat gelijk is aan het totale aantal zetels dat de groep zou halen als ze de eerste van de nog toe te wijzen zetels zou krijgen.
Het bureau rangschikt de quotiënten volgens hun grootte tot een aantal quotiënten wordt verkregen dat gelijk is aan het nog toe te wijzen aantal zetels : bij elke nuttige quotiënt wordt een extra zetel toegekend aan de groep waarop het betrekking heeft. Bij gelijke quotiënten wordt de overblijvende zetel toegekend aan de groep van lijsten met het hoogste kiescijfer.
§ 2. Aan artikel 20 van dezelfde bijzondere wet wordt een § 3 toegevoegd luidend :
« § 3. Het gewestbureau verdeelt vervolgens indien nodig, de zetels die elke groep van lijsten aldus behaald heeft, onder de lijsten waaruit de groep bestaat en gaat over tot de zetelverdeling volgens de regels vervat in de artikelen 29ter, 29quater, 29octies en 29nonies van de bijzondere wet. »
Verantwoording
Dit amendement dient om de punten 1.1. en 4 van het bijgaande akkoord uit te voeren.
Het aantal leden van de Franse taalgroep wordt vastgesteld op 72 en het aantal leden van de Nederlandse taalgroep wordt vastgesteld op 17.
Voor elke taalgroep wordt een eigen kiesdeler berekend.
Voor het overige wordt verwezen naar de commentaar bij het nieuwe artikel 16bis zoals gewijzigd bij deze wet (amendement nr. 102).
Hoofdstuk II aanvullen met een artikel 19bis (nieuw), luidend als volgt :
« Art. 19bis. Artikel 28, tweede lid, 3º, eerste lid, van dezelfde wet, wordt aangevuld met de volgende bepalingen :
« Indien de meerderheid in elke taalgroep niet bereikt is wordt tot een tweede stemming overgegaan die niet na minder dan dertig dagen na de eerste stemming mag plaatshebben. In dit geval wordt het reglement gewijzigd bij volstrekte meerderheid van de stemmen en bij ten minste een derde van de stemmen uitgebracht in elke taalgroep. »
Verantwoording
Het gaat erom punt 1.3 van het bijgevoegde akkoord uit te voeren.
Deze bepaling voert een mechanisme in waardoor het risico dat de werking van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad wordt geblokkeerd, kan worden vermeden. Het vereiste van een stemming bij volstrekte meerderheid van de stemmen in elke taalgroep wordt in hoofdorde behouden.
Indien deze dubbele meerderheid evenwel niet bereikt wordt na een termijn van dertig dagen kan tot een tweede stemming worden overgegaan waarvoor een volstrekte meerderheid van de stemmen en ten minste een derde van de stemmen in elke taalgroep vereist zijn.
De combinatie van die twee regels zorgt aldus voor een evenwicht tussen het vereiste van een voldoende bescherming van de minst talrijke taalgroep en de noodzaak om de goede werking van de vergadering te garanderen.
Hoofdstuk II aanvullen met een artikel 19ter (nieuw), luidend als volgt :
« Art. 19ter. Aan artikel 28 van dezelfde wet wordt een lid toegevoegd luidend als volgt :
« Bovendien worden de ordonnanties vastgesteld krachtens artikel 6, § 1, VIII, 1º tot 5º, van de bijzondere wet goedgekeurd bij de volstrekte meerderheid van de stemmen en bij de volstrekte meerderheid in elke taalgroep. Indien de volstrekte meerderheid in elke taalgroep evenwel niet bereikt is, wordt overgegaan tot een tweede stemming die niet na minder dan dertig dagen na de eerste stemming mag plaatshebben. In dit geval wordt de ordonnantie goedgekeurd bij de volstrekte meerderheid van de stemmen en bij ten minste een derde van de stemmen in elke taalgroep. »
Verantwoording
Het gaat erom punt 2 van het bijgaande akkoord uit te voeren.
Deze bepaling voorziet in de regels voor de meerderheid die vereist is om de ordonnanties in verband met de samenstelling, organisatie, bevoegdheid en werking van de gemeentelijke instellingen, het veranderen of corrigeren van de grenzen van de gemeenten, de samenstelling, organisatie, bevoegdheid en werking van de instellingen van de agglomeraties en federaties van gemeenten, de verkiezing van de gemeentelijke en binnengemeentelijke organen, alsook van de agglomeraties en federaties van gemeenten, met inbegrip van de controle op de hierop betrekking hebbende verkiezingsuitgaven, het tuchtstelsel voor de burgemeesters, en dit ten gevolge van de overdracht van deze bevoegdheden aan de gewesten. Omdat het noodzakelijk is voor een grotere bescherming te zorgen van de minst talrijke taalgroep staan voor de regels voor de meerderheid de regels die gelden voor de ordonnanties goedgekeurd door de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie model.
Hoofdstuk II aanvullen met een artikel 19quater (nieuw), luidend als volgt :
« Artikel 19quater. Artikel 35, § 2, van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
« § 2. Ingeval geen akkoord tot stand gekomen is :
1º wordt de voorzitter van de regering verkozen bij geheime stemming en bij volstrekte meerderheid van de leden van de Raad; de voordrachten van kandidaten voor het voorzitterschap van de regering moeten worden ondertekend door ten minste vijf leden van de Raad;
2º worden de ministers bij geheime stemming verkozen in zoveel afzonderlijke stemmingen als er leden te verkiezen zijn, bij volstrekte meerderheid van de leden van de Raad; de voordrachten van kandidaten moeten worden ondertekend door de volstrekte meerderheid van de leden van de taalgroep waartoe zij behoren.
Indien de volstrekte meerderheid voorgeschreven in het eerste lid, 2º, niet bereikt is, wordt een nieuwe verkiezing gehouden binnen een termijn die niet korter mag zijn dan dertig dagen. In dit geval moeten de voordrachten van kandidaten naargelang van het geval worden ondertekend door de volstrekte meerderheid van de leden van de Franse taalgroep of, niettegenstaande artikel 10, de volstrekte meerderheid van de leden van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, die overeenkomstig artikel 60, vijfde lid, van deze wet is samengesteld.
Ingeval kandidaten worden voorgedragen die geen lid zijn van de Raad, wordt vermeld tot welke taalgroep zij worden geacht te behoren voor de toepassing van de regels bedoeld in de artikelen 34, § 1, 35, § 4, 36, voorlaatste lid, 37, § 2, 41, § 2, tweede lid, 53, voorlaatste lid, 60, tweede en derde lid, en 74bis. Niemand mag meer dan een voordracht per mandaat ondertekenen. »
Verantwoording
Het gaat erom punt 1.2 van het Lombardakkoord uit te voeren.
Om de blokkering van de instellingen te vermijden worden, ingeval er geen akkoord is om de ministers te verkiezen overeenkomstig artikel 35, § 1, van de bijzondere wet met betrekking tot de Brusselse instellingen, de andere ministers dan de minister-président verkozen bij volstrekte meerderheid van de leden van de Raad, op voordracht van de volstrekte meerderheid van de leden van hun taalgroep.
Bij gebrek aan een volstrekte meerderheid van de leden van de Raad wordt na dertig dagen een tweede voordracht gehouden.
De ministers worden dan, naargelang het geval, verkozen bij volstrekte meerderheid van de leden van de Raad, op voordracht van de volstrekte meerderheid van de leden van de Franse taalgroep of van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie samengesteld overeenkomstig artikel 60, lid 5 (amendement nr. 113).
Hoofdstuk II aanvullen met een artikel 19quinquies (nieuw), luidend als volgt :
« Artikel 19quinquies. In artikel 35, § 3bis, van dezelfde bijzondere wet wordt een nieuw lid ingevoegd luidend als volgt :
« Niemand kan tegelijk lid van de Brusselse Hoofdstedelijke regering en lid van de Vlaamse Raad zijn. Het lid van de regering of de gewestelijke staatssecretaris die ontslag heeft genomen, kan echter na de volledige vernieuwing van de Vlaamse Raad zijn ambt van lid van de regering of van staatssecretaris verenigen met het mandaat van lid van de Vlaamse Raad tot de verkiezing van een nieuwe regering. »
Verantwoording
De verkiezing van de leden van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en die van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad worden voortaan gescheiden zodat die twee mandaten niet meer kunnen worden gecumuleerd. Het is logisch dat de hoedanigheid van lid van de Brusselse Hoofdstedelijke regering niet kan worden gecumuleerd met die van lid van de Vlaamse Raad.
Hoofdstuk II aanvullen met een artikel 19sexies (nieuw), luidend als volgt :
« Artikel 19sexies. In dezelfde bijzondere wet wordt in artikel 36, § 1, tussen het zesde lid en het zevende lid een nieuw lid ingevoegd luidende :
« Wanneer evenwel, in geval van toepassing van artikel 35, § 2, tweede lid, zo'n motie gericht is tegen een lid van de regering dat tot de Nederlandse taalgroep behoort, moet zij, niettegenstaande artikel 10, worden aangenomen bij volstrekte meerderheid van de leden van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, samengesteld overeenkomstig artikel 60, vijfde lid, van deze wet. »
Verantwoording
Tegen een lid van de regering kan uiteraard slechts dan een motie van wantrouwen worden gericht als het is aangenomen door een assemblee die op dezelfde wijze is samengesteld als die welke heeft bijgedragen tot zijn voordracht. Deze bepaling draagt er eveneens toe bij dat de blokkering van de Brusselse instellingen wordt vermeden overeenkomstig punt 1.2, laatste lid, van het Lombardakkoord. Overeenkomstig artikel 41, § 4, van dezelfde wet, die ongewijzigd blijft, vallen de moties van wantrouwen gericht tegen de staatssecretarissen onder de toepassing van dezelfde bepalingen.
Hoofdstuk II aanvullen met een artikel 19septies (nieuw), luidend als volgt :
« Art. 19septies. Artikel 41, § 3, tweede lid, van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende leden :
« De gewestelijke staatssecretarissen worden bij geheime stemming verkozen in zoveel afzonderlijke stemmingen als er staatssecretarissen te verkiezen zijn, bij volstrekte meerderheid van de leden van de Raad. De voordrachten van kandidaten moeten worden ondertekend door de volstrekte meerderheid van de leden van de taalgroep waartoe zij behoren.
Indien de volstrekte meerderheid niet bereikt is, wordt door de Raad een nieuwe stemming gehouden binnen een termijn die niet korter mag zijn dan dertig dagen. In dit geval moeten de voordrachten van kandidaten naargelang van het geval worden ondertekend door de volstrekte meerderheid van de leden van de Franse taalgroep of , niettegenstaande artikel 10, door de volstrekte meerderheid van de leden van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, die is samengesteld overeenkomstig artikel 60, vijfde lid, van deze wet.
Voor het geval dat gewestelijke staatssecretarissen worden verkozen die geen lid zijn van de Raad, wordt vermeld tot welke taalgroep zij worden geacht te behoren voor de toepassing van de regels bedoeld in § 2, tweede lid, in § 4 en in artikel 60, tweede en derde lid.
Zij worden in de volgorde waarin zij worden verkozen en met inachtneming van het tweede lid van § 2, toegevoegd aan de leden van de regering die de groepen van aangelegenheden bedoeld in artikel 53, tweede lid, van deze wet hebben gekozen. Artikel 60, § 3, derde en vierde lid, van de bijzondere wet is in een zodanig geval van toepassing. »
Verantwoording
Het gaat erom punt 1.2 van het Lombardakkoord uit te voeren. In geval van onenigheid in de regering over de voorstellen van staatssecretarissen binnen drie maanden na de eedaflegging stemt deze bepaling hun wijze van verkiezing af op die welke van toepassing is op de ministers luidens het nieuwe artikel 35, § 2. Hetzelfde procédé om eventuele crisissen op te lossen zou in ieder geval moeten worden toegepast. Voor het overige is de structuur van de tekst beter leesbaar gemaakt door de indeling in leden.
Hoofdstuk II aanvullen met een artikel 19octies (nieuw), luidend als volgt :
« Art. 19octies. Artikel 60 van dezelfde wet wordt aangevuld met drie leden luidend als volgt :
« Voor de bevoegdheden die de Vlaamse Gemeenschapscommissie alleen uitoefent omvat de in het derde lid bedoelde taalgroep bovendien vijf leden die overeenkomstig artikel 60bis van deze wet worden verkozen.
Binnen de beperkingen van artikel 25 van onderhavige wet en onverminderd artikel 83, bepaalt de Vergadering van de Vlaamse Gemeenschapscommissie het bedrag van de aan deze vijf leden toegekende vergoeding, alsook hun pensioenstelsel en de terugbetaling van hun verplaatsingskosten.
De lasten die voortvloeien uit de toepassing van de leden 5 en 6 van onderhavig artikel worden gefinancierd middels de begroting van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. »
Verantwoording
Om de werking van de Vlaamse Gemeenschapscommissie te verbeteren worden vijf leden die worden gekozen overeenkomstig het nieuwe artikel 60bis van de bijzondere wet met betrekking tot de Brusselse instellingen, toegevoegd aan de Nederlandse taalgroep. Die uitbreiding is slechts geldig voor de uitoefening van de bevoegdheden bedoeld in de artikelen 64, § 1, 65, 66, 67 en 83quinquies, § 3, voor zover de Vlaamse Gemeenschapscommissie ze alleen uitoefent. Er zij opgemerkt dat in zeer uitzonderlijke gevallen die worden opgesomd in de nieuwe tekst van de artikelen 35, § 2, 36, §1, zesde lid en 41, § 3, de Nederlandse taalgroep samengesteld krachtens deze bepaling, in voorkomend geval leden van de regering die tot de Nederlandse taalgroep behoren een of meer staatssecretarissen die er eveneens toe behoren moet voordragen en moties van wantrouwen die tegen hen individueel zijn gericht kunnen aannemen.
Hoofdstuk II aanvullen met een artikel 19novies (nieuw), luidend als volgt :
« Art. 19novies. In dezelfde bijzondere wet wordt een nieuw artikel 60bis ingevoegd, luidend :
« Voor de aanwijzing van de leden bedoeld in artikel 60, vijfde lid, van deze wet wijst het gewestbureau bedoeld in artikel 20, § 2, van deze wet de zetels toe aan de lijsten die tot de Nederlandse taalgroep behoren en voor de verkiezing van de Raad zijn voorgedragen. Deze toewijzing wordt bepaald door de rangschikking van de quotiënten die worden verkregen wanneer het totale kiescijfer dat elke lijst in elk kiesdistrict voor de Vlaamse Raad heeft gehaald, achtereenvolgens door 1, 2, 3, 4, 5, enz. wordt gedeeld.
Een lijst die tot de Nederlandse taalgroep behoort en voor de verkiezing van de Raad voorgedragen wordt, krijgt de quotiënten behaald door de lijst met hetzelfde letterwoord bij de rechtstreekse verkiezing van de leden van de Vlaamse Raad.
De quotiënten die zijn behaald door een lijst voorgedragen voor de rechtstreekse verkiezing van de leden van de Vlaamse Raad, worden toegekend aan een lijst met een verschillend letterwoord die tot de Nederlandse taalgroep behoort en die voor de verkiezing van de Raad is voorgedragen, wanneer ze in die zin een verklaring hebben afgelegd bij het voordragen van hun lijst.
Ingeval lijsten met elkaar verbonden worden ter uitvoering van artikel 16bis van deze wet, krijgen de betrokken lijsten de som van de quotiënten behaald door de andere lijsten die hetzelfde of een overeenkomstig letterwoord hebben in overeenstemming met het vorige lid en die voor de rechtstreekse verkiezing van de leden van de Vlaamse Raad zijn voorgedragen.
Op elke lijst worden de leden overeenkomstig artikel 172 van het Kieswetboek aangewezen onder de kandidaten die niet voor de Raad zijn verkozen. »
Verantwoording
Dit amendement wordt ingediend om punt 5 van het Lombardakkoord uit te voeren en te bepalen hoe de vijf leden die, met toepassing van het nieuwe artikel 60, vijfde lid, van de bijzondere wet met betrekking tot de Brusselse instellingen, toegevoegd worden aan de Nederlandse taalgroep, worden verkozen. De vijf zetels worden verdeeld tussen de kieslijsten die tot de Nederlandse taalgroep behoren en voor de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad zijn voorgedragen volgens de evenredige vertegenwoordiging van de overeenkomstige lijsten in de Vlaamse Raad. Op die lijsten worden de eerste niet-gekozen kandidaten aangewezen volgens de gebruikelijke regels voor de aanwijzing van de gekozenen. Ingeval de verschillende lijsten vooraf met elkaar verbonden werden, krijgen de verbonden lijsten naar evenredigheid het aantal zetels dat de overeenkomende lijsten in de Vlaamse Raad hebben behaald. Voor het overige zullen artikel 10 van de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop de Brusselse Hoofdstedelijke Raad wordt verkozen en artikel 12 van de wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur dienovereenkomstig aangepast worden.
De evenredige verdeling van de zetels is weliswaar gebaseerd op de regeling voor de Vlaamse Raad. Ten einde de goede werking van de communautaire componenten van de Brusselse instellingen te verzekeren en de blokkering ervan te vermijden, is de verdeling van de zetels gebaseerd op de regeling voor de Vlaamse Raad. Deze regeling ondersteunt de regeling die krachtens artikel 20, § 2, (nieuw) van de bijzondere wet met betrekking tot de Brusselse instellingen bepaalt dat de Nederlandse taalgroep 17 leden telt.
Hoofdstuk II aanvullen met een artikel 19decies (nieuw), luidend als volgt :
« Artikel 19 decies. Artikel 72, lid 4 van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt :
« Als deze meerderheid niet gehaald wordt in een taalgroep, wordt een tweede stemming gehouden. In dat geval wordt de resolutie aangenomen bij volstrekte meerderheid van de stemmen van de verenigde vergadering en met minstens een derde van de stemmen in elke taalgroep. Voor de ordonnanties bedoeld in artikel 68, § 1, van deze wet en voor de verordeningen van de verenigde vergadering bepaald in artikel 72, eerste lid, mag deze tweede stemming, doordat ze verwijst naar artikel 44 van de bijzondere wet, niet vroeger dan dertig dagen na de eerste stemming worden gehouden. »
Verantwoording
Dit amendement wordt ingediend om punt 1.3 van het Lombardakkoord toe te passen. Voor het overige wordt verwezen naar de verantwoording van amendement nr. 106.
Deze bepaling voert een mechanisme in om te voorkomen dat de werking van de verenigde vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie permanent geblokkeerd wordt. De volstrekte meerderheid van de stemmen in elke taalgroep blijft de hoofdregel.
Als die dubbele meerderheid na een termijn van dertig dagen niet kan worden gehaald, kan een tweede stemming worden gehouden waarbij een volstrekte meerderheid van de stemmen en minstens een derde van de in elke taalgroep uitgebrachte stemmen vereist zijn.
De combinatie van deze regels zorgt aldus voor een evenwicht tussen een voldoende bescherming van de taalminderheden en de noodzaak om de goede werking van de verenigde vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie te verzekeren.
In hoofdstuk III artikel 21 aanvullen met de woorden « behalve de artikelen 11bis, 11ter, 11quater, [11quinquies], 17bis, 17ter, 17quater, 17quinquies, 17sexies, 17septies, 17octies, 17nonies, 19quater, 19quinquies, 19sexies, 19septies, 19octies, 19nonies, die in werking treden voor de volgende volledige hernieuwing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en, voor de kiesverrichtingen met betrekking tot deze hernieuwing, de eerste dag van de tweede maand die voorafgaat aan de datum van de verkiezing ».
Verantwoording
Voor het Lombardakkoord treden alle bepalingen betreffende de samenstelling van de Brusselse instellingen bedoeld in de bijzondere wet van 12 januari 1989, in werking bij de volgende volledige hernieuwing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, terwijl de andere bepalingen in werking treden op 1 januari 2002.
De eerste dag van de tweede maand die voorafgaat aan de datum van de verkiezingen in dit geval gaat het om de datum van de Europese Parlementverkiezingen is de dag die overeenkomstig artikel 3 van de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop de Brusselse Hoofdstedelijke Raad wordt verkozen, het begin betekent van de kiesverrichtingen.
Philippe MOUREAUX. Jeannine LEDUC. Philippe MONFILS. Myriam VANLERBERGHE. Paul GALAND. Frans LOZIE. Patrik VANKRUNKELSVEN. |
Art. 15
In het voorgestelde artikel 92bis, § 3, letter d) vervangen als volgt :
« d) voor de oprichting van een agentschap, dat zal beslissen tot en overgaan tot de organisatie van gezamenlijke handelsmissies, op initiatief van één of meerdere gewesten of op vraag van de federale overheid, en dat informatie, studies en documentatie zal organiseren, ontwikkelen en verspreiden, en dat taken van gemeenschappelijk belang zal vervullen op vraag van ten minste twee gewesten. »
Verantwoording
Dit amendement heeft tot doel het toekomstige Agentschap voor buitenlandse handel doeltreffender te doen werken. Indien de drie gewesten eenparig moeten beslissen over de taken van gemeenqschappelijk belang van het agentschap, loopt men het gevaar dat de levensvatbaarheid van de instelling op termijn wordt bedreigd.
Dit amendement wordt dus ingegeven door een beginsel van goed bestuur, dat wil dat de meerderheid van de gewesten de taken van gemeenschappelijk belang kan omschrijven.
François ROELANTS DU VIVIER. |