1-1118/3 | 1-1118/3 |
19 NOVEMBER 1998
Het commissielid legt uit dat dit wetsvoorstel geen buitengewoon grote veranderingen beoogt. Het is alleen een manier om een kalenderprobleem op te lossen. Sedert de wet van 5 november 1993 die de wet van 14 juli 1991 heeft gewijzigd, beginnen zowel de winter- als de zomerkoopjes op een welbepaalde dag die in de wet is vastgelegd, namelijk 3 januari voor de winterkoopjes en 1 juli voor de zomerkoopjes.
Men moet er zich rekenschap van geven dat de officiële begindatum van de winterkoopjes in 1999 voor het eerst samenvalt met een zondag.
De tabel die in de toelichting is opgenomen, geeft voor de komende jaren de dagen aan waarop 3 januari of 1 juli een zondag is.
Aangezien 3 januari volgend jaar op een zondag valt, zullen ofwel de winkels de koopjesperiode laten aanvangen op zaterdag 2 januari, wat in strijd is met de wet; ofwel zullen de winkels beslissen open te zijn op zondag 3 januari, de eerste dag van de koopjesperiode. Dat laatste zou dan weer tot problemen leiden voor de werknemers, vooral in de textiel- en schoenensector.
Op verzoek van die sectoren werd dit wetsvoorstel dan ook ingediend in de hoop het zo spoedig mogelijk behandeld te zien. Het wetsvoorstel is beknopt aangezien het gewoon een lid toevoegt aan artikel 52, § 1, van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument.
Dit nieuwe lid is geformuleerd als volgt : « Wanneer 3 januari of 1 juli op een zondag valt, mogen de in artikel 49 bedoelde tekoopaanbiedingen en verkopen een dag eerder beginnen. » Bijgevolg zouden ze respectievelijk op 2 januari en 30 juni beginnen.
Een koninklijk besluit maakt het nu al mogelijk dat winkels drie keer per jaar op zondag open zijn. Gewoonlijk gaat het om de zondag vóór Kerstmis en om twee andere zondagen, waaronder de zondag vóór Nieuwjaarsdag. Het is enigszins moeilijk de derde zondag te laten samenvallen met de dag waarop de winterkoopjes beginnen want dan zou het gaan om drie opeenvolgende zondagen.
Een lid vindt dat het voorliggend wetsvoorstel de logica zelve is. Het is duidelijk dat voor winkels met tewerkgesteld personeel de wet moeilijk kan worden gevolgd wanneer de begindatum van een soldenperiode op een zondag valt.
Spreker stelt voor om in samenhang met de wijziging die artikel 2 van het wetsvoorstel voorziet, ook een wijziging door te voeren in artikel 53, § 1, van de wet, waar melding wordt gemaakt van de sperperiode. Deze bepaling preciseert immers eveneens de data tot waar de sperperiodes lopen. Het aannemen van artikel 2 zonder meer zou dus tot tegenstrijdige bepalingen binnen de wet van 14 juli 1991 kunnen leiden. Bijgevolg is ook een wijziging van artikel 53, § 1, van voornoemde wet noodzakelijk.
De andere leden sluiten zich aan bij het voorgaande commissielid.
Artikel 1
Dit artikel geeft geen aanleiding tot opmerkingen.
Artikel 2
De heer Hatry dient amendement nr. 1 in :
« In de Franse tekst de woorden « la veille » vervangen door de woorden « le jour précédant ces dates. »
De indiener is van mening dat de woorden « la veille » niet duidelijk genoeg zijn, vooral niet vanuit kalenderoogpunt. De andere commissieleden zijn het daarmee eens na kennis genomen te hebben van de betekenis van het woord « la veille » in de gezaghebbende woordenboeken.
Artikel 2bis (nieuw)
Mevrouw Van der Wildt c.s. dient amendement nr. 2 in :
« Een artikel 2bis invoegen, luidende :
« Art. 2bis. In artikel 53, § 1, van dezelfde wet, wordt tussen het eerste en het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidende :
« In het geval bedoeld in artikel 52, § 1, tweede lid, eindigt de sperperiode een dag eerder dan bedoeld in alinea 1. »
Artikel 3 (oud)
Dit artikel geeft geen aanleiding tot opmerkingen.
Artikel 1 wordt eenparig aangenomen door de 8 aanwezige leden.
Amendement nr. 1 op artikel 2 wordt eveneens eenparig aangenomen door de 8 aanwezige leden.
Artikel 2, aldus geamendeerd, wordt met dezelfde eenparigheid aangenomen.
Amendement nr. 2 tot invoeging van een artikel 2bis (nieuw) wordt eenparig aangenomen door de 8 aanwezige leden.
Artikel 3, dat artikel 4 wordt, wordt eveneens eenparig aangenomen door de 8 aanwezige leden.
De artikelen van het wetsvoorstel zullen worden vernummerd.
Het aldus geamendeerde wetsvoorstel wordt eenparig aangenomen door de 8 aanwezige leden.
Dit verslag is eenparig goedgekeurd door de 8 aanwezige leden.
De rapporteur,
Francy VAN DER WILDT. |
De voorzitter,
Paul HATRY. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Artikel 52, § 1, van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, gewijzigd door de wet van 5 november 1993 wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :
« Wanneer 3 januari of 1 juli op een zondag valt, mogen de in artikel 49 bedoelde tekoopaanbiedingen en verkopen een dag eerder beginnen. »
Art. 3 (nieuw)
In artikel 53, § 1, van dezelfde wet, wordt tussen het eerste en het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidende :
« In het geval bedoeld in artikel 52, § 1, tweede lid, eindigt de sperperiode een dag eerder dan bedoeld in het eerste lid. »
Art. 4 (oud artikel 3)
Deze wet treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.