2-119/3

2-119/3

Belgische Senaat

ZITTING 1999-2000

27 JUNI 2000


Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 73 van de nieuwe gemeentewet


AMENDEMENTEN


Nr. 2 VAN MEVROUW NAGY EN DE HEER LOZIE

Art. 2

Dit artikel vervangen als volgt :

In artikel 73 van de nieuwe gemeentewet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A) de eerste volzin van het eerste lid wordt vervangen als volgt :

« Personen die bloed- of aanverwant zijn tot en met de tweede graad of door de banden van het huwelijk of een samenlevingscontract verbonden zijn, kunnen geen lid zijn van eenzelfde gemeenteraad. Zijn zij op dezelfde lijst verkozen, dan wordt het verbod uitgebreid tot de bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad. Personen wier echtgenoten bloedverwant zijn tot en met de tweede graad, kunnen evenmin terzelfder tijd lid zijn van de gemeenteraad. »;

B) in de tweede volzin van het eerste lid, die een afzonderlijk lid wordt, worden de woorden « bloed- of aanverwanten in een van die graden » en de woorden « dan wordt de voorkeur bepaald » respectievelijk vervangen door de woorden « bloedverwanten, aanverwanten of echtgenoten van bloedverwanten in een verboden graad » en de woorden « dan wordt de voorrang bepaald »;

C) in het tweede lid, dat het derde lid wordt, worden de woorden « twee bloed- of aanverwanten in een verboden graad » vervangen door de woorden « twee bloedverwanten, aanverwanten, echtgenoten van bloedverwanten in een verboden graad »;

D) het vierde en het vijfde lid worden vervangen als volgt :

« De verkozene die overeenkomstig het tweede lid geen zitting kan nemen, wordt geacht verhinderd te zijn zolang de onverenigbaarheid bestaat en wordt gedurende die tijd vervangen door de opvolger van zijn lijst die als eerste gerangschikt is overeenkomstig artikel 58 van de gemeentekieswet.

De onverenigbaarheid houdt op te bestaan wanneer het mandaat van de echtgenoot, de bloedverwant, de aanverwant of de echtgenoot van de bloedverwant die voorrang genoot, een einde neemt. In dat geval wordt de verkozene op de eerstvolgende raadsvergadering na het einde van de onverenigbaarheid als gemeenteraadslid geïnstalleerd en zijn vervanger neemt opnieuw zijn oorspronkelijke plaats van opvolger in.

De opvolger die overeenkomstig het derde of het vierde lid geen zitting kan nemen, neemt opnieuw zijn oorspronkelijke plaats van opvolger in wanneer het mandaat van de echtgenoot, de bloedverwant, de aanverwant of de echtgenoot van de bloedverwant die voorrang genoot, een einde neemt ».

Verantwoording

Naast enkele wetgevingstechnische aanpassingen, verduidelijkingen en verbeteringen, heeft dit amendement drie doelstellingen :

1º de bestaande onverenigbaarheid tussen familieleden beperken tot en met de tweede graad om te voorkomen dat er misbruik van wordt gemaakt om de verkiezing te beletten van een bloed- of aanverwant, die opkomt voor een andere lijst;

2º de huidige onverenigbaarheid tussen familieleden tot en met de derde graad behouden uitsluitend voor personen die op dezelfde lijst verkozen zijn, omdat de vrees van de wetgever dat het goede bestuur van de gemeente ondergeschikt wordt aan de belangen van eenzelfde familie minder gefundeerd is als de bloed- of aanverwanten op verschillende lijsten worden verkozen;

3º het systeem van de tijdelijke verhindering uitbreiden tot alle gevallen van onverenigbaarheid tussen familieleden, ongeacht de aard van de verboden familieband of -graad, omdat er geen enkele reden is om een verkozene te beletten zijn plaats in te nemen nadat het mandaat van de echtgenoot, de bloedverwant, de aanverwant of de echtgenoot van de bloedverwant die voorrang genoot, een einde heeft genomen.

Marie NAGY.
Frans LOZIE.

Nr. 3 VAN DE HEER DALLEMAGNE EN MEVROUW THIJS

(Subamendement op amendement nr. 1)

Art. 2

Aan artikel 73 van de nieuwe gemeentewet een laatste lid toevoegen, luidende :

« Personen die bloed- of aanverwant zijn tot en met de derde graad, kunnen geen lid zijn van eenzelfde college van burgemeester en schepenen. »

Verantwoording

Om te voorkomen dat een familie teveel impact krijgt op de besluitvorming, moet de onverenigbaarheid tot in de derde graad behouden blijven voor het college van burgemeester en schepenen.

Georges DALLEMAGNE.
Erika THIJS.