1-51 | 1-51 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCES DU JEUDI 13 JUIN 1996 |
VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 13 JUNI 1996 |
Stemming over de gewone motie
Vote sur la motion pure et simple
De Voorzitter. Dames en heren, tot besluit van de op 6 juni in plenaire vergadering gestelde vraag om uitleg van de heer Vergote aan de minister van Justitie over « de mensonwaardige behandeling, onnodige opsluiting in veiligheidscellen en respectloze ondervragingstechnieken van verdachten tijdens hun voorarrest in Belgische gevangenissen » werden twee moties ingediend.
Mesdames, messieurs, deux motions ont été déposées en conclusion de la demande d'explications de M. Vergote au ministre de la Justice sur « les traitements inhumains, l'enfermement inutile dans les cellules de sécurité et les techniques d'interrogatoire irrespectueuses au cours de la détention préventive des inculpés dans les prisons belges », développée le 6 juin en séance plénière.
De ene, de gewone motie, door de heer D'Hooghe, luidt :
« De Senaat,
Gehoord de vraag om uitleg van de heer Vergote en het antwoord van de minister van Justitie,
Gaat over tot de orde van de dag. »
« Le Sénat,
Ayant entendu la demande d'explications de M. Vergote et la réponse du ministre de la Justice,
Passe à l'ordre du jour. »
De andere, door de heren Coveliers, Desmedt, mevrouw Milquet, de heren Anciaux, Boutmans en Devolder, luidt :
« De Senaat,
Gehoord de vraag om uitleg van de heer Vergote en het antwoord van de minister van Justitie,
Stelt vast dat er mogelijkerwijze in de gerechtelijke onderzoeken in België praktijken worden toegepast die niet stroken met de rechten van de mens, noch met de normen vastgelegd in door België ondertekende verdragen,
Verzoekt de minister een onderzoek in te stellen naar de omvang en verspreiding van deze praktijken,
Verzoekt de minister om de opsporingsambtenaren, magistraten en penitentiaire ambtenaren te wijzen op het respect van het individu waarop een gedetineerde recht heeft,
Vraagt de minister jaarlijks een rapport aan de Senaat te bezorgen omtrent de toestand in de Belgische gevangenissen, de eventuele klachten over mishandelingen en het daaraan gegeven gevolg. »
« Le Sénat,
Ayant entendu la demande d'explications de M. Vergote et la réponse du ministre de la Justice,
Constate que lors des enquêtes judiciaires en Belgique on applique peut-être des pratiques contraires aux droits de l'homme et aux normes établies dans les traités signés par la Belgique,
Demande au ministre d'ouvrir une enquête sur l'ampleur et la diffusion de ces pratiques,
Demande au ministre d'attirer l'attention des officiers de la police judiciaire, des magistrats et des agents pénitentiaires sur le respect individuel auquel le détenu a droit,
Demande au ministre de communiquer chaque année un rapport au Sénat concernant la situation dans les prisons belges, les plaintes éventuelles sur de mauvais traitements et la suite y réservée. »
Overeenkomstig ons Reglement stemmen wij over de gewone motie die de voorrang heeft.
Conformément à notre Règlement, nous votons sur la motion pure et simple qui bénéficie de la priorité.
Het woord is aan de heer Coveliers.
De heer Coveliers (VLD). Mijnheer de Voorzitter, de heer Vergote heeft naar aanleiding van een eerder individuele zaak de problematiek van de behandeling van verdachten in dit land nogmaals duidelijk naar voren gebracht. Tijdens de interessante discussie die daarop volgde, hebben leden van zo wat alle fracties het woord genomen. Tot slot van deze discussie werd een motie ingediend die door leden van die verschillende fracties werd ondertekend. Pas in ultimo werd er ook een gewone motie ingediend.
De manier waarop een gemeenschap omgaat met individuen die er van worden verdacht de normen te overtreden, is een maatstaf voor de beschavingsgraad van deze gemeenschap. Deze wijze woorden werden gesproken door Winston Churchill. Er kan uiteraard niet voor honderd procent worden belet dat in het volledige kader van opsporingsambtenaren, magistraten en penitentiaire ambtenaren er één is, die zich bij de behandeling van verdachten schuldig maakt aan procedures die niet conform zijn met verdragen die België heeft gesloten. Ik denk hierbij aan ondervragingstechnieken die verboden zijn met toepassing van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en voor de bescherming van de fundamentele vrijheden en aan de verdragen op het verbod van folteren.
Terloops verwijs ik naar het voor België niet zo gunstige verslag ter zake van de commissie. Met de gewraakte methoden wordt getracht van de verdachte bekentenissen af te dwingen zelfs over zaken die hij niet kan bekennen omdat ze geen plaats hebben gevonden of eenvoudigweg onjuist zijn.
De tekst van de gemotiveerde motie is zeer voorzichtig en bepaalt enkel dat de Senaat vaststelt dat er mogelijkerwijze bij de gerechtelijke onderzoeken in België praktijken worden toegepast die niet stroken met de rechten van de mens. Aan de minister wordt gevraagd een onderzoek in te stellen naar de spreiding van deze praktijken. Dit past volledig in zijn opdracht. Verder vragen wij dat alle opsporingsambtenaren, magistraten en penitentiaire ambtenaren nogmaals zouden worden aangemaand tot respect voor de gedetineerden, de verdachten en ook van de veroordeelden. Tenslotte vragen wij aan de minister om jaarlijks verslag uit te brengen bij de Senaat over de toestand in de Belgische gevangenissen, met vermelding van de klachten over mishandeling en van het gevolg dat daaraan eventueel werd gegeven.
Mijnheer de Voorzitter, ik zie niet in op grond van welke argumenten iemand zich tegen deze vragen zou kunnen verzetten. Deze motie spreekt geenszins het wantrouwen tegen de minister uit; ze houdt alleen de veronderstelling in dat volgens sommige aanwijzingen hier en daar wantoestanden bestaan en dringt aan op het opstellen van een rapport en het richten van een aanmaning tot alle betrokken ambtenaren. Aangezien de gemotiveerde motie door nagenoeg alle fracties werd ondertekend en van alle senatoren mag worden aangenomen dat zij de rechten van de mens als algemeen geldende en dus voor eenieder toepasbare rechten beschouwen, zal ze wellicht unaniem worden goedgekeurd. (Applaus.)
De Voorzitter. Het woord is aan de heer Vandenberghe voor een stemverklaring.
De heer Vandenberghe (CVP). Mijnheer de Voorzitter, de CVP-fractie zal de gewone motie goedkeuren. Dat neemt niet weg dat de bezorgdheid over het eventueel bestaan van bepaalde onaanvaardbare praktijken bij de vrijheidsberoving of tijdens de ondervraging, waaraan de gemotiveerde motie uiting geeft, door de CVP wordt gedeeld. Onze fractie is echter van oordeel dat het debat hierover pas begonnen is en dat het nog niet kan worden afgesloten. De materie is nog verre van uitgeput en de CVP stelt overeenkomstig de nieuwe werkmethodes van de Senaat voor daarover een meer uitgebreid debat in de commissie te organiseren dat eventueel wordt afgesloten met een inhoudelijke stellingname.
M. le Président. La parole est à Mme Willame pour une explication de vote.
Mme Willame-Boonen (PSC). Monsieur le Président, le Sénat étant notamment une chambre de réflexion, nous pourrions revenir sur le sujet, qui est grave, difficile et important.
Quoi qu'il en soit, le fait que le groupe PSC, dans sa grande majorité, s'exprimera dans un instant en faveur de la motion pure et simple ne signifie pas que le problème est classé à notre estime et que nous ne reviendrons pas rapidement sur la question. (Applaudissements.)
M. le Président. La parole est à M. Lallemand.
M. Lallemand (PS). Monsieur le Président, j'ai écouté la déclaration de M. Vandenberghe. Il est clair que la commission de la Justice ne peut ignorer les points soulevés. Je signale qu'elle a commencé à prendre des décisions précises en la matière et que nous reviendrons sur le sujet lors d'un prochain débat en commission de la Justice.
De Voorzitter. Het woord is aan de heer Verreycken voor een stemverklaringen.
De heer Verreycken (Vl. Bl.). Mijnheer de Voorzitter, omwille van ongeveer een gelijklopende argumentatie als deze van collega Vandenberghe zullen wij de gemotiveerde motie goedkeuren.
De Voorzitter. Het woord is aan de heer Boutmans.
De heer Boutmans (CVP). Mijnheer de Voorzitter, de woorden van de heer Vandenberghe zijn op zichzelf behartenswaardig en worden trouwens bijgetreden door de voorzitter van de commissie voor de Justitie. Ik vind echter niet dat het één het ander uitsluit. Ik zie niet in waarom we zouden weigeren ons vandaag over de gemotiveerde motie uit te spreken. Ze belet zeker niet om later het debat uitvoeriger te voeren en we prejudiciëren er het ook niet door. (Applaus.)
M. le Président. La parole est à M. Desmedt.
M. Desmedt (PRL-FDF). Monsieur le Président, j'ai cosigné cette motion avec d'autres collègues car la demande d'explications de M. Vergote se rapporte à des faits extrêmement graves, contestés par le ministre, mais sur lesquels il semble indispensable de mener une enquête sérieuse.
La motion demande simplement que cette enquête soit réalisée et je ne puis comprendre le point de vue de la majorité lorsqu'elle déclare que la commission de la Justice du Sénat « va se pencher » sur ce problème.
En réalité, telle que présentée, la motion permet d'ouvrir le dossier et invite le ministre à fournir les éléments nécessaires pour que la commission de la Justice puisse examiner la situation.
J'estime donc que la motion pure et simple est une dérobade face un problème sérieux, qui mériterait un examen de la part du ministre de la Justice.
Je constate que, confronté à des accusations très graves sur des comportements qui auraient eu lieu à Courtrai, le ministre de la Justice refuse d'ouvrir une enquête. (Applaudissements.)
De Voorzitter. Het woord is aan de heer Loones voor een stemverklaring.
De heer Loones (VU). Mijnheer de Voorzitter, wij zitten in de oppositie en dus in het kamp van degenen die tegen de gewone motie zullen stemmen. Ik kan enkel vaststellen dat in een Senaat, waar een Regering niet kan vallen, men erin slaagt om over een tekst waar iedereen, ook de minister, het volmondig over eens is, totaal tegengestelde stemhoudingen aan te nemen. Dit is waarschijnlijk slechts mogelijk in een reflectiekamer zoals de Belgische Senaat. (Applaus.)
De Voorzitter. Wij gaan over tot de stemming.
Nous passons au vote.
Er wordt tot naamstemming overgegaan.
Il est procédé au vote nominatif.
61 leden zijn aanwezig.
61 membres sont présents.
34 stemmen ja.
34 votent oui.
25 stemmen neen.
25 votent non.
2 onthouden zich.
2 s'abstiennent.
Derhalve is de gewone motie aangenomen.
En conséquence, la motion pure et simple est adoptée.
Ja hebben gestemd :
Ont voté oui :
M. Bourgeois, Mme Bribosia-Picard, MM. Busquin, Caluwé, Mme Cantillon, MM. Chantraine, G. Charlier, Ph. Charlier, Mmes de Bethune, Delcourt-Pêtre, MM. Delcroix, D'Hooghe, Erdman, Happart, Hostekint, Hotyat, Lallemand, Mme Lizin, M. Mahoux, Mme Maximus, MM. Moens, Mouton, Nothomb, Pinoie, Poty, Santkin, Mme Sémer, M. Swaelen, Mme Thijs, MM. Tobback, Vandenberghe, Mme Van der Wildt, M. Weyts et Mme Willame-Boonen.
Neen hebben gestemd :
Ont voté non :
MM. Boutmans, Buelens, Ceder, Coene, Mme Cornet d'Elzius, MM. Coveliers, Daras, Mme Dardenne, MM. Desmedt, Destexhe, Devolder, Goovaerts, Goris, Hatry, Jonckheer, Loones, Mmes Mayence-Goossens, Milquet, Nelis-Van Liedekerke, MM. Raes, Vandenbroeke, Van Hauthem, Vautmans, Vergote et Verreycken.
Onthouden hebben zich :
Se sont abstenus :
Mme Leduc et M. Verhofstadt.