2-202/2 | 2-202/2 |
7 DECEMBER 1999
Evocatieprocedure
Het opschrift van het ontwerp wijzigen als volgt :
« Ontwerp van tijdelijke wet betreffende de eenmalige regularisatie van bepaalde categorieën van vreemdelingen die reeds daadwerkelijk verbleven op het grondgebied van het Rijk op 1 oktober 1999 en tot wijziging, zonder enige beperking in de tijd, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot »-regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Het ontwerp wordt voorgesteld als een toekomstige wet die een eenmalige regularisatie van bepaalde groepen van vreemdelingen zal tot gevolg kunnen hebben, wanneer deze vreemdelingen daadwerkelijk op het grondgebied verbleven op 1 oktober 1999. Het betreft bijgevolg een tijdelijke wet. Het tijdelijk karakter van de wet moet uit haar opschrift blijken.
Bij weglating van 29 woorden of cijfers uit het ontwerp, namelijk de datum « op 1 oktober 1999 » in de artikelen 2 (aanhef en punt 1) en in artikel 9 (punt 2 en punt 9), en in artikel 4, eerste lid, de woorden « binnen een termijn van drie weken vanaf de inwerkingtreding van deze wet. », krijgt de wet een permanent karakter. Zij geldt dan zonder enige beperking in de tijd.
Het Arbitragehof, dat een wet ook gedeeltelijk kan vernietigen, zou deze 29 woorden of cijfers vernietigen omdat zij strijdig zouden zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, hetgeen de afdeling Wetgeving van de Raad van State zonder omwegen heeft gezegd in het advies bij het ontwerp : de tijdelijke beperking van de wet is strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Door een dergelijke gedeeltelijke vernietigingg zou de als tijdelijke wet bedoelde tekst een permanent karakter krijgen. In uiterste nood zou men de bijzondere wet op het Arbitragehof moeten wijzigen om alle verrassingen uit te sluiten. Tenzij deze wijziging ook strijdig zou zijn met het gelijkheidsbeginsel.
De wijziging van de bijzondere wet op het Arbitragehof wordt in een ander amendement voorgesteld.
A. In het opschrift van het ontwerp het woord « wetsontwerp » vervangen door de woorden « ontwerp van tijdelijke wet ».
B. Het opschrift verder aanvullen als volgt :
« en tot wijziging, zonder enige beperking in de tijd, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot »-regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Indien een regularisatie van illegale vreemdelingen, gezien de afspraken gemaakt in de schoot van de meerderheid, onafwendbaar zou zijn, dan komt het er volgens de indiener op aan de tekst van de wet zo duidelijk mogelijk op te stellen. Daartoe strekt het onderhavige amendement. Het is de bedoeling een eenmalige regularisatie van illegalen door te voeren. De voorgestelde wettekst is bijgevolg een tijdelijke wet. Uit het opschrift moet blijken dat het inderdaad om een tijdelijke wet gaat.
Om te beletten dat de als tijdelijke wet bedoelde tekst toch een permanent karakter zou krijgen, is een wijziging van de bijzondere wet op het Arbitragehof noodzakelijk.
Artikel 1
Dit artikel aanvullen als volgt :
« met uitzondering van artikel 3, dat een aangelegenheid regelt als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot « regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Artikel 3 bepaalt dat magistraten, effectieve of magistraten- emeriti. zullen zetelen in de Commissie opgericht door artikel 3. Aldus betreft deze wet de rechterlijke organisatie, waardoor, ten minste voor wat betreft artikel 3, de Senaat in ieder geval zal moeten kennis nemen van het voorliggende ontwerp. Aldus bepaalt artikel 77, 9º, van de Grondwet. Er zal dus geen sprake zijn van te evoceren of niet te evoceren, de Senaat zal zich in ieder geval moeten buigen over artikel 3 van het ontwerp.
Men zal merken dat de wetgever het begrip « rechterlijke organisatie » zeer ruim interpreteert. Toen onlangs het Gerechtelijk Wetboek werd gewijzigd in verband met de rechtspleging en de bevoegdheid van de arbeidsgerechten inzake tegemoetkomingen voor gehandicapten, door wijziging van artikel 582, lº van dat wetboek, werd de wet gekwalificeerd als regelende een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. In deze zin sprak ook de verslaggever van de Kamercommissie, de heer Fred Erdman, zich tenminste stilzwijgend uit. In tempore non suspecto sprak hij zich bijgevolg uit voor een zeer ruime interpretatie van artikel 77 van de Grondwet, waar deze bepaling de verplichte tussenkomst van de Senaat vastlegt. En de Kamer volgde haar commissie en haar verslaggever. Men leze de wet van 19 april 1999 tot wijziging van artikel 582, lº van het Gerechtelijk Wetboek, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 3 juni 1999.
Men leze artikel 1 van deze wet. Nu vraagt de indiener dat men een artikel dat zeer duidelijk een impact heeft op de werking van de hoven en de rechtbanken, zou behandelen als een materie bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. Zonder twee maten en twee gewichten te hanteren.
Artikel 1bis (nieuw)
Een artikel 1bis (nieuw) invoegen, luidende :
« Artikel 1bis. In deze wet wordt verstaan onder :
1º de minister : de minister van Binnenlandse Zaken;
2º de Commissie : de Commissie voor de regularisatie van het verblijf van illegale vreemdelingen, opgericht door deze wet;
3º redenen van humanitaire aard of humanitaire redenen : omstandigheden die de verwijdering van de vreemdeling het karakter zouden geven van een schending van artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Het begrip « redenen van humanitaire aard » is een te ruim begrip. Het laat toe iedereen het voordeel van de regularisatie toe te kennen. De echte redenen van humanitaire aard zijn deze die voortvloeien uit artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend te Straatsburg op 4 november 1950.
Wanneer de uitwijzing van een vreemdeling naar zijn land van herkomst beschouwd zou kunnen worden als een onmenselijke behandeling in het licht van dat artikel, met andere woorden indien er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat zijn leven, zijn lichamelijke integriteit of zijn vrijheid er ernstig bedreigd zijn in geval van uitwijzing, dan eist het Europees Verdrag dat men van deze uitwijzing afziet.
De voorgestelde definitie is overgenomen uit het Nederlandse recht (artikel 12a van de Nederlandse Vreemdelingenwet, in werking getreden op 1 januari 1994).
Men zal bijgevolg geval per geval moeten nagaan, in het licht van de rechtspraak van de Europese Commissie en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, of de aanvrager in groot gevaar is in geval van uitwijzing naar zijn land van herkomst.
Artikel 1ter (nieuw)
Een artikel 1ter (nieuw) invoegen, luidende :
« Artikel 1ter. Deze wet is een tijdelijke wet; zij geldt slechts zolang de aanvragen die binnen de termijn van drie weken bedoeld in artikel 4, eerste lid, werden ingediend, nog niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een beslissing, behoudens de bepalingen van deze wet betreffende de intrekking van de regularisatie, de strafbepalingen, de regels betreffende aansprakelijkheid en de bepalingen die in de wetgeving worden ingevoerd. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingesnoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Er wordt aan herinnerd dat de wet wel degelijk een tijdelijke wet is, waar ze de procedure tot regularisatie regelt, maar niet voor wat betreft de regels die bedoeld zijn om voor altijd te gelden.
Art. 2
Het 4º van dit artikel aanvullen met de volgende zin :
« Onder sociale bindingen wordt verstaan : zeer intense banden met Belgen die de taal van het taalgebied waar zij wonen en waar de vreemdeling onafgebroken heeft gewoond sedert hij zich definitief gevestigd heeft machtig zijn of met vreemdelingen die op volmaakte wijze zijn geïntegreerd in hetzelfde gebied, waarvan zij de taal op dezelfde wijze beheersen als het merendeel der inwoners van dat gebied. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Het begrip sociale bindingen heeft nadere omschrijving nodig. Het zal niet volstaan dat de vreemdeling intense bindingen heeft met de vreemdelingen- gemeenschap van zijn verblijfplaats.
Art. 2
In het 1º van dit artikel, de woorden « zonder een uitvoerbare beslissing te hebben ontvangen » vervangen door de woorden « zonder dat er over hun aanvraag een onherroepelijke beslissing werd genomen ».
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
De vreemdeling zal de eindbeslissing niet ontvangen hebben omdat hij spoorloos was, of omdat hij ze niet heeft willen ontvangen. Beter is het te stellen dat er binnen een bepaalde termijn geen beslissing werd genomen.
Art. 2
In het 1º van dit artikel, tussen het woord « vluchteling » en het woord « hebben » de woorden « in de zin van het verdrag van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchteling en het Protocol van New York van 31 januari 1967 betreffende de status van vluchtelingen » invoegen.
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Men dient duidelijk omschrijven wat men onder vluchteling verstaat, zodanig dat er daaromtrent geen enkele twijfel kan bestaan.
Art. 2
Het 1º van dit artikel vervangen als volgt :
« 1º hetzij op het ogenblik waarop zij hun aanvraag tot regularisatie indienen nog geen onherroepelijke beslissing hebben bekomen omtrent hun aanvraag om erkend te worden als vluchteling, en deze laatste aanvraag reeds was ingediend vóór 1 oktober 1995; deze datum wordt vervangen door 1 oktober 1996 voor de vreemdelingen die vader of moeder zijn van minderjarige kinderen, die ten laatste sinds hun zevende verjaardag daadwerkelijk de lessen volgen in een onderwijsinstelling; »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
De Raad van State, afdeling wetgeving, legt de vinger op de wonde bij het bespreken van artikel 2, punt 1 van het ontwerp. Het amendement bepaalt dat alleen wie op het ogenblik van zijn aanvraag nog geen beslissing had verkregen in aanmerking zal kunnen komen voor regularisatie.
Art. 2
Het 2º van dit artikel aanvullen als volgt :
« noch naar een land dat verplicht is hen tot hun grondgebied toe te laten op grond van internationale overeenkomsten waarbij België partij is, en inzonderheid krachtens het Akkoord van Schengen van 14 juli 1985 en de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van dat Akkoord, en inzonderheid artikel 30 van deze Overeenkomst, noch naar enig ander land. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Er zijn gevallen waarin België een vreemdeling kan verwijzen naar een derde land dat verplicht is de vreemdeling op te nemen, meer bepaald wanneer de vreemdeling de Schengenzone langs de grens van dat land is binnengekomen. Het zou de uitdrukkelijke wil van de wetgever moeten zijn de regering in deze gevallen te verplichten de vreemdeling naar dat land te verwijzen en hem iedere regularisatie in België te weigeren.
Art. 2bis (nieuw)
Een artikel 2bis (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 2bis. Kan niet in aanmerking komen voor regularisatie op grond van deze wet, de vreemdeling die :
1º werd veroordeeld tot een correctionele hoofdgevangenisstraf van drie maand of tot een zwaardere straf, zelfs indien de straf werd uitgesproken met uitstel van tenuitvoerlegging;
2º zich schuldig heeft gemaakt aan enige overtreding van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica of van de krachtens die wet uitgevaardigde besluiten. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Indien er geen parlementaire meerderheid zou kunnen gevonden worden om, overeenkomstig de wens van de overgrote meerderheid van de bevolking, een globale regularisatie van illegale vreemdelingen af te wijzen, dan moet de wet met de grootste zorg opgesteld worden om niet te dulden uitwassen onmogelijk te maken.
Wie zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige misdrijven, en in het bijzonder aan drugdelicten, kan niet in aanmerking komen voor regularisatie. Deze personen hebben de volksgezondheid, het moreel van de jeugd en de openbare orde op ernstige wijze in gevaar gebracht.
Men mag niet vergeten dat de misdrijven waarvoor illegale vreemdelingen worden veroordeeld slechts het topje van de ijsberg zijn. Voor het overige is een eventuele regularisatie een gunst waarvoor in principe alleen mensen met een blanco strafregister in aanmerking kunnen komen.
Art. 2ter (nieuw)
Een artikel 2ter (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 2ter. De regularisatie op grond van deze wet strekt op generlei wijze tot voordeel van meerderjarige of minderjarige gezinsleden die zelf geen regularisatie hebben bekomen of voor wie de regularisatie niet uitdrukkelijk werd aangevraagd. De regularisatie verleent van rechtswege geen verblijf zoals bedoeld in artikel 10, vierde lid, van de wet van 10 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Voor iedere vreemdeling die een regularisatie wenst te bekomen of voor wie zijn wettelijke vertegenwoordiger de regularisatie wenst aan te vragen wordt een afzonderlijk verzoek ingediend en wordt een afzonderlijk aanvraagformulier ingevuld, met vermelding van alle vereiste gegevens, met betaling van alle verschuldigde belastingen en rechten en met aanbrenging van de voorgeschreven foto's.
Voor minderjarige kinderen beneden de volle leeftijd van dertien jaar kan het Staatshoofd evenwel een vrijstelling of een vermindering toekennen van de belastingen en rechten die zouden verschuldigd zijn indien zij meerderjarig waren. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
De voorgenomen regularisatie mag, wanneer zij ondanks alles zou worden gewild door een parlementaire meerderheid, alleen gevolgen hebben voor degenen die haar hebben verkregen. Geregulariseerde vreemdelingen mogen uit het feit van hun regularisatie niet het recht putten om gezinsleden, voor wie de regularisatie niet werd bekomen, te laten overkomen naar België. De heer De Gucht, voorzitter van de VLD, verklaarde onlangs zelf in « De Zevende Dag » naar aanleiding van een debat over de regularisatiewet dat het principe van de gezinshereniging in dit kader inderdaad onhoudbaar is.
Hier wordt voorgesteld voor alle kandidaten een afzonderlijke aanvraag voor te schrijven.
Artikel 1
Dit artikel vervangen door de volgende bepalingen :
« Hoofdstuk I. Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Hoofdstuk II. Hoven en rechtbanken voor de regularisatie van illegale vreemdelingen
Afdeling I. Algemene bepaling
Art. 2. Er worden tijdelijk hoven en rechtbanken voor de regularisatie van illegale vreemdelingen opgericht.
Afdeling II. Rechtbanken voor de regularisatie van vreemdelingen.
Art. 3. In de hoofdplaats van ieder gerechtelijk arrondissement wordt een rechtbank voor de regularisatie van illegale vreemdelingen opgericht.
Het gerechtelijk arrondissement is haar ambtsgebied.
Art. 4. § 1. Iedere rechtbank bestaat uit één of meer kamers. Iedere kamer bestaat uit drie rechters in de rechtbank voor de regularisatie voor illegale vreemdelingen.
§ 2. Een rechter wordt door het Staatshoofd benoemd uit de werkende en plaatsvervangende rechters in de rechtbank van eerste aanleg, in de arbeidsrechtbank, in het vredegerecht of in de politierechtbank, of uit de ere-rechters of de rechters-emeriti uit deze rechtbanken.
§ 3. Een rechter wordt door het Staatshoofd benoemd uit de leden van de raad van de Orde van advocaten van het arrondissement, of uit de advocaten die ten minste vijf jaar zijn ingeschreven op het tableau.
§ 4. Een derde rechter wordt door het Staatshoofd benoemd uit de burgemeesters en de schepenen van de gemeenten van het arrondissement.
§ 5. Het Staatshoofd benoemt voor ieder lid een of meer plaatsvervangers die op dezelfde wijze worden benoemd als het lid dat zij in voorkomend geval moeten vervangen.
Art. 5. Iedere kamer wordt voorgezeten door de rechter benoemd bij toepassing van artikel 4, § 2. Uit de rechters benoemd krachtens die bepaling benoemt het Staatshoofd de voorzitter van de rechtbank voor de regularisatie van illegale vreemdelingen.
Art. 6. Bij iedere rechtbank voor de regularisatie van illegale vreemdelingen wordt door het Staatshoofd een commissaris van de Staat benoemd. De commissaris van de Staat heeft een of meer substituten.
Om tot commissaris van de Staat benoemd te worden moet men ten minste dertig jaar oud zijn en houder zijn van het diploma van doctor of licentiaat in de rechten.
Art. 7. De commissaris van de Staat waakt over de toepassing van de wet en geeft zijn advies in alle zaken die aan het oordeel van de rechtbank worden voorgelegd.
Art. 8. De hoofdgriffier en de griffiers van de rechtbank voor de regularisatie van illegale vreemdelingen worden door het Staatshoofd benoemd uit het personeel van de griffies van de hoven en rechtbanken.
Art. 9. De zaken worden bij de rechtbank voor de regularisatie van illegale vreemdelingen aanhangig gemaakt door een verzoekschrift dat op de griffie van de rechtbank wordt neergelegd door toedoen van de gemeente waar de verzoeker zijn aanvraag tot regularisatie heeft ingediend.
Ieder verzoekschrift wordt ingeschreven op een algemene rol. Het nummer van de algemene rol moet vermeld worden op alle stukken die de verzoeker of de gemeente aan de rechtbank laat toekomen.
Art. 10. De rechtspleging voor de rechtbank is inquisitoir. In iedere zaak wordt een rechterverslaggever aangesteld. De commissaris van de Staat, de rechter-verslaggever en de rechtbank winnen alle inlichtingen in en bevelen alle onderzoeken die zij dienstig achten. Zij kunnen inzonderheid rechtstreeks briefwisseling voeren met alle bijzondere personen en met alle binnen- en buitenlandse publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen.
De commissaris van de Staat, de rechter-verslaggever, de rechtbank en de verzoeker hebben het recht alle stukken bij het dossier te voegen die zij nuttig achten voor het achterhalen van de waarheid.
Zodra de zaak in staat van wijzen is brengt de commissaris van de Staat een schriftelijk advies uit, waarbij in voorkomend geval de lijst wordt gevoegd van de getuigen die hij wenst te laten oproepen. Van het advies en de lijst wordt bij gerechtsbrief kennis gegeven aan de verzoeker. De verzoeker beschikt over een termijn van een maand om een memorie in te dienen. Bij deze memorie kan hij een lijst voegen van de getuigen die hij wil laten oproepen.
De getuigen worden opgeroepen per gerechtsbrief, op de dag en het uur door de voorzitter van de kamer bepaald voor de terechtzitting.
Art. 11. De terechtzittingen zijn openbaar, behalve wanneer de openbaarheid gevaar oplevert voor de openbare orde of de goede zeden, of voor de veiligheid van personen. De rechtbank beveelt de sluiting der deuren, hetzij ambtshalve, hetzij op vordering van de commissaris van de Staat, hetzij op vraag van de verzoeker.
De rechter-verslaggever brengt verslag uit; de voorzitter ondervraagt de verzoeker de getuigen worden gehoord; de commissaris van de Staat zet de zaak uiteen en geeft zijn advies; de verzoeker en zijn raadsman worden gehoord; de commissaris van de Staat kan antwoorden, maar de verzoeker moet het laatste woord krijgen, indien hij erom vraagt.
De regels betreffende het onderzoek, de terechtzitting, de inschrijving wegens valsheid, de afstand van geding, de wraking en de verknochtheid, die zijn voorgeschreven voor de rechtspleging voor de afdeling wetgeving van de Raad van State, zijn van overeenkomstige toepassing, voor zover zij niet strijdig zijn met de bepalingen van deze wet.
Art. 12. De rechters beraadslagen in de raadkamer. De commissaris van de Staat is hierbij niet aanwezig, op straffe van nietigheid van het vonnis. Het vonnis wordt altijd in openbare terechtzitting uitgesproken.
Het beschikkend gedeelte van het vonnis eindigt met de woorden :
« De rechtbank verleent aan de verzoeker N. het statuut van beschermde vreemdeling overeenkomstig de wet van... »
of :
« De rechtbank verklaart dat er geen redenen zijn om aan de verzoeker N. het statuut van beschermde vreemdeling (wet van...) te verlenen. »
Het vonnis wordt per gerechtsbrief aan de verzoeker betekend op de wijze voorgeschreven voor de gerechtsbrieven die verzonden worden op last van het openbaar ministerie. Het wordt onmiddellijk ter kennis gebracht van eenieder die het recht heeft hoger beroep in te stellen.
Zodra het vonnis onherroepelijk is geworden wordt er kosteloos aan de verzoeker of aan zijn advocaat een uitgifte afgeleverd die bekleed wordt met het formulier van tenuitvoerlegging dat is voorgeschreven voor de vonnissen en arresten van de hoven en de rechtbanken van de rechterlijke macht. Deze uitgifte wordt door de griffier ondertekend en met het zegel van de rechtbank bekleed.
Art. 13. Tegen het vonnis staat geen verzet open. De minister van Binnenlandse Zaken, de procureur-generaal bij het hof van beroep, de procureur des Konings, de commissaris-generaal van de Staat bij het hof voor de regularisatie van illegale vreemdelingen, de commissaris van de Staat bij de rechtbank en de verzoeker kunnen hoger beroep tegen het vonnis instellen binnen de vijftien dagen na de afgifte van de gerechtsbrief aan de verzoeker of aan de andere in artikel 46, § 1, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde personen.
Hoger beroep wordt ingesteld door een verklaring afgelegd ter griffie van de rechtbank voor de regularisatie van illegale vreemdelingen. Deze verklaring wordt ingeschreven in een speciaal daartoe bestemd register. Dit register is openbaar.
Het hoger beroep brengt de zaak in haar geheel voor het bevoegde hof voor de regularisatie van illegale vreemdelingen.
Afdeling III. Hoven voor de regularisatie van illegale vreemdelingen
Art. 14. In de plaatsen waar de zetel van een hof van beroep gevestigd is worden hoven voor de regularisatie van illegale vreemdelingen opgericht. Het ambtsgebied van deze hoven valt samen met dat van het hof van beroep.
Art. 15. § 1. leder hof voor de regularisatie van illegale vreemdelingen bestaat uit twee of meer kamers. Iedere kamer bestaat uit drie raadsheren in het hof voor de regularisatie van illegale vreemdelingen.
§ 2. Een raadsheer wordt benoemd uit de werkende of plaatsvervangende raadsheren bij het hof van beroep of bij het militair gerechtshof, of uit de ere-raadsheren of de raadsheren-emeriti bij deze hoven.
§ 3. Een raadsheer wordt benoemd uit de stafhouders of gewezen stafhouders, uit de leden van de raden van de Orde van advocaten van de balies van het ambtsgebied van het hof van beroep of uit de advocaten die ten minste vijftien jaar zijn ingeschreven op het tableau.
§ 4. Een raadsheer wordt benoemd uit de provinciegouverneurs, de arrondissementscommissarissen, de burgemeesters of de schepenen van gemeenten met ten minste 50 000 inwoners van het ambtsgebied van het hof van beroep.
§ 5. Het Staatshoofd benoemt voor iedere raadsheer drie of meer plaatsvervangers, die op dezelfde wijze worden benoemd als de raadsheer die zij in voorkomend geval zullen moeten vervangen.
Art. 16. Het Staatshoofd benoemt bij ieder hof voor de regularisatie van illegale vreemdelingen een commissaris-generaal van de Staat. De commissaris-generaal heeft twee of meer substituten.
Om tot commissaris-generaal van de Staat of tot substituut van de commissaris-generaal van de Staat benoemd te worden moet men ten minste vijfendertig jaar oud zijn, houder zijn van het diploma van doctor in de rechten of van licentiaat in de rechten, en voorgedragen zijn door de eerste voorzitter van het hof van beroep, de procureur-generaal bij het hof van beroep, de algemene vergadering van het hof van beroep of een provincieraad van het ambtsgebied van het hof van beroep.
Art. 17. De hoofdgriffier en de griffiers van de hoven voor de regularisatie van illegale vreemdelingen worden door het Staatshoofd benoemd uit het personeel van de griffies van de hoven van beroep, van de arbeidshoven en van van het militair gerechtshof.
Art. 18. De zaken worden bij het hof voor de regularisatie van illegale vreemdelingen ingeschreven op een algemene rol.
Art. 19. Het bepaalde in de artikelen 7, 9, 10, 11 en 12 is van overeenkomstige toepassing op de rechtspleging voor het hof voor de regularisatie van vreemdelingen.
Het arrest wordt onmiddellijk ter kennis gebracht van eenieder die het recht heeft een voorziening in cassatie in te stellen.
Afdeling IV Voorziening in cassatie
Art. 20. Het Hof van Cassatie doet uitspraak over de voorziening in cassatie tegen de arresten van de hoven voor de regularisatie van illegale vreemdelingen.
De termijn om zich in cassatie te voorzien is een maand te rekenen vanaf de dag waarop van het arrest kennis is gegeven aan de verzoeker op de wijze bepaald in de artikelen 13 en 19.
Art. 21. Voorziening in cassatie kan worden ingesteld door de minister van Binnenlandse Zaken, door de procureur-generaal bij het hof van beroep, door de commissaris-generaal van de Staat en door de verzoeker.
Zij wordt ingesteld door op de griffie van het Hof van Cassatie een verzoekschrift neer te leggen, dat de uiteenzetting van de middelen van de eiser bevat, zijn conclusie en de vermelding van de wettelijke bepalingen waarvan de schending wordt aangevoerd.
Art. 22. Het verzoekschrift van de verzoeker tot regularisatie wordt ondertekend door een advocaat.
Het verzoekschrift dat niet van de verzoeker tot regularisatie uitgaat wordt hem door de griffier per gerechtsbrief ter kennis gebracht op de wijze die is voorgeschreven voor de gerechtsbrieven die op last van het openbaar ministerie worden verzonden.
De voorziening wordt voor het overige behandeld en berecht zoals voorgeschreven in correctionele zaken. Zij heeft schorsende kracht.
Afdeling V. Algemene bepalingen
Art. 23. De leden van de hoven en rechtbanken voor de regularisatie van illegale vreemdelingen, de commissarissen-generaal van de Staat en de commissarissen van de Staat en hun substituten bij deze hoven en rechtbanken leggen de eed af die is voorgeschreven door artikel 2 van het decreet van 20 juli 1831 voor de eerste kamer van het hof van beroep van hun rechtsgebied.
Art. 24. Artikel 258 van het Strawetboek betreffende de rechtsweigering is mede van toepassing op de raadsheren en de rechters in deze hoven en rechtbanken.
Art. 25. De regels betreffende het verhaal op de rechter zijn eveneens van toepassing op deze hoven en rechtbanken alsook op hun leden, met inbegrip van de commissarissen-generaal van de Staat en de commissarissen van de Staat en hun substituten.
Art. 26. De leden van deze hoven en rechtbanken, de commissarissen-generaal van de Staat, de commissarissen van de Staat, hun substituten en de griffiers dragen de door het Staatshoofd voorgeschreven ambtskledij.
Art. 27. De wedden van de leden van de hoven en rechtbanken voor de regularisatie van illegale vreemdelingen worden, onverminderd het bepaalde in artikel 155 van de Grondwet, vastgesteld als volgt :
de raadsheren ontvangen de wedde van kamervoorzitter in het hof van beroep van hun rechtsgebied;
de rechters ontvangen de wedde van rechter in de rechtbank van eerste aanleg van hun ambtsgebied;
de commissaris-generaal van de Staat ontvangt de wedde van advocaat-generaal bij het hof van beroep van hun rechtsgebied;
zijn substituten ontvangen de wedde van substituut-procureur-generaal van hun rechtsgebied;
de commissaris van de Staat ontvangt de wedde van eerste substituut van de procureur des Konings van hun ambtsgebied;
zijn substituten ontvangen de wedde van substituut van de procureur des Konings van hun rechtsgebied;
de hoofdgriffiers ontvangen de wedde van griffier bij de rechtbank van eerste aanleg van hun rechtsgebied;
de griffiers ontvangen de wedde van adjunct-griffier bij de rechtbank van eerste aanleg van hun rechtsgebied.
Art. 28. Zodra de noodwendigheden van de dienst het rechtvaardigen kan het Staatshoofd bepaalde kamers van de hoven en rechtbanken voor de regularisatie van illegale vreemdelingen en zelfs bepaalde van deze hoven en rechtbanken op non-actief stellen.
De leden van de op non-actief gestelde kamers of rechtscolleges blijven evenwel verder zetelen om de nog hangende zaken te berechten. In dat geval ontvangen zij per uur dat zij nog zetelen een zitpenning die gelijk is aan één veertigste van de wedde waarop zij recht hadden voor de op non-actiefstelling. Een begonnen uur wordt voor een volledig uur aangerekend.
Het Staatshoofd kan de kamers van een hof of een rechtbank voor de regularisatie van illegale vreemdelingen en deze hoven en rechtbanken zelf, afschaffen, zodra zij alle hangende zaken hebben afgehandeld. De taak van een afgeschaft hof voor de regularisatie van illegale vreemdelingen wordt daarna overgenomen door het hof van beroep. Deze van een afgeschafte rechtbank voor de regularisatie van illegale vreemdelingen door de rechtbank van eerste aanleg.
Art. 29. De kosten van de rechtspleging voor de hoven en de rechtbanken voor de regularisatie van illegale vreemdelingen worden geregeld zoals in correctionele zaken. Zij komen ten laste van de Staat, tenzij de aanvraag op tergende of roekeloze wijze werd ingediend. In dat geval wordt de aanvrager zelfs ambtshalve tot de kosten veroordeeld, onverminderd de schadevergoeding die kan worden gevorderd voor de burgerlijke rechter, indien daartoe grond bestaat.
Art. 30. De wetten op het gebruik der talen in gerechtszaken zijn van overeenkomstige toepassing op de hoven en de rechtbanken voor de regularisatie van de illegale vreemdelingen en op de voor deze rechtscolleges gevoerde rechtspleging.
Afdeling VI. Gevolgen van de vonnissen en arresten van de hoven en de rechtbanken voor de regularisatie van illegale vreemdelingen
Art. 31. De vreemdeling aan wie het statuut van beschermde vreemdeling bij toepassing van deze wet werd toegekend door een vonnis of arrest van een rechtbank of een hof voor de regularisatie van illegale vreemdelingen, kan niet van het grondgebied worden verwijderd dan bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, op de wijze bepaald voor de vreemdelingen die de Belgische nationaliteit kunnen herkrijgen.
Zijn verblijf kan door de minister van Binnenlandse Zaken geregulariseerd worden op de wijze in het volgende hoofdstuk bepaald. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
De regularisatie van illegale vreemdelingen zal een zeer ingrijpende maatregel zijn, waarvan de voorstanders op dit ogenblik nog niet alle verwoestende gevolgen onder ogen zien. De voorgenomen regularisatie zal de poort openzetten voor een grootschalige naturalisatie van vreemdelingen die België opgezocht hebben, niet uit liefde voor één der volksgemeenschappen die thans op Belgische bodem leven, maar omwille van het verkrijgen van materiële voordelen verbonden aan het verblijfsstatuut. Deze welvaart is het resultaat van vele opofferingen die deze volkeren zich in de loop der tijden hebben getroost.
Het lijkt dan ook gepast om, naar het voorbeeld van de hoven en de rechtbanken voor de oorlogsschade, bijzondere en tijdelijke administratieve hoven en rechtbanken op te richten, die zouden oordelen over de vraag of een vreemdeling al dan niet in aanmerking komt voor de gunst van de wet die ondanks alles toch in de maak schijnt te zijn.
Slechts na een gunstige beslissing van de rechtbanken of hoven voor de regularisatie van illegale vreemdelingen zou de minister kunnen oordelen, na advies van de Commissie, of de vreemdeling in aanmerking kan komen voor regularisatie.
Het is inderdaad niet ernstig één Commissie, zij weze nog samengesteld uit verschillende kamers, alle gevallen voor het hele land te laten behandelen. Ofwel wordt iedereen aan de lopende band geregulariseerd, ofwel duurt het jaren en jaren.
Art. 2
Voor artikel 2 wordt het volgende opschrift ingevoegd :
« Hoofdstuk II. Administratieve procedure »
Art. 4
A. In het eerste lid van dit artikel de woorden « Commissie voor regularisaties » vervangen door « rechtbank voor de regularisatie van illegale vreemdelingen » .
B. Dit artikel verder aanvullen met een derde lid, luidende :
« Na de uitspraak van de rechtbank of het hof voor de regularisatie van illegale vreemdelingen wordt de administratieve rechtspleging voortgezet, wanneer daartoe aanleiding bestaat. »
Verantwoording
De indieners zijn principeel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » - regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
De regularisatie van illegale vreemdelingen zal een zeer ingrijpende maatregel zijn, waarvan de voorstanders op dit ogenblik nog niet alle verwoestende gevolgen onder ogen zien. De voorgenomen regularisatie zal de poort openzetten voor een grootschalige naturalisatie van vreemdelingen die België opgezocht hebben, niet uit liefde voor één der volksgemeenschappen die thans op Belgische bodem leven, maar omwille van het verkrijgen van materiële voordelen verbonden aan het verblijfsstatuut. Deze welvaart is het resultaat van vele opofferingen die deze volkeren zich in de loop der tijden hebben getroost.
Het lijkt dan ook gepast om, naar het voorbeeld van de hoven en de rechtbanken voor de oorlogsschade, bijzondere en tijdelijke administratieve hoven en rechtbanken op te richten, die zouden oordelen over de vraag of een vreemdeling al dan niet in aanmerking komt voor de gunst van de wet die ondanks alles toch in de maak schijnt te zijn.
Slechts na een gunstige beslissing van de rechtbanken of hoven voor de regularisatie van illegale vreemdelingen zou de minister kunnen oordelen, na advies van de Commissie, of de vreemdeling in aanmerking kan komen voor regularisatie.
Het is inderdaad niet ernstig één commissie, zij weze nog samengesteld uit verschillende kamers, alle gevallen voor het hele land te laten behandelen. Ofwel wordt iedereen aan de lopende band geregulariseerd, ofwel duurt het jaren en jaren.
Art. 2quater (nieuw)
Een artikel 2quater (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 2quater. Deze wet is niet van toepassing op de vreemdeling voor wie België niet de voor de behandeling van zijn asielaanvraag verantwoordelijke staat is in de zin van artikel 30 van de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het tussen de regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland, en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, goedgekeurd bij de wet van 18 maart 1993, wanneer deze vreemdeling een asielaanvraag heeft ingediend bij één van de Staten die op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze wet partij zijn bij het Akkoord van Schengen van 14 juli 1985. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
België is gebonden door talrijke internationale regels. In het kader van de Schengenakkoorden werd afgesproken het asielbeleid te harmoniseren. Voorlopig werd er afgesproken dat één land van de Schengen-zone de verantwoordelijkheid op zich zou nemen om de asielaanvraag van asielzoekers te behandelen. Dat land is niet noodzakelijk het land waar de asielaanvraag werd ingediend. Ter uitvoering van deze akkoorden worden van de kandidaat-vluchtelingen vingerafdrukken genomen volgens een elektronisch procédé. De Staten van de Schengen-zone wisselen hun informatie uit om te vermijden dat een asielzoeker van het ene land naar het andere zou trekken om zoveel mogelijk procedures op te starten in de hoop ergens wel aan zijn trekken te kunnen komen.
België mag dus geen asielaanvraag behandelen waarvoor een ander Schengen-land bevoegd is. Het lijkt dan ook aangewezen geen regularisatie toe te staan aan een vreemdeling die onder de rechtsmacht valt van een ander Schengen-land. Dat zou een weinig productieve wijze van handelen zijn.
Voor het overige volstaat het artikel 30 van de in het amendement genoemde Overeenkomst te lezen om overtuigd te geraken van de noodzaak van de voorgestelde aanpassing.
Het bedoelde artikel 30 luidt als volgt :
« Art. 30. 1) De voor de behandeling van een asielverzoek verantwoordelijke Overeenkomstsluitende Partij wordt als volgt samengesteld :
a) wanneer een Overeenkomstsluitende Partij aan de asielzoeker een visum, ongeacht van welke aard, of een verblijfstitel heeft verleend, is zij verantwoordelijk voor de behandeling van het asielverzoek; wanneer het visum is afgegeven op grond van een machtiging van een andere Overeenkomstsluitende partij is de Overeenkomstsluitende Partij die de machtiging heeft verleend verantwoordelijk;
b) wanneer verscheidene Overeenkomstsluitende Partijen de asielzoeker een visum, ongeacht van welke aard, of een verblijfstitel hebben verleend, is de Overeenkomstsluitende Partij van wier visum of verblijfstitel de geldigheidsduur het laatst verstrijkt, verantwoordelijk;
c) zolang de asielzoeker het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partijen niet heeft verlaten, blijft de overeenkomstig a) en b) vastgestelde verantwoordelijkheid bestaan, ook wanneer de geldigheidsduur van het visum, ongeacht van welke aard, of van de verblijfstitel is verstreken; wanneer de asielzoeker na verlenging van het visum of de verblijfstitel het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partij verlaat, blijft de hieruit overeenkomstig het bepaalde onder a) en b) voortvloeiende verantwoordelijkheid bestaan, tenzij het visum of de verblijfstitel inmiddels volgens de nationale wetgeving niet meer geldig zijn;
d) wanneer de asielzoeker door de Overeenkomstsluitende Partijen van de visumplicht is vrijgesteld, is de Overeenkomstsluitende Partij, via wier buitengrens de asielzoeker het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partijen is binnengekomen, verantwoordelijk; zolang de harmonisatie van het visumbeleid niet volledig is verwezenlijkt en de asielzoeker slechts door bepaalde Overeenkomstsluitende Partijen van de visumplicht is vrijgesteld, is de Overeenkomstsluitende Partij via wier buitengrens de asielzoeker het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partijen op grond van visumvrijstelling is binnengekomen, onverminderd het bepaalde onder a), b) en c) , verantwoordelijk; wanneer het asielverzoek wordt ingediend bij een Overeenkomstsluitende Partij die de asielzoeker een doorreisvisum heeft verstrekt daargelaten of de asielzoeker de pascontrole gepasseerd heeft en wanneer dit doorreisvisum is verstrekt nadat het land van doorreis zich bij de diplomatieke of consulaire autoriteiten van de overeenkomstsluitende partij van bestemming ervan heeft vergewist of de asielzoeker voldoet aan de voorwaarden voor binnenkomst op het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partij van bestemming, is de Overeenkomstsluitende Partij van bestemming verantwoordelijk voor de behandeling van het verzoek;
e) wanneer de asielzoeker het grondgebied van de overeenkomstsluitende Partijen is binnengekomen zonder in het bezit te zijn van één of meer geldige, door het Uitvoerend Comité aangewezen grensoverschrijdingsdocumenten, is de Overeenkomstsluitende Partij via wier buitengrens de asielzoeker het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partijen is binnengekomen, verantwoordelijk;
f) wanneer een vreemdeling wiens asielverzoek reeds in behandeling is genomen door één der Overeenkomstsluitende Partijen, een nieuw verzoek indient, is de Overeenkomstsluitende Partij die het asielverzoek in behandeling heeft verantwoordelijk;
g) wanneer een vreemdeling wiens eerder asielverzoek door één der Overeenkomstsluitende Partijen reeds is afgehandeld, een nieuw asielverzoek indient, is de Overeenkomstsluitende Partij waar het eerdere asielverzoek werd behandeld, verantwoordelijk, indien de asielzoeker het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partijen niet heeft verlaten.
2. Wanneer een Overeenkomstsluitende Partij een asielverzoek op grond van artikel 29, lid 4, in behandeling heeft genomen, is de krachtens het bepaalde in lid 1 verantwoordelijke Overeenkomstsluitende Partij van haar verplichting ontheven.
3. Wanneer de verantwoordelijke Overeenkomstsluitende Partij niet op grond van de in de leden 1 en 2 genoemde criteria kan worden bepaald, is de Overeenkomstsluitende Partij bij wie het verzoek werd ingediend, verantwoordelijk.
Art. 2quinquies (nieuw)
Een artikel 2quinquies (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 2quinquies. De regularisatie kan niet worden bekomen door de vreemdeling die niet bewijst dat hij op het ogenblik van zijn aanvraag de taal of de talen machtig was van het taalgebied waartoe de gemeente behoort waarbij hij zijn aanvraag heeft ingediend.
Deze bepaling is niet van toepassing op kinderen beneden de leeftijd van acht jaar. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Het voorgestelde artikel heeft een dubbel doel. Vooreerst laat het toe vreemdelingen van de regularisatie uit te sluiten die zich niet in onze maatschappij hebben geïntegreerd. Want daarvoor werd de regularisatie toch in het leven geroepen : om mensen die hier al jaren zijn en zich geïntegreerd hebben papieren te geven.
Er zijn ook economische redenen. De vreemdeling moet zich aanmelden in de gemeente waarvan hij de taal spreekt. Dat zal het overbodig maken tolken te moeten inzetten die moeten worden betaald met belastinggelden.
Art. 2sexies (nieuw)
Een artikel 2sexies (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 2sexies. Gezinnen niet kinderen die de leeftijd hebben om school te lopen en die schoolplichtig zijn in de regularisatiegemeente of in de gemeente van verblijf, kunnen geen regularisatie bekomen indien deze kinderen de lessen niet regelmatig hebben gevolgd, en indien iedere afwezigheid niet is verantwoord door een medisch attest, wanneer dit verplicht is, of door een schriftelijke verklaring van de ouders, in de andere gevallen. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Het is nogal logisch dat wie zijn kinderen niet regelmatig de lessen laat volgen niet geïntegreerd is in de samenleving. En dus niet in aanmerking komt voor regularisatie.
Art. 2septies (nieuw)
Een artikel 2septies (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 2septies. De ernst van de ziekte van de aanvrager wordt beoordeeld door een bijzondere medische commissie die in ieder gerechtelijk arrondissement wordt ingericht en die wordt voorgezeten door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg. Zij bestaat, naast de voorzitter van de rechtbank, uit zes artsen, waarvan er vier door loting worden aangeduid op de vooravond van de zitting en waarvan de twee andere worden benoemd, voor een niet hernieuwbare periode van één maand, door de voorzitter van de arbeidsrechtbank. De leden die door loting moeten worden aangeduid, worden uitgeloot door de voorzitter van de rechtbank in aanwezigheid van de artsen die door de voorzitter van de arbeidsrechtbank werden aangewezen. De door loting aangewezen artsen worden, op last van de procureur des Konings, van hun uitloting in kennis gesteld door een officier of een keuronderofficier van de Rijkswacht, die door de procureur des Konings in zijn bevelschrift met name wordt vermeld. Deze officier of onderofficier van de Rijkswacht overhandigt de door loting aangewezen arts het bericht van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, dat door de twee benoemde artsen is medeondertekend. De door loting of aanwijzing benoemde arts die zich onttrekt aan de vervulling van zijn taak, wordt gestraft met de straffen bepaald voor het zonder geldige reden afwezige jurylid.
Voor iedere arts wordt één plaatsvervanger aangewezen of uitgeloot. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot »-regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Een onafhankelijke medische Commissie zal een advies uitbrengen over de ernst van de ziekte van de kandidaat. De medische controle gebeurt op het niveau van het arrondissement, door artsen die op de vooravond van de zitting door loting worden aangeduid door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg.
Art. 2octies (nieuw)
Een artikel 2octies (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 2octies. De burgemeester van de regularisatiegemeente voegt bij het dossier van de aanvrager een uittreksel uit het strafregister van de betrokkene.
De minister van Justitie voegt er een uittreksel uit het centraal strafregister bij en, voor de minderjarigen, een uittreksel uit het jeugdstrafregister.
Deze bepaling is niet van toepassing op kinderen beneden de leeftijd van acht jaar. »
Art. 2novies (nieuw)
Een artikel 2novies (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 2novies. De burgemeester voegt bij het dossier in voorkomend geval een uittreksel uit het wachtregister voor asielzoekers, dat betrekking heeft op de aanvrager.
Hij brengt de aanvraag ter kennis van de procureur des Konings, die laat onderzoeken of de betrokkene verdacht wordt van het plegen van bepaalde misdrijven.
Hij brengt de aanvraag eveneens ter kennis van de plaatselijke bevelhebber van de rijkswacht, die met hetzelfde onderzoek wordt belast. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Er moet daadwerkelijk onderzocht worden of de aanvrager zich al dan niet schuldig heeft gemaakt aan misdrijven van enige ernst.
Art. 4
Tussen het eerste en het tweede lid van dit artikel een nieuw lid invoegen, luidende :
« De aanvraag wordt ingediend op het formulier waarvan het model door het Staatshoofd wordt vastgesteld bij in Ministerraad overlegd besluit. Het formulier wordt door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld van de kandidaten. »
Art. 4bis (nieuw)
Een artikel 4bis (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 4bis. § 1. Het in het vorige artikel bedoelde formulier bevat ten minste de volgende rubrieken :
1º de naam en eventueel de voornamen van de verzoeker en de namen en eventueel de voornamen die hij vroeger op wettige wijze heeft verkregen;
2º zijn geslacht;
3º zijn geboortedatum;
4º zijn geboorteplaats;
5º zijn nationaliteit en in voorkomend geval zijn nationaliteiten en zijn vroegere nationaliteit of nationaliteiten;
6º zijn opeenvolgende verblijfplaatsen in het buitenland;
7º zijn opeenvolgende verblijfplaatsen in België;
8º het nummer bij de Dienst Vreemdelingenzaken;
9º een ruimte voor drie foto's;
§ 2. De kandidaat overhandigt aan de door de burgemeester aangewezen ambtenaar van de gemeentelijke politie zes gelijkende foto's van zichzelf zonder enig hoofddeksel : de eerste twee genomen in vooraanzicht, het volgende paar in zijaanzicht van links en het derde paar in zijaanzicht van rechts. De ambtenaar brengt op het formulier drie foto's van de verzoeker aan en merkt ze niet het zegel van de gemeente.
§ 3. De verzoeker ontvangt een afschrift van zijn aanvraagformulier, waarop nogmaals drie foto's worden aangebracht. Het afschrift bevat een fotografisch afschrift van de vingerafdrukken van de verzoeker. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
In de hypothese waarin er toch, tegen de wil van de meerderheid van de bevolking in, een reguralisatieprocedure zou worden uitgewerkt past het deze regeling zo plichtbewust mogelijk op te stellen. Alle mogelijke waarborgen moeten worden ingebouwd om bedrog tegen te gaan, in het bijzonder in verband met de identiteit van de kandidaten.
Men zal op het formulier waarmee de regularisatie wordt aangevraagd drie pasfoto's aanbrengen die hem weergeven onder drie verschillende invalshoeken. Aldus zal men iedere vreemdeling de lust ontnemen om onder verschillende identiteiten de regularisatie aan te vragen.
Art. 4ter (nieuw)
Een artikel 4ter (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 4ter. Eenieder kan aan de burgemeester van de regularisatiegemeente zijn bezwaren kenbaar maken tegen de regularisatie van de vreemdelingen die van deze gemeente afhangen. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Art. 4quater (nieuw)
Een artikel 4quater (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 4quater. De regularisatiegemeenten plakken op de gewone aanplakplaatsen de namen, voornamen, geboorteplaatsen en geboortedata en het geslacht aan van de vreemdelingen die bij hen een aanvraag hebben ingediend. Deze berichten vermelden het regularisatienummer van de betrokkene. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
De burgers moeten de kans krijgen te protesteren tegen de regularisatie van bepaalde illegale vreemdelingen. Daarvoor is de grootste openheid vereist. Dit amendement regelt de publicatie van de namen van de kandidaten.
Art. 4quinquies (nieuw)
Een artikel 4quinquies (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 4quinquies. Omtrent iedere aanvraag wordt advies uitgebracht, niet alleen door de burgemeester van de regularisatiegemeente, maar ook door de korpschef van de gemeentelijke politie, door de plaatselijke bevelhebber van de rijkswacht, door de procureur des Konings, door de procureur-generaal bij het hof van beroep en door de administrateur van de openbare veiligheid. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
De belangrijkste personen en diensten die betrokken zijn bij het toezicht op de openbare orde moeten advies uitbrengen over de aanvraag. Het tart iedere verbeelding dat het ontwerp alleen bepaalt dat de burgemeester een « sociaal » verslag mag opstellen.
Art. 4sexies (nieuw)
Een artikel 4sexies (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 4sexies. De procureur des Konings houdt toezicht op de ambtelijke verrichtingen van de burgemeesters en de gemeentelijke ambtenaren van de regularisatiegemeente voor alles wat de toepassing van deze wet betreft. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Dit amendement is logisch, gezien het toezicht van het parket op de ambtenaren van de burgerlijke stand.
Art. 8
In het eerste lid, het woord « sociaal » weglaten.
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
De burgemeester moet niet alleen de mogelijkheid hebben om een sociaal verslag op te maken, met andere woorden een buurtwerkersverslag of een straathoekwerkersrapport of een wereldverbeteraarsschrijfstuk, maar ook een verslag moet kunnen opstellen betreffende andere aangelegenheden die relevant zijn voor de toepassing van deze wet.
Art. 9
De volgende wijzigingen aanbrengen :
A) Het 6º van dit artikel aanvullen als volgt :
« en voor de gezinnen met kinderen die school lopen, bovendien een attest afgeleverd door het schoolhoofd of de directeur van de instelling waaruit blijkt dat hun kinderen regelmatig de lessen volgen van de instelling waar zij zijn ingeschreven. »
B) Dit artikel aanvullen met de volgende bepaling :
« De gezinnen met minderjarige kinderen verblijvend in België op 1 oktober 1999 en die de leeftijd hebben om school te lopen, moeten een attest voorleggen, afgeleverd door het schoolhoofd of de directeur van de instelling, waaruit blijkt dat hun kinderen regelmatig de lessen volgen van de instelling waar zij zijn ingeschreven. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Wie schoolgaande kinderen heeft moet bewijzen dat deze kinderen effectief de lessen volgen.
Art. 9
Het 8º van dit artikel vervangen als volgt :
« 8º. Voor de vreemdelingen bedoeld in artikel 2, 3º, een door een doctor in de genees-, heel- of verloskunde of door een arts opgesteld getuigschrift dat de aard en de ernst van de ziekte van de aanvrager op zeer omstandige wijze omschrijft, met toevoeging van de nodige stukken tot staving, wanneer die voorhanden zijn. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
De verklaring dat de betrokken vreemdeling ernstig ziek is, laat op zich geen ernstige beoordeling toe. Daarom dient de geneesheer op omstandige wijze de aard en de ernst van de ziekte die als grond voor de regularisatie wordt ingeroepen, te omschrijven.
Art. 9bis (nieuw)
Een artikel 9bis (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 9bis. Op straffe van niet-ontvankelijkheid van zijn aanvraag bezorgt de aanvrager binnen de twee maanden na de indiening ervan aan het gemeentebestuur een getuigschrift van de administratie der directe belastingen waaruit blijkt dat hij bij deze administratie de aangiften heeft gedaan waartoe hij krachtens het Wetboek der inkomstenbelastingen nog gehouden is.
De regularisatie kan niet worden bekomen door de vreemdeling die niet alle nog verschuldigde belastingen en boeten heeft betaald. De rechtspleging wordt geschorst tot alle aan de Schatkist verschuldigde bedragen zijn betaald. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Het voorgestelde artikel is ingegeven door de zorg van de illegale vreemdelingen geen burgers te maken die torenhoog boven de wet verheven zijn. Illegalen zijn de bevolking op het televisiescherm komen vertellen dat zij reeds jaren werken in een garage of in een drukkerij. Hebben zij getrouw hun belastingen betaald ? Het valt te vrezen van niet. Het past daarom hen niet het voordeel van de regularisatie te verlenen zolang zij niet in orde zijn met de fiscus, op dezelfde wijze als de gewone burger.
Art. 11
Dit artikel vervangen als volgt :
« Art. 11. De aanvraag wordt verworpen indien de aanvrager geen gevolg geeft aan een oproeping die hem overeenkomstig artikel 10 wordt verzonden, tenzij hij bewijst dat de in dat artikel bedoelde brief zijn voor de toepassing van deze wet gekozen woonplaats niet heeft bereikt. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
De voorgestelde redactie is correcter vanuit taalkundig opzicht en ook waterdichter. Men schrijft een gewone brief voor, maar men laat na daaraan de noodzakelijke gevolgen te koppelen. De aanvrager moet zijn postbus in het oog houden en mag geen gemakkelijk excuus krijgen om de zaken te rekken.
Art. 12
Paragraaf 4 van dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Het is de bedoeling de secretarissen een soort filtragebevoegdheid toe te kennen. Zoals de beperkte kamer van het Arbitragehof, of zoals destijds de Rekwestenkamer van het Franse Hof van Cassatie. Het is een regel van gezond verstand dat filtragecommissies alleen ongunstige beslissingen kunnen nemen. Zoals de beperkte kamer van het Arbitragehof. Gunstige beslissingen worden altijd genomen door het daartoe door de wet aangewezen orgaan dat in plenaire vergadering beraadslaagt.
Art. 12bis (nieuw)
Een artikel 12bis (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 12bis. De minister moet een beslissing nemen binnen de twaalf maanden na de dag waarop de aanvrager zijn dossier heeft vervolledigd. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
De Raad van State wees erop dat er geen termijn bepaald werd, binnen dewelke de beslissingen genomen moeten zijn, en dat het onaanvaardbaar zou zijn dat vreemdelingen die tijdig hun aanvraag hebben ingediend, niet kunnen geregulariseerd worden omdat de minister geen beslissing genomen heeft vóór 30 november 2000. Er zou dan sprake zijn van discriminatie. De Raad van State suggereert om in plaats van een datum voorop te stellen waarop de wet ophoudt van kracht te zijn, de minister een termijn op te leggen, binnen dewelke hij de aanvragen moet behandelen.
De regering heeft weliswaar artikel 17 aangepast, waardoor er niet langer verwezen wordt naar een datum waarop de wet zijn geldigheidverliest, maar is op de suggestie van de Raad van State om de minister een termijn op te leggen, niet ingegaan.
Dit amendement wil deze leemte in het ontwerp opvullen.
Art. 14
Dit artikel aanvullen met een nieuw lid, luidende :
« Voor het overige verkrijgt de aanvrager geen enkel bijkomend voordeel, inzonderheid niet wat betreft de sociale zekerheid, het bestaansminimum, de hulp en de bijstand van het openbaar centrum voor maatschappelijke welzijn, en dergelijke. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot »-regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Het koninklijk besluit dat aan dit ontwerp voorafging was een dergelijke bepaling rijk. Men heeft die bepaling weggelaten. Waarom ? Het kan toch niet zijn dat de eerste de beste rechtsmisbruiker de regularisatie aanvraagt zonder langer dan een dag in België te hebben verbleven, en prompt zijn « OCMW » in zijn broekzak te steken. Wij zijn misschien niet goed wijs, maar er zijn grenzen (staatkundige en andere).
Art. 16bis (nieuw)
Een artikel 16bis (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 16bis. Het bewijs van de feiten die dienstig zijn voor de toepassing van deze wet mag alleen geleverd worden door stukken, afgeleverd door een Belgische overheid of door een Belgische openbare dienst. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
De illegale vreemdeling moet de feiten waarop hij zich beroept met ijzersterke bewijzen staven. Hij moet officiële stukken kunnen voorleggen. Lidkaarten van private kringen, zoals videotheken, komen niet in aanmerking. Men heeft via de media een dame horen verklaren dat haar verblijf in België blijkt uit het feit dat zij reeds jaren videofilms huurde in een videotheek.
Art. 1
Dit artikel aanvullen als volgt :
« met uitzondering van artikel 16bis, dat een aangelegenheid regelt als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet ».
Art. 16ter (nieuw)
Een artikel 16ter (nieuw) invoegen, luidende :
« Artikel 1 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof wordt aangevuld met een tweede lid, luidend :
« Wetten die betrekking hebben op de regularisatie van het verblijf van illegale vreemdelingen kunnen evenwel alleen in hun geheel worden vernietigd; zij kunnen onder geen enkel voorwendsel gedeeltelijk vernietigd worden. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot »-regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Bij weglating van 29 woorden of cijfers uit het ontwerp, namelijk de datum « op 1 oktober 1999 » in de artikelen 2 (aanhef en punt 1) en in artikel 9 (punt 2 en punt 9), en in artikel 4, eerste lid, de woorden « binnen een termijn van drie weken vanaf de inwerkingtreding van deze wet », krijgt de wet een permanent karakter. Zij geldt dan zonder enige beperking in de tijd.
Het Arbitragehof, dat een wet ook gedeeltelijk kan vernietigen, zou deze 29 woorden of cijfers vernietigen omdat zij strijdig zouden zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, hetgeen de afdeling wetgeving van de Raad van State zonder omwegen heeft gezegd in het advies bij het ontwerp : de tijdelijke beperking van de wet is strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Door een dergelijke gedeeltelijke vernietiging zou de als tijdelijke wet bedoelde tekst een permanent karakter krijgen.
In uiterste nood zou men de bijzondere wet op het Arbitragehof moeten wijzigen om alle verrassingen uit te sluiten. Tenzij deze wijziging ook strijdig zou zijn met het gelijkheidsbeginsel.
De wijziging van de bijzondere wet op het Arbitragehof wordt in dit amendement voorgesteld.
Het is de bedoeling van de regering een tijdelijke wet op te stellen. Een wet die een eenmalige regularisatie toelaat. Het Arbitragehof zou hier zoals gezegd een stokje kunnen voorsteken. Men denke aan het arrest van dit rechtscollege dat de wet houdende verbod van tabaksreclame gedeeltelijk vernietigde, in de mate waarin ze in werking trad vóór de inwerkingtreding van het Europees verbod met hetzelfde voorwerp. Het valt te vrezen dat het Arbitragehof er zou kunnen toe gebracht worden de voorliggende wet gedeeltelijk te vernietigen in de mate dat zij een eenmalig karakter heeft, in de mate dat zij slechts een tijdelijke gelding heeft.
Uit het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State blijkt inderdaad dat het ontwerp strijdig zou kunnen bevonden worden met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin dat vreemdelingen die nog niet in aanmerking komen op grond van de voorgestelde tekst er zich later zouden kunnen over beklagen dat zij op grond van de beperkte gelding in de tijd van de wet gediscrimineerd zouden zijn ten opzichte van hun voorgangers, doordat de tijdsbeperking eventueel niet gesteund zou zijn op objectieve omstandigheden die een dergelijke beperking wettigen. Vreemdelingen die op een later tijdstip aan de maatstaven van de wet zouden voldoen zouden bijgevolg in de verleiding kunnen komen om zo vlug mogelijk bij het Arbitragehof een verzoek tot gedeeltelijke vernietiging in te dienen wegens schending van het gelijkheidsbeginsel. Naar analogie met hetgeen gebeurd is met de Tabaksreclamewet, die op een zeer genuanceerde manier nietig werd verklaard door het Arbitragehof, eveneens wegens schending van het gelijkheidsbeginsel, zou het Arbitragehof zich geroepen kunnen voelen de bepalingen van de voorgestelde wet, die haar een tijdelijk karakter geven, selectief nietig te verklaren.
Zo ver mag de wetgevende macht het niet laten komen. Het past bijgevolg de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof in die zin te wijzigen dat wetten die ertoe strekken het verblijf van illegale vreemdelingen te regulariseren niet vatbaar zijn voor gedeeltelijke vernietiging, maar integendeel, hetzij in het geheel niet, hetzij in het geheel wel, kunnen vernietigd worden, derwijze dat de door de Kamers aangenomen tekst achteraf niet zou verminkt worden door het Arbitragehof.
Omdat de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof steeds door de Kamer en door de Senaat moet behandeld worden, bij toepassing van artikel 77 van de Grondwet, is het nodig artikel 1 van het wetsontwerp in die zin aan te passen.
De indieners zijn er ten stelligste van overtuigd dat de Kamer van volksvertegenwoordigers in ieder geval voor de eindstemming, bij monde van haar voorzitter, het beredeneerd advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State zou moeten vragen omtrent de mogelijkheid en omtrent alle gevolgen van deze gedeeltelijke vernietiging van de ontworpen wet door het Arbitragehof.
Art. 16quater (nieuw)
Een artikel 16quater (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 16quater. De regularisatie op grond van deze wet gaat in op de eerste dag van de dertiende maand na deze van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. Zij werkt terug tot dat tijdstip indien zij later wordt toegestaan.
Met betrekking tot de verblijfsvergunning gaat de regularisatie evenwel in vanaf de dag waarop zij is toegestaan. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Er moet absolute gelijkheid zijn tussen de vreemdelingen die het voordeel van de regularisatie verkrijgen. Het zou strijdig zijn met artikel 11 van de Grondwet indien men sommige vreemdelingen, die het geluk hebben dat hun aanvraag vroeg wordt behandeld, vroeger bepaalde voordelen zou verlenen dan degenen die bij de laatsten zijn. Meer bepaald inzake de toekenning van het bestaansminimum zou een dergelijke regeling ongelijkheid scheppen. Er wordt voorgesteld een eenvormige termijn vast te stellen voor het ingaan van de voordelen die de regularisatie meebrengt.
Art. 16quinquies (nieuw)
Een artikel 16quinquies (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 16quinquies. De regularisatie op grond van deze wet heeft op generlei wijze amnestie, uitwissing van veroordeling, herstel in eer en rechten of verval van de strafvordering tot gevolg, behalve in het laatste geval, voor wat betreft het onwettig verblijf in het land. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
De regularisatie betreft alleen het verblijf en heeft geen andere gevolgen.
Art. 16sexies (nieuw)
Een artikel 16sexies (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 16sexies. De regularisatie wordt ingetrokken wanneer binnen de 10 jaar na de regularisatie blijkt dat de vreemdeling, naar het oordeel van de minister, een gevaar is voor de openbare orde of voor de veiligheid van de burgers. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Zolang de vreemdeling geen Belg zal zijn geworden, zal er een stok achter de deur zijn om hem tot stipte naleving van de wet aan te sporen.
Art. 16septies (nieuw)
Een artikel 16septies (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 16septies. De regularisatie is van rechtswege ingetrokken wanneer de geregulariseerde vreemdeling binnen een termijn van tien jaar na de regularisatie veroordeeld wordt tot een correctionele hoofdgevangenisstraf van drie maand of tot een zwaardere straf. Zodra het vonnis onherroepelijk is geworden, wordt hij op bevel van de procureur des Konings naar de grens geleid, of gerepatrieerd, wanneer zijn verwijdering langs de lucht of het water noodzakelijk is. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Veroordeelde geregulariseerden zullen met harde hand aangepakt worden.
Art. 16octies (nieuw)
Een artikel 16octies (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 16octies. Zij die wetens een vreemdeling hebben geholpen om een regularisatie op grond van deze wet te bekomen waarop hij geen aanspraak kon maken, zijn, onverminderd de tegen hen uit te spreken straffen, objectief aansprakelijk voor alle schade geleden door de Staat, de gemeenschappen en de gewesten, de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de overheden of de instellingen belast met de toepassing van de wetten en verordeningen betreffende de sociale zekerheid voor werknemers of zelfstandigen, die schade hebben geleden door de regularisatie. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Men moet Belgen en vreemdelingen, die in de verleiding zouden komen om ten gunste van een illegale vreemdeling een valse verklaring af te leggen, iedere zin tot het plegen van bedrog ontnemen.
Art. 17
Dit artikel vervangen als volgt :
« Art. 17. § 1. Binnen de veertig dagen na de bekendmaking van deze wet worden alle kiezers, die ingeschreven zijn op de kiezerslijsten opgemaakt voor de parlementsverkiezingen, opgeroepen om met « ja » of « neen » te antwoorden op de volgende vraag : « is u van mening dat de wet van ... betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk, in werking moet treden ? »
§ 2. De kiezers worden ingedeeld in een Nederlandstalig en een Franstalig kiescollege, op de wijze bepaald voor de laatste Europese verkiezingen. De regels voorgeschreven voor de laatste Europese verkiezingen zijn van overeenkomstige toepassing.
§ 3. De Kamer van volksvertegenwoordigers neemt kennis van de klachten, ingediend tegen de processen-verbaal houdende vaststelling van de uitslag van de volksraadpleging, op de wijze voorgeschreven bij toepassing van artikel 60 van de Grondwet. Klachten kunnen worden ingediend door iedere kiezer die bewijst dat hij aan de volksraadpleging heeft deelgenomen.
§ 4. De uitslag van de volksraadpleging wordt door het Staatshoofd vastgesteld bij een in Ministerraad overlegd besluit, dat in bijlage de uitslag geeft voor ieder kieskanton, voor ieder kiesarrondissement, voor iedere provincie en voor het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, voor ieder kiescollege en ten slotte de totale uitslag.
§ 5. Indien er een meerderheid van ja-stemmen wordt vastgesteld wordt deze wet geacht bekend gemaakt te zijn op de dag van de bekendmaking van de uitslag van de volksraapleging in het Belgisch Staatsblad.
§ 6. Indien er een meerderheid van neen-stemmen wordt vastgesteld wordt deze wet van rechtswege opgeheven. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Het is duidelijk dat er voor de « regularisatie » van illegale vreemdelingen geen meerderheid is onder de bevolking. Toch tracht men deze « regularisatie » aan de bevolking op te dringen. Eerst koos men voor de snelle weg van het koninklijk besluit. Nu moet de parlementaire procedure in alle haast worden afgewerkt. Het spreekt vanzelf dat de ware democraten met een dergelijke gang van zaken niet kunnen akkoord gaan.
Er wordt dan ook voorgesteld om over deze aangelegenheid een volksraadpleging te houden.
Het zal gaan om een bindend referendum.
Art. 17
Dit artikel vervangen als volgt :
« Art. 17. Deze wet treedt in werking de tiende dag na deze van haar bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
De termijn van tien dagen is bedoeld om de burgers en de plaatselijke overheden toe te laten de wet te bestuderen. Op tien dagen kunnen heel wat onderrichtingen aan de gemeente verzonden worden. De regering zal de wet bekendmaken onmiddellijk na de Koninklijke handtekening. Vóór dat tijdstip kunnen geen uitvoeringsbesluiten genomen worden of omzendbrieven opgesteld worden. Het zal een warboel zonder voorgaande worden wanneer alles in zeven haasten wordt afgewerkt.
Art. 18 (nieuw)
Een artikel 18 (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 18. Deze wet houdt evenwel op van kracht te zijn indien zij gedeeltelijk wordt vernietigd door het Arbitragehof. De vernietiging van één enkel woord volstaat voor de toepassing van dit artikel. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
De indieners herhalen hun mening omtrent een gedeeltelijke vernietiging van de wet door het Arbitragehof. Zij zijn ervan overtuigd dat de ontworpen wet niet mag worden aangenomen; dat zij immers geen permanent karakter mag krijgen; dat een gedeeltelijke vernietiging van de wet door het Arbitragehof die dat gevolg zou hebben in ieder geval moet vermeden worden; dat er ten minste met dat doel een wijziging van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof nodig is; dat artikel 142 van de Grondwet een wijziging van deze bijzondere wet in de voorgestelde zin niet verbiedt. Zij zijn van oordeel dat de Kamer van volksvertegenwoordigers voor de eindstemming, bij monde van haar voorzitter, het beredeneerd advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State zou moeten vragen omtrent de mogelijkheid en omtrent alle gevolgen van deze gedeeltelijke vernietiging van de ontworpen wet door het Arbitragehof.
Art. 19 (nieuw)
Een artikel 19 (nieuw) invoegen, luidende :
« Art. 19. Tot deze wet zonder voorwerp is geworden, voor wat betreft de regularisatie van illegale vreemdelingen, brengt de minister om de drie maanden, te rekenen vanaf de in het vorige artikel bedoelde tijdstip, verslag uit bij de Kamers omtrent de toepassing van deze wet. »
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot » regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Het is logisch dat de minister de Kamers officieel, krachtens een bepaling van de wet en niet uit eigen beweging, op de hoogte brengt omtrent de toepassing van de wet.
Art. 12
In §§ 3 en 4 van dit artikel de woorden « prima facie » vervangen door de woorden « na een eerste lezing van de stukken ».
Art. 14
In dit artikel het woord « materieel » vervangen door het woord « daadwerkelijk ».
Art. 15
A. Het cijfer « 15 » vervangen door het woord « vijftien ».
B. Het woord « gebaseerd » vervangen door het woord « gesteund ».
Art. 16
A. In het eerste lid van dit artikel de woorden « verbiedt de aanvrager om een aanvraag in te dienen op grond van » vervangen door « maakt een aanvraag op grond van » en na de woorden « verwijdering van vreemdelingen » het woord « onontvankelijk » toevoegen.
B. In het tweede lid van dit artikel de woorden « verbiedt de aanvrager om, gelijktijdig of daarna, een aanvraag in te dienen op grond van artikel 2 » vervangen door de woorden « maakt een aanvraag, gelijktijdig of daarna ingediend, op grond van artikel 2 van deze wet onontvankelijk ».
Verantwoording
De indieners zijn principieel gekant tegen het hier ingevoerde principe van een massale en qua uitvoering ongecontroleerde en oncontroleerbare zogenaamde « one shot »-regularisatie van illegale vreemdelingen. Dit amendement moet dan ook begrepen worden als een poging om de nefaste gevolgen van een voor het overige onaanvaardbare wet te beperken.
Blijkbaar heeft de minister, waarvan algemeen geweten is dat hij het Nederlands niet machtig is, het wetsontwerp zelf geschreven, want op sommige punten is het ontwerp letterlijk vertaald uit het Frans. Ook in andere opzichten kan het taalgebruik correcter en is het mogelijk de bedoelingen van de tekst duidelijker weer te geven. De redactie van het ontwerp wijst overduidelijk op de Franstalige oorsprong van de tekst die aan de Wetgevende Kamers wordt voorgelegd. Men kan dit een schande noemen. Meer dan 100 jaar na de Gelijkheidswet van 18 april 1898 durft een regering het nog steeds aan om een minderwaardige tekst voor te leggen die een belediging is voor de meerderheid van de bevolking.
Art. 3
In dit artikel de volgende wijzigingen aanbrengen :
A. het tweede lid van dit artikel vervangen als volgt : « Alle leden van de Commissie hebben een of meer plaatsvervangers die hun taken overnemen ingeval zij verhinderd zijn. »;
B. dit artikel aanvullen met de volgende leden :
« De vreemdeling moet worden gehoord op eigen schriftelijk verzoek of zo de Commissie dat wenst. De aldus verschijnende vreemdeling kan zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een advocaat naar keuze, of, zo hij onvoldoende middelen heeft om een verdediger te vergoeden, door een advocaat die door een bureau van consultatie en verdediging werd aangewezen.
De procedure voor de Commissie verloopt mondeling. Ze geschiedt in het Nederlands of het Frans, volgens de keuze van de verschijnende vreemdeling.
Zo die geen van beide talen begrijpt, stelt de Commissie hem voor een beroep te doen op een tolk die de eed aflegt in de volgende bewoordingen :
« Ik zweer dat ik trouw het gezegde zal vertalen dat moet worden overgebracht aan degenen die een verschillende taal spreken. »
De commissie kan zich door deskundigen laten bijstaan.
De procedure voor de aanwijzing van de leden van de Commissie voor regularisatie, alsook de werkwijze van de Commissie, worden vastgelegd bij een in de Ministerraad overlegd besluit. »
Verantwoording
1) Om voor de hand liggende redenen van doeltreffendheid is het onontbeerlijk dat de leden van de Commissie plaatsvervangers hebben die hun taken in geval van verhindering kunnen overnemen.
2) Volgens ons moet de wet een minimum aan werkingsregels bevatten, teneinde de rechten van de verdediging te vrijwaren. Daarom voegen wij nieuwe leden in, waarin die aangelegenheid wordt geregeld.
Het is essentieel een goede afhandeling van de procedure te waarborgen, zodat de Commissie spoedig een oordeel kan vellen over de dossiers die haar worden voorgelegd.
Van ons krijgt de vreemdeling het recht door de Commissie te worden gehoord. Voorts kan hij zich tijdens zijn verschijning voor de Commissie laten bijstaan of zich laten vertegenwoordigen door een advocaat.
Die nadere voorwaarden staan garant voor de eerbiediging van de rechten van de verdediging, zonder evenwel aanleiding te geven tot vertragingsmanoeuvres. Wij achten het ook raadzaam dat de Commissie zich kan laten bijstaan door medische of andere deskundigen.
Wij bieden de asielzoeker tevens de mogelijkheid een beroep te doen op een tolk.
Deze werkings- en procedureregels zijn gebaseerd op die welke overeenkomstig de wet van 15 december 1980 van kracht zijn in de Commissie van advies voor vreemdelingen.
Art. 4
In dit artikel het tweede lid vervangen door de volgende bepaling :
« De Commissie oordeelt binnen twaalf maanden volgend op het jaar waarin zij het volledige dossier heeft ontvangen. Na het verstrijken van die termijn wordt zij geacht een gunstige beslissing te hebben gewezen, die bindend is voor de minister. »
Verantwoording
Teneinde onafhankelijk te oordelen zoals de regering dat overigens zelf ook wil, afgaande op haar nota over het immigratiebeleid , moet de Commissie hoe dan ook over de regularisatieaanvragen kunnen oordelen en volstaat een eenvoudig advies aan de minister niet. Een advies zou immers niet de ongerustheid wegnemen over de te grote discretionaire macht om niet te zeggen de willekeur van de minister.
Als het zoals overigens uit de intenties van de regering blijkt de bedoeling is de beslissing onbetwistbaar te maken, dan moet zij in elk geval door een onafhankelijk werkende Commissie worden genomen. Ter herinnering : dat streven staat vermeld in de regeringsverklaring en in de nota van de minister van Binnenlandse Zaken over het immigratiebeleid.
De termijn waarin de Commissie moet oordelen, dient duidelijk in de wet te worden vastgelegd.
Indien de Commissie de beschikking krijgt over voldoende inzonderheid personele middelen, kan zij alle dossiers binnen die termijn afhandelen.
Voor de doeltreffendheid van de maatregel is het eveneens van belang dat een en ander met een sanctie gepaard gaat : als de termijn eenmaal is verstreken, wordt de Commissie geacht een gunstige beslissing te hebben gewezen waaraan de minister zich moet houden.
Bovendien is het de bedoeling met dit amendement tegemoet te komen aan een opmerking van de Raad van State, die heeft gesteld dat het derhalve beter is « een termijn te bepalen waarin de minister de aanvragen zal moeten behandelen, veeleer dan een datum te bepalen waarop de wet volledig ophoudt van kracht te zijn ». Daarmee wordt in onze ogen de Commissie bedoeld.
Art. 5
In dit artikel, na de woorden « de minister », de woorden « na advies van de Commissie voor regularisatie » invoegen.
Verantwoording
Zoals wij de Commissie de bevoegdheid verlenen om zich te kunnen uitspreken over de regularisatieaanvragen, is het ons inziens ook de taak van die Commissie om te beoordelen of kennelijk bedrog werd gepleegd en om advies te verstrekken over de onverenigbaarheid van die regularisatie met 's lands veiligheid of met de openbare orde.
Deze zienswijze lijkt ons beter aan te sluiten bij de opvatting dat de beslissing onbetwistbaar is, wat ook door de regering gewild wordt en ze steunt op dezelfde opzet als die van het amendement ingediend op artikel 4.
Art. 8
In het eerste lid van dit artikel de woorden « binnen de maand » vervangen door de woorden « binnen twee maanden ».
Verantwoording
Gelet op de belangrijke taak die de gemeenten in het raam van die regularisatieprocedure wordt opgedragen, lijkt de termijn waarbinnen zij een sociaal verslag moeten overzenden ons veel te kort. De toevloed van dossiers dreigt die gemeenten immers binnen de kortste keren voor een berg administratief werk te plaatsen. Opdat die enquêtes in alle sereniteit kunnen verlopen en doordat niet uit te sluiten valt dat ze in de loop van de regularisatieprocedure een aanzienlijke omvang kunnen aannemen, stellen wij dan ook voor die termijn met een maand te verlengen.
Art. 9
In dit artikel de volgende wijzigingen aanbrengen :
A. Het 1º doen vervallen;
B. In het 5º, het woord « en » vervangen door het woord « of » ;
C. Het 9º vervangen door de volgende bepaling :
« 9º voor de in artikel 2, 4,º bedoelde vreemdelingen een bewijs door alle wettelijke middelen dat hun aanwezigheid in België teruggaat tot meer dan zes jaar, of tot ten hoogste vijf jaar voor de gezinnen met minderjarige kinderen verblijvend in België op 1 oktober 1999.
Indien de vreemdeling door alle wettelijke middelen bewijst dat hij reeds 4 jaar in België verblijft, of 5 jaar voor gezinnen met minderjarige kinderen verblijvend in België op 1 oktober 1999, wordt zijn aanvraag tot regularisatie beoordeeld op grond van de duurzame aard van zijn sociale banden in België en de humanitaire omstandigheden die hij kan inroepen ».
Verantwoording
1. Zoals wij reeds herhaaldelijk hebben opgemerkt, zijn wij van mening dat het bewijs van het verblijf op het grondgebied door alle wettelijke middelen kan worden geleverd (huurovereenkomst, abonnement op het openbaar vervoer, ...). Indien wij het werkelijk voor vele mensen mogelijk willen maken uit de clandestiniteit te treden, is het absoluut noodzakelijk dat ze dat door alle wettelijke middelen kunnen bewijzen. Bovendien vinden wij dat het bewijs van verblijf enkel zin heeft voor het vierde criterium en betrekken wij dit bewijs enkel op die laatste categorie.
2. Wij vinden dat de aanvrager de keuze moet krijgen tussen het aanduiden van zijn verblijfplaats of van het adres waar hij woonplaats kiest in het kader van de procedure. Bepaalde mensen zullen immers geen aanvraag durven indienen als zij hun verblijfplaats moeten aanduiden. Wij wensen voor deze regularisatie een vertrouwenssfeer te scheppen zodat iedereen de kans krijgt uit de clandestiniteit te treden. Wij bieden de vreemdelingen dus de mogelijkheid het adres aan te duiden waar hij woonplaats kiest in het kader van de procedure.
3. Wij verduidelijken de criteria, zodat de vreemdeling geregulariseerd kan worden als hij door alle wettelijke middelen het bewijs levert dat hij reeds zes jaar in België verblijft, of vijf jaar voor gezinnen met minderjarige kinderen. Indien de duur van het verblijf echter geen vijf of zes jaar is maar wel vijf of vier jaar, zal er bij het beoordelen van de aanvraag rekening worden gehouden met de duurzame sociale banden en met humanitaire omstandigheden.
Art. 12
Dit artikel vervangen als volgt :
« Art. 12. Wanneer het secretariaat van de Commissie voor regularisatie vaststelt dat het dossier dat gevoegd werd bij de aanvraag, volledig is, zendt het de aanvraag met een gunstig advies voor beslissing over aan de Commissie.
Wanneer het secretariaat van de Commissie voor regularisatie vaststelt dat het dossier dat gevoegd werd bij de aanvraag, onvolledig is of stukken bevat die aanleiding kunnen geven tot betwisting, stelt het de aanvrager daarvan in kennis bij aangetekende brief die dan drie weken tijd heeft om zijn dossier aan te vullen.
In elk van die onderstellingen komt het de Commissie voor regularisatie toe om zich over de aanvraag uit te spreken. »
Verantwoording
Het lijkt ons niet wenselijk dat de beoordeling van de ontvankelijkheid van de aanvragen zou worden toevertrouwd aan de secretarissen van de Commissie want die beoordeling vormt een belangrijke fase in het beslissingsproces. Om de onweerlegbaarheid van de beslissing te garanderen, heeft de minister een Commissie ingesteld. Moet dat beginsel van het begin af ter discussie worden gesteld door een maatregel die dat evenwicht komt verstoren ? Acht het secretariaat het dossier volledig, dan zendt het dat met een gunstig advies over aan de Commissie. Wordt het dossier door het secretariaat daarentegen onvolledig bevonden, dan verzoekt het de vreemdeling het binnen drie weken aan te vullen.
Art. 14
In dit artikel de woorden « tenzij de aanvraag onmiskenbaar niet beantwoordt aan de voorwaarden bepaald in artikel 9, » doen vervallen.
Verantwoording
Wij laten dit zinsdeel weg, want hoe zou men van te voren en zonder grondig onderzoek kunnen weten dat de aanvraag onmiskenbaar niet beantwoordt aan de in artikel 9 gestelde voorwaarden ? A priori aanvragen weigeren, zonder dat de Commissie zich over het dossier heeft kunnen uitspreken, is niets minder dan een beknotting van de procedure.
Art. 9
In het 9º, eerste lid, de uitdrukking « en/of » telkens vervangen door het woord « of » .
Verantwoording
De minister heeft in zijn antwoorden aangegeven dat de in het 9º, bepaalde criteria niet cumulatief zijn. Ter verduidelijking van de tekst lijkt het ons dus aangewezen telkens het woord « en » te schrappen wanneer het onmiddellijk door het woord « of » wordt gevolgd.
Art. 4
Het tweede lid van dit artikel vervangen als volgt :
« De Commissie brengt een advies uit aan de minister, die slechts van een gunstig advies kan afwijken om redenen die verband houden met de handhaving van de openbare orde of wanneer ernstige overtredingen werden begaan ».
Verantwoording
De minister heeft verklaard dat hij geen reden ziet waarom hij van het advies van de Commissie zou afwijken, tenzij om redenen die verband houden met de handhaving van de openbare orde of wanneer strafbare feiten werden gepleegd. We hebben derhalve een amendement geredigeerd waarin die verklaringen formeel zijn opgenomen.
Art. 15
In dit artikel de volgende wijzigingen aanbrengen :
A. Na de woorden « voor onderzoek gestuurd naar de Commissie voor regularisatie » de woorden « nadat elke aanvrager per aangetekende brief in kennis gesteld is van deze overzending aan de Commissie voor regularisatie » invoegen.
B. De woorden « na de bekendmaking van deze wet » vervangen door de woorden « na de ontvangst van de aangetekende brief waarin zij in kennis gesteld worden van de overzending van hun aanvraag aan de Commissie voor regularisatie » .
Verantwoording
Volgens ons is het absoluut noodzakelijk dat de aanvrager persoonlijk op de hoogte gebracht wordt van de overzending van zijn dossier aan de Commissie voor regularisatie en dat de termijn waarover de aanvrager beschikt om te reageren, begint te lopen vanaf het ogenblik waarop hij op de hoogte is gebracht.
Art. 2
Dit artikel vervangen als volgt :
« Art. 2. In de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wordt een artikel 9bis ingevoegd luidende :
« Art. 9bis. Er wordt een Commissie voor regularisatie opgericht door de Koning die, op de wijze door de Koning bepaald en onverminderd de andere bepalingen van dit hoofdstuk, machtiging kan verlenen tot een verblijf van meer dan drie maanden aan :
1. de goed geïntegreerde vreemdeling die de erkenning van de hoedanigheid van vluchteling heeft aangevraagd zonder een uitvoerbare beslissing te hebben ontvangen binnen een termijn van vier jaar en die onafgebroken op het grondgebied van het Rijk verbleef in de periode tussen de aanvraag tot erkenning van de hoedanigheid van vluchteling en de aanvraag tot machtiging tot een verblijf van meer dan drie maanden. Deze termijn wordt herleid tot drie jaar voor de gezinnen met minderjarige, schoolgaande kinderen die in België verblijven;
2. de vreemdeling die, ten gevolge van buitengewone omstandigheden en om redenen onafhankelijk van zijn wil, voorlopig niet kan terugkeren, naar het land of de landen waar hij voor zijn aankomst in België gewoonlijk verbleef, noch naar zijn land van herkomst, noch naar het land waarvan hij de nationaliteit heeft;
3. de vreemdeling van wie de terugkeer voorlopig wordt belet door een ernstige ziekte, vastgesteld door twee beoefenaars van de geneeskunde, onafhankelijk van elkaar;
4. de goed geïntegreerde vreemdeling die in de loop van de zes jaar voorafgaand aan de aanvraag onafgebroken in ons land verbleef zonder een bevel om het grondgebied te verlaten te hebben ontvangen of die om humanitaire redenen en een bijzondere relatie tot Belgen of in Begië gevestigde vreemdelingen kan bewijzen. Deze termijn wordt herleid tot vijf jaar voor gezinnen met minderjarige, schoolgaande kinderen die in België verblijven.
In afwijking van artikel 13 van deze wet wordt de machtiging tot verblijf aan de vreemdelingen bedoeld onder 2º en 3º verleend voor beperkte tijd. De Commissie voor regularisatie kan de machtiging voor beperkte duur verlengen.
Met het oog op hun inburgering in de maatschappij kan de Commissie voor regularisatie een overeenkomst sluiten met de vreemdelingen die niet goed geïntegreerd zijn en die beantwoorden aan de andere voorwaarden zoals omschreven onder 1º en 4º. Die overeenkomst moet de vreemdeling minimaal toelaten binnen een bepaalde periode, die het jaar niet mag overschrijden, de taalkennis van één van de drie landstalen te verwerven. De weigering deze overeenkomst te sluiten of de niet-naleving ervan sluit de aanvrager definitief uit van een machtiging tot verblijf van meer dan drie maanden.
De vreemdeling die een gevaar oplevert voor de openbare orde of de nationale veiligheid of die een manifeste fraude heeft gepleegd in het kader van de procedure voor de aanvraag tot asiel of tot regularisatie is van de toepassing van dit artikel uitgesloten.
De Commissie voor regularisatie deelt haar beslissingen mee aan de minister of zijn gemachtigde, die binnen de maand een afwijkende beslissing kan nemen. »
Verantwoording
In plaats van een tijdelijke wet dringt een grondige oplossing voor het probleem van de regularisaties zich op via een aanpassing van de Vreemdelingenwet. Het vaststellen van verblijfstermijnen in een tijdelijke wet is immers in zekere mate arbitrair en houdt wegens de schending van het gelijkheidsbeginsel en het beginsel van niet-discriminatie het reële risico in dat binnen enkele jaren een nieuwe zogezegde eenmalige uitgebreide regularisatie nodig zal zijn voor mensen die nu uit de boot zijn gevallen. Ook de Raad van State heeft hierop gewezen in zijn advies over het voorontwerp van wet. Omwille van de gelijkberechtiging stelt dit amendement dus voor de bestaande wetgeving te preciseren en te verfijnen.
Strikte criteria en welomschreven categorieën moeten evenwel vermijden dat illegaliteit beloond wordt. De omschrijving van de categorieën is dan ook strikter dan in het wetsontwerp. In plaats van een precedent voor een regelmatig weerkerende regularisatie onder soepele voorwaarden te scheppen door het voorliggende wetsontwerp, is het de bedoeling met dit amendement in strikte en duidelijke criteria te voorzien in de Vreemdelingenwet van 1980.
In tegenstelling tot het wetsontwerp voorziet deze bepaling onder meer in de volgende verbeteringen :
Vluchtelingen die jaren geleden onder de voorwaarden vielen en reeds zijn teruggekeerd naar hun land worden uitdrukkelijk uitgesloten.
Kinderen moeten bijvoorbeeld effectief naar school gaan, wanneer zij van belang zijn voor het bepalen van de termijn.
Ook wordt de vierde categorie strikt gebonden aan een langdurige termijn van verblijf.
Voor de tweede en derde categorie wordt duidelijk bepaald dat de regularisatie van het verblijf slechts voor beperkte duur mogelijk is.
Er wordt ook een alinea toegevoegd om de vreemdelingen van de eerste of vierde categorie zo nodig te verplichten zich in te burgeren. De goede integratie kan door de commissie worden getoetst aan de hand van de kennis van één de drie landstalen bij volwassenen en het vervullen van de leerplicht door de kinderen. Wie hieraan niet beantwoordt zou dus een bijzondere verblijfsvergunning verkrijgen voor maximum één jaar, waarbinnen men onder andere verplicht kan worden zich in te schrijven bij een erkende cursus voor taal- en maatschappijkennis en een gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling en waarbij het schoollopen van de kinderen wordt opgevolgd. De taalkennis is hier het belangrijkst en wordt daarom uitdrukkelijk in het artikel vermeld. Na het verstrijken van de termijn moet de commissie evalueren of de overeenkomst werd nageleefd. Wie initieel weigerde een overeenkomst te ondertekenen of ze niet naleefde, krijgt een bevel om het grondgebied te verlaten en kan geen machtiging tot verblijf van meer dan drie maanden meer bekomen.
De mogelijkheid om de minister alsnog een afwijkende beslissing te kunnen laten nemen is ingegeven door het feit dat de minister politiek verantwoordelijk blijft voor de toegang en het verblijf van vreemdelingen op ons grondgebied. Bij stilzwijgen van de minister na het verloop van deze toezichtstermijn wordt hij evenwel geacht de beslissing te aanvaarden.
Opschrift
Het opschrift vervangen als volgt :
« Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen ».
Verantwoording
Bij aanvaarding van het vorige amendement nr. 62 dient uiteraard het opschrift van het wetsontwerp te worden gewijzigd.
Art. 3
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Ingevolge het amendement in hoofdorde op artikel 2, waarbij de Vreemdelingenwet van 1980 wordt gewijzigd, is dit artikel van het wetsontwerp zonder voorwerp.
Art. 4
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Ingevolge het amendement in hoofdorde op artikel 2, waarbij de Vreemdelingenwet van 1980 wordt gewijzigd, is dit artikel van het wetsontwerp zonder voorwerp.
Nr. 66 VAN DE DAMES de BETHUNE, THIJS EN DE SCHAMPHELAERE
Art. 5
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Ingevolge het amendement in hoofdorde op artikel 2, waarbij de Vreemdelingenwet van 1980 wordt gewijzigd, is dit artikel van het wetsontwerp zonder voorwerp.
Art. 6
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Ingevolge het amendement in hoofdorde op artikel 2, waarbij de Vreemdelingenwet van 1980 wordt gewijzigd, is dit artikel van het wetsontwerp zonder voorwerp.
Art. 7
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Ingevolge het amendement in hoofdorde op artikel 2, waarbij de Vreemdelingenwet van 1980 wordt gewijzigd, is dit artikel van het wetsontwerp zonder voorwerp.
Art. 8
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Ingevolge het amendement in hoofdorde op artikel 2, waarbij de Vreemdelingenwet van 1980 wordt gewijzigd, is dit artikel van het wetsontwerp zonder voorwerp.
Art. 9
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Ingevolge het amendement in hoofdorde op artikel 2, waarbij de Vreemdelingenwet van 1980 wordt gewijzigd, is dit artikel van het wetsontwerp zonder voorwerp.
Art. 10
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Ingevolge het amendement in hoofdorde op artikel 2, waarbij de Vreemdelingenwet van 1980 wordt gewijzigd, is dit artikel van het wetsontwerp zonder voorwerp.
Art. 11
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Ingevolge het amendement in hoofdorde op artikel 2, waarbij de Vreemdelingenwet van 1980 wordt gewijzigd, is dit artikel van het wetsontwerp zonder voorwerp.
Art. 12
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Ingevolge het amendement in hoofdorde op artikel 2, waarbij de Vreemdelingenwet van 1980 wordt gewijzigd, is dit artikel van het wetsontwerp zonder voorwerp.
Art. 13
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Ingevolge het amendement in hoofdorde op artikel 2, waarbij de Vreemdelingenwet van 1980 wordt gewijzigd, is dit artikel van het wetsontwerp zonder voorwerp.
Art. 14
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Ingevolge het amendement in hoofdorde op artikel 2, waarbij de Vreemdelingenwet van 1980 wordt gewijzigd, is dit artikel van het wetsontwerp zonder voorwerp.
Art. 15
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Ingevolge het amendement in hoofdorde op artikel 2, waarbij de Vreemdelingenwet van 1980 wordt gewijzigd, is dit artikel van het wetsontwerp zonder voorwerp.
Art. 16
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Ingevolge het amendement in hoofdorde op artikel 2, waarbij de Vreemdelingenwet van 1980 wordt gewijzigd, is dit artikel van het wetsontwerp zonder voorwerp.
(Subsidiair op amendement nr. 56)
Art. 9
In het 1º van dit artikel een c) toevoegen, luidende : « c) attesten van de NGO's. »
Art. 6
In dit artikel de woorden « waarvoor de Minister, aanhangig gemaakt door de Commissie voor regularisatie, acht dat » vervangen door de woorden « van wie de Commissie voor regularisatie oordeelt dat ».
Verantwoording
Zelfde verantwoording als amendement nr. 54.