1-685/1

1-685/1

Belgische Senaat

ZITTING 1996-1997

26 JUNI 1997


Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting, wat betreft de rechtbank van eerste aanleg te Hoei

(Ingediend door de dames Lizin en Bribosia-Picard)


TOELICHTING


De achterstand bij de gerechten is voor de hoven en rechtbanken een levensgroot probleem geworden dat onmiskenbaar strijdig is met de belangen van de rechtzoekenden, de werking van de gerechtelijke wereld en de goede bedeling van het recht in het bijzonder.

Deze ongezonde overbelasting komt niet alleen voor in de hoven van beroep waar gevreesd mag worden dat het overgrote deel van de zaken verdaagd wordt tot een rechtsdag na het jaar 2000. Geen enkele rechtbank lijkt te ontsnappen aan de plaag van de achterstand. De rechtbank van eerste aanleg van Hoei lijdt onder deze droeve realiteit wegens een gebrek aan rechters.

Het valt niet te betwijfelen dat de problemen bij de gerechten opgelost moeten worden door de personeelsformatie van de magistraten aan te passen aan de behoeften. De rechterlijke macht kan haar grondwettelijke taak, het wijzen van vonnissen en arresten binnen de kortst mogelijke tijd, niet vervullen indien zij niet over de middelen daartoe beschikt.

Overbelaste magistraten hebben het bovendien moeilijk om zich bezig te houden met de opvang van de rechtzoekende terwijl de rechtbanken juist het vertrouwen van de burger moeten wekken. Om aan deze behoefte tegemoet te komen moeten de rechters echter beschikken over de nodige materiële middelen, moeten zij voldoende tijd kunnen besteden aan de problemen die hun voorgelegd worden en moeten zij voldoende in aantal zijn.

De ongebreidelde toename van het aantal dossiers sinds meer dan 40 jaar terwijl het aantal rechters gelijk gebleven is, heeft aanleiding gegeven tot de moeilijkheden waarmee de magistraten van Hoei heel in het bijzonder te maken hebben.

De toestand op de rechtbank van eerste aanleg van Hoei is zo buitengewoon dat het niet overbodig is de voorgeschiedenis te beschrijven :

· Vóór de hervorming van het Gerechtelijk Wetboek door de wet van 10 oktober 1967 was het aantal magistraten van de rechtbank sinds verschillende jaren vastgesteld op zeven personen, de voorzitter en de ondervoorzitter inbegrepen.

· In 1970 waren de vertegenwoordigers van verschillende politieke partijen van Hoei het erover eens, daarin bijgevallen door een aantal korpschefs van de magistratuur, dat de rechtbank van koophandel van Hoei geen afdeling van Luik zou worden, hetgeen aanvankelijk als oplossing overwogen werd, en dat het rechterlijk arrondissement van Hoei een autonome rechtbank van koophandel zou krijgen.

De personeelsformatie van de rechtbank van eerste aanleg heeft hiervoor echter één eenheid moeten inleveren. De rechter die in 1970 op rust is gesteld, is immers nooit vervangen.

· Destijds hield de kamer van de echtscheidingen (drie rechters) een zittingsdag per maand. Tegenwoordig houdt deze kamer (die een kamer met één rechter is geworden) drie zittingsdagen per maand, waarbij één terechtzitting voorbehouden is voor de staat van de personen.

· In 1970 waren er slechts twee burgerlijke kamers (een met drie rechters en een met één rechter). Thans bestaan er twee kamers met één rechter en de derde kamer houdt het eerste gedeelte van de terechtzitting met één rechter voor de inleiding van de zaken en voor de korte debatten, en het tweede gedeelte voor het hoger beroep tegen vonnissen van de vredegerechten. Doordat de twee kamers met één rechter overbelast zijn en de rechtsdagen er op verre data in de toekomst bepaald worden, raakt de terechtzitting voor het hoger beroep tegen vonnissen van de vredegerechten gevuld met zaken waarover in korte debatten gepleit wordt, hetgeen tot gevolg heeft dat de behandeling van zaken in hoger beroep verdaagd wordt.

· In 1970 hadden de plaatsvervangende rechters een opdracht als alleenrechtsprekend rechter en vervingen zij geregeld de verhinderde alleenrechtsprekende rechters zonder dat dit voor de overige leden van de rechtbank meer werk meebracht. Thans kunnen de plaatsvervangende rechters niet meer zitting nemen als alleenrechtsprekende rechters.

· In 1970 had een lid van het parket zitting in alle zaken die ter zitting van de alleenrechtsprekende burgerlijke rechter bepaald waren en bracht hij vaak schriftelijk een met redenen omkleed advies uit. Thans is het zo dat het parket slechts uitzonderlijk nog zitting neemt in burgerlijke zaken.

Naast historische vergelijkingen moet melding worden gemaakt van de voornaamste knelpunten die zich specifiek voordoen in de verschillende kamers van de rechtbank van eerste aanleg van Hoei.

Jeugdrechtbank

Sinds meer dan 13 jaar neemt de jeugdrechter eveneens zitting in kort geding. De werkzaamheden van deze magistraat zijn echter aanzienlijk toegenomen zowel wat de inhoud als wat het aantal van de te behandelen dossiers betreft.

Sinds het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 maart 1991 in werking is getreden, is het aantal dossiers waarover de jeugdrechter zich moet uitspreken, ontegenzeggelijk op exponentiële wijze toegenomen, zodat de terechtzittingen overbelast zijn (en vaak tot 19.30 uur duren) en het onmogelijk is de in het decreet bepaalde termijnen na te leven.

Bovendien neemt het aantal jeugdbeschermingszaken gebaseerd op artikel 36.4 van de wet van 8 april 1965 ook gestaag toe.

Het aantal burgerlijke zaken is op ongebreidelde wijze toegenomen en bereikt het aantal van 30 tot 40 zaken per terechtzitting.

Bovendien heeft de jeugdrechter ook vier dagen per week kabinetszitting.

Het is dus zeer belangrijk dat de jeugdrechter zich uitsluitend aan de jeugdafdeling wijdt. Met deze bedoeling kan een tweede zittingsdag per week worden gehouden, waardoor de rechtzoekenden en hun raadslieden de nodige tijd krijgen om hun mening te uiten terwijl de jeugdrechter de mogelijkheid krijgt om binnen redelijke termijnen een betere rechtspraak te brengen.

Rechtspraak in kort geding

Zoals hierboven vermeld is, is de rechter in kort geding in Hoei ook de rechter van de jeugdrechtbank.

De talloze spoedprocedures (uitspraken bij voorraad, het kort geding in echtscheidingszaken, de vorderingen zoals in kort geding, de dringende maatregelen voor gescheiden samenwonenden, het kort geding in jeugdzaken, het verhoor van kinderen) hebben deze kamer zodanig overbelast dat het werk van de rechter nauwelijks nog draaglijk is (te zware werklast en te lange werkdagen).

De gevolgen liggen voor de hand aangezien in de minst dringende zaken vaak na een maand of later uitspraak wordt gedaan (wat in deze zaken het toppunt is).

Wanneer de rechter ziek of verhinderd is, wordt de toestand heel erg.

Ingewikkelde zaken worden in een drafje afgehandeld (wat de motivering van het vonnis betreft).

Zowel de persoon die de vonnisontwerpen opstelt als de griffiers zijn vaak verplicht tijdens de weekends en op feestdagen dringend tikwerk te verrichten.

Ook hier is het noodzakelijk de rechtszitting van het kort geding te splitsen en de familiegeschillen aan een magistraat en de andere zaken aan een andere kortgedingrechter toe te wijzen.

De onderzoeksrechtbank

De verschillende magistraten die elkaar opgevolgd hebben in het ambt van onderzoeksrechter van het rechterlijk arrondissement van Hoei, hebben aan de alarmbel getrokken in verband met dit ambt dat zij als ondraaglijk zwaar bestempelden.

De diverse taken van deze rechter wegen immers zeer zwaar voor één persoon. Het leiden van de onderzoeken, het verhoren en het ontvangen van de klagers of hun raadslieden, de ondervraging van de beklaagden; het ontvangen en aanhoren van de slachtoffers; het bezoeken van de gevangenissen, het rapporteren aan de raadkamer; bij gelegenheid de getuigenissen voor het hof van assisen (hetgeen meebrengt dat hij sinds maanden afgesloten dossiers opnieuw moet lezen); de plaatsopnemingen : dit zijn de specifieke taken van de enige onderzoeksrechter die Hoei telt.

In 1996 (telling afgesloten op 18 december) zijn bij voorbeeld 156 nieuwe dossiers aangelegd, zijn 110 dossiers van de voorgaande jaren verder onderzocht en zijn 50 aanhoudingsbevelen uitgevaardigd (waarvan 25 tijdens de laatste vier maanden van het jaar).

De juridische, feitelijke en/of psychologische moeilijkheden bij het beheren van bepaalde dossiers van zedenfeiten, moord, fiscale fraude en de talrijke diefstallen beroeren ook de onderzoeksrechter van Hoei.

Het is wellicht niet overbodig te vermelden dat een onderzoeksrechter geen enkele bijzondere opleiding genoten heeft terwijl deze magistraat in vergelijking met een andere rechter een totaal andere en zeer specifieke taak vervult. Men zou vragen kunnen stellen bij de beroepsbekwaamheid van deze in Hoei vaak jonge rechter aangezien hij geen opleiding of bijscholing volgt en geen wetenschappelijke uiteenzettingen bijwoont over nieuwe onderwerpen. Op dit vlak moet men zich kunnen bijwerken, wat echter onmogelijk is als er maar één onderzoeksrechter is.

Ten slotte zijn er de stress en de verplichtingen die samenhangen met een bijna permanente wachtdienst, van maandag- tot vrijdagavond en in het weekend om de beurt met een collega. Ook daarom is de benoeming van een tweede magistraat in dit ambt noodzakelijk.

In het nieuwe justitiepaleis zijn de nodige lokalen bestemd en ingericht voor een tweede onderzoekskabinet. Het is alleen nog wachten op een bewoner.

Burgerlijke rechtbank ­ Kamer van de echtscheidingen

Eén magistraat behandelt heel alleen alle geschillen in « echtscheidingszaken ». Hij heeft bovendien zitting bij hoger beroep tegen vonnissen van het vredegerecht (kamers met 3 rechters), bij hoger beroep tegen vonnissen van politierechtbank (kamers met 3 rechters) en is voorzitter van een van de twee burgerlijke kamers met één rechter (zonder dat hij enige greep heeft op het aantal zaken waarvoor rechtsdagbepaling wordt gevraagd) waar hij onderzoeksdaden verricht als persoonlijke verschijningen van de partijen, plaatsopnemingen of getuigenverhoren.

Het aantal zaken die in beraad worden genomen (gemiddeld 20 per terechtzetting), spreekt voor zichzelf. Daar komen nog de vereffeningen van de gemeenschap bij.

Burgerlijke rechtbank ­ Kamer van de beslagleggingen

De wetgever heeft de toegang van partijen tot dit rechtscollege ongetwijfeld willen vergemakkelijken. De zaken die aan de beslagrechter worden voorgelegd, vereisen spoed en er moet dus onverwijld recht worden gesproken. Om deze reden worden de vorderingen in principe ingeleid en behandeld volgens de vormen van het kort geding.

Naast deze algemene bevoegdheid moet de beslagrechter niet-rechterlijke taken vervullen, uitspraak doen over eenzijdige verzoekschriften. De beslagleggingen nemen een hoge vlucht, een ontwikkeling waaraan de moeilijke economische toestand van het land niet vreemd is.

Deze kamer heeft ook te lijden onder de overbelasting. De beslagzaken worden immers ingeleid en behandeld voor de tweede burgerlijke kamer (met één rechter). De samenloop van burgerlijke dossiers en beslagleggingen heeft geleid tot een echte opstopping zodat het te Hoei belachelijk is te spreken over de vormen van het kort geding aangezien rechtsdagen op een termijn van ongeveer een jaar worden bepaald.

Ook hier is het noodzakelijk de functies te splitsen om een terechtzitting voor te behouden voor beslagzaken die volgens de vormen van het kort geding berecht worden.

Het probleem van de bijscholing van de magistraten

De magistraten van Hoei zijn het erover eens dat het belangrijk is de ontwikkelingen van het recht van nabij te volgen.

Bij gebrek aan voldoende personeel kunnen ze echter niet deelnemen aan colloquia, conferenties en/of bijscholingen. Zij zouden immers minstens een halve dag aan deze activiteiten moeten besteden maar bij gebrek aan vervangers is het uitgesloten dat ze op zittingsdagen eraan deelnemen. De vertraging in de afhandeling van hun werk zou niet gecompenseerd worden door het voordeel dat zij uit deze permanente bijscholing halen.

De verschillende personeelsformaties sinds 1953

Wij vermelden hier pro memorie de verschillende personeelsformaties van de zittende en de staande magistratuur van de rechtbank van eerste aanleg van Hoei.

Siège. ­ Rechtbank Parquet ­ Parket
Loi du 3-4-1953. ­ Wet van 3-4-1953 1 président. ­ 1 voorzitter
1 vice-président. ­ 1 ondervoorzitter
5 juges (7). ­ 5 rechters (7)
1 procureur du Roi. ­ 1 procureur des Konings
3 substituts dont 1 premier substitut. ­ 3 substituten waaronder 1 eerste substituut
Loi du 1-9-1966. ­ Wet van 1-9-1966 1 président. ­ 1 voorzitter
1 vice-président. ­ 1 ondervoorzitter
5 juges (7). ­ 5 rechters (7)
1 procureur du Roi. ­ 1 procureur des Konings
3 substituts dont 1 premier substitut. ­ 3 substituten waaronder 1 eerste substituut
Loi du 20-12-1968. ­ Wet van 20-12-1968 1 procureur du Roi. ­ 1 procureur des Konings
4 substituts dont 1 premier substitut (5) +1. ­ 4 substituten waaronder 1 eerste substituut (5) +1
Loi du 15-7-1970. ­ Wet van 15-7-1970 1 président. ­ 1 voorzitter
1 vice-président. ­ 1 ondervoorzitter
4 juges (6) -1. ­ 4 rechters (6) -1
Loi du 10-11-1970. ­ Wet van 10-11-1970 1 président. ­ 1 voorzitter
1 vice-président. ­ 1 ondervoorzitter
4 juges (6). ­ 4 rechters (6)
Loi du 30-6-1976. ­ Wet van 30-6-1976 1 président. ­ 1 voorzitter
1 vice-président. ­ 1 ondervoorzitter
4 juges (6). ­ 4 rechters (6)
1 procureur du Roi. ­ 1 procureur des Konings
4 substituts dont 1 premier substitut (4). ­ 4 substituten waaronder 1 eerste substituut (4)
Loi du 6-8-1985. ­ Wet van 6-8-1985 1 président. ­ 1 voorzitter
1 vice-président. ­ 1 ondervoorzitter
5 juges (7) +1. ­ 5 rechters (7) +1

De toestand kan alleen maar verergeren wat de kwaliteit van de prestaties betreft. Zoiets is niet te verantwoorden als men de toename van het aantal behandelde zaken bekijkt. Uit de statistieken blijkt immers dat de activiteiten van de rechtbank van Hoei sinds 1972 gestaag toenemen :

1972 1986 1996
CIVIL ­ BURGERLIJKE ZAKEN
Affaires nouvelles. ­ Nieuwe zaken 1 069 2 394 2 976
Jugements rendus. ­ Gewezen vonnissen 769 1 900 1 863
Ordonnances rendues. ­ Gewezen beschikkingen 770 2 591 2 998
Actes du greffe. ­ Akten van de griffie 568 1 086 2 168
Plis judiciaires. ­ Gerechtsbrieven 1 282 2 876 4 689
PÉNAL ­ STRAFZAKEN
Jug. correctionnels rendus. ­ Gewezen correctionele vonnissen 813 1 313 701
Jug. Appels de police rendus. ­ Gewezen vonnissen in hoger beroep tegen vonnissen politierechtbank 296 188 108
Ordonnances de la Ch. du Conseil. ­ Beschikkingen van de raadkamer 725 1 319 337
Dépôts pièces à conviction. ­ Neerleggingen van overtuigingsstukken 297 596 812
JEUNESSE ­ JEUGDRECHTBANK
Jugements et ordonnances. ­ Vonnissen en beschikkingen 716 722 566
Totaux. ­ Totalen . . . 7 305 14 985 17 218

Besluiten

De personeelsformatie van deze rechtbank vertoont een meer dan abnormale toestand. Het aantal magistraten is sinds 1953 in alle rechtbanken van eerste aanleg van het land gestegen, uitgezonderd te Hoei. Het aantal rechters dat in 1953 bepaald werd, is door de wet van 10 november 1970 paradoxaal genoeg teruggebracht van 5 op 4 (zonder de voorzitter en de ondervoorzitter mee te rekenen).

Terwijl de personeelsformatie in 1986 lineair verhoogd werd met één eenheid in navolging van de verhoging in de andere Belgische rechtbanken, heeft de rechtbank van eerste aanleg van Hoei nooit de magistraat teruggekregen die zij verloren had in 1970.

Het is absoluut noodzakelijk twee bijkomende rechters te benoemen in de rechtbank van eerste aanleg van Hoei.

Anne-Marie LIZIN.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2

In de tabel van de personeelsformatie van de magistraten en de leden van de griffies van de hoven en rechtbanken, gevoegd bij de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting en gewijzigd door de wet van 21 november 1996, wordt in het gedeelte gewijd aan de rechtbanken van eerste aanleg tegenover de zetel Hoei in de kolom « rechters » het cijfer « 5 » vervangen door het cijfer « 7 ».

Anne-Marie LIZIN
Michèle BRIBOSIA-PICARD