Sociale media - Desinformatie - Strijd - Rapporteringsmechanismen - Gebruik door de Belgische overheid - Cijfers en tendensen
sociale media
desinformatie
officiële statistiek
6/3/2023 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 6/4/2023) |
11/4/2023 | Antwoord |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1918
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1919
Verschillende Amerikaanse veiligheidsdiensten zouden samenwerken met onder meer Twitter, Facebook en Instagram om diverse vormen van desinformatie te bestrijden (cf. https://tweakers.net/nieuws/202956/veiligheidsdiensten-vs-werken-samen-met-twitter-en-meta-tegen-desinformatie.html). Dit door gebruik van zogenaamde «portalen». Overheidsinstanties kunnen hiermee direct desinformatie melden.
Onder meer het Department of Homeland Security (DHS) en de Federal Bureau of Investigation (FBI) hebben naar verluidt «nauwe banden» met sociale media als Facebook en Twitter. Het DHS zou bijvoorbeeld via dit apart portaal van Facebook direct desinformatie kunnen melden via «facebook.com/xtakedowns/login». Dit zou alleen mogelijk zijn als er een overheids-e-mailadres wordt gebruikt. Instagram zou een vergelijkbaar portaal hanteren.
Uit interne documenten van het DHS, die volgens «The Intercept» onder meer tijdens rechtszaken en door lekken naar buiten zijn gekomen, zou blijken dat er een strategie geformuleerd werd ter bestrijding van «inaccurate informatie». Onder meer onderwerpen als de coronapandemie, vaccinaties en het beleid rondom de conflicten in Afghanistan en Oekraïne zouden hieronder vallen. Deze onderwerpen zouden in specifieke gevallen aangekaart zijn bij sociale media (cf. https://tweakers.net/nieuws/202956/veiligheidsdiensten-vs-werken-samen-met-twitter-en-meta-tegen-desinformatie.html en https://theintercept.com/2022/10/31/social-media-disinformation-dhs/).
De ambitie van die plannen en de inherent politieke aard van sommige van de onderwerpen in kwestie, zoals de terugtrekking uit Afghanistan, wekken de bezorgdheid bij voorstanders van vrije meningsuiting. Zij vrezen dat het DHS de grens van het toezicht op buitenlandse desinformatiecampagnes zou kunnen overschrijden en kritische standpunten zou kunnen censureren (cf. https://www.dailymail.co.uk/news/article-11379747/How-Bidens-DHS-collaborates-social-media-firms-target-disinformation.html).
De regering van Nieuw-Zeeland heeft ook officieel toegegeven dat zij toegang heeft tot Facebooks controversiële portaal voor het verwijderen van inhoud (cf. https://reclaimthenet.org/new-zealand-government-facebook-content-takedown-portal/).
Wat betreft het transversaal karakter van de schriftelijke vraag: de verschillende regeringen en schakels in de veiligheidsketen zijn het eens over de fenomenen die de komende vier jaar prioritair moeten worden aangepakt. Die staan gedefinieerd in de Kadernota Integrale Veiligheid en het Nationaal Veiligheidsplan voor de periode 2022-2025, en werden besproken tijdens een Interministeriële Conferentie, waarop ook de politionele en justitiële spelers aanwezig waren. Het betreft dus een transversale aangelegenheid met de Gewesten waarbij de rol van de Gewesten vooral ligt in het preventieve luik.
Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister:
1) Hebben de Belgische overheid, de veiligheidsdiensten, het leger, politie, enz., de afgelopen vier jaar toegang gehad tot het portaal van Meta waar desinformatie rechtstreeks kan gemeld worden? Zo ja, welke diensten? Was dit op aanvraag van hen, of werd dit toegewezen vanuit het bedrijf? Werd er gebruikgemaakt van een officieel e-mailadres van de overheid?
2) Hebben de overheid en mogelijkerwijs ook de daartoe horende veiligheidsdiensten gebruik gemaakt van vergelijkbare portalen bij andere sociale medianetwerken, waarbij ze rechtstreeks content kunnen rapporteren voor een snellere verwijdering? Zo ja, welke platformen? Welke diensten hadden toegang hiertoe? Hoeveel aanvragen werden er ingediend?
3) Indien gebruikgemaakt werd van dergelijke portalen, kan u meedelen welke soort berichten (haatspraak, bedreigingen, desinformatie, enz.) er het meest werden gerapporteerd?
4) Naast portalen, zijn er nog andere manieren waarop de overheid snellere toegang heeft tot rapporteringsmechanismen op sociale media? Indien ja, op welke platformen? Wat houden deze mechanismen precies in?
5) Welke richtlijnen krijgen de personen die via dergelijke portalen of speciale rapporteringsmechanismen werken?
6) Op welke platformen zijn de overheidsinstanties zogenaamde «trusted flaggers»? Hoe lang zijn ze dat al?
1) Dit portaal is gekend maar wordt niet gebruikt door Defensie.
Binnen het Cyber Command van de Algemene Dienst inlichting en veiligheid (ADIV), is er een entiteit die mogelijke FIMI (Foreign Information and Manipulation Interference) ten aanzien van België, de Europese Unie (EU) en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) identificeert, monitort en rapporteert.
2) Het Cyber Command kent deze portalen, maar focust zich eerder op de identificatie, de monitoring, de analyse en de rapportering en niet op het laten verwijderen van deze accounts.
3) Binnen Defensie worden deze portalen niet gebruikt.
4) Deze zijn niet gekend bij Defensie.
5) Binnen Defensie worden deze portalen niet gebruikt.
6) Defensie is geen «trusted flagger» op dergelijke platformen.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om een paar punten toe te voegen. Onze wereld wordt vandaag voortdurend geconfronteerd met fundamentele uitdagingen, vooral wat betreft hybride bedreigingen (waaronder desinformatie en cyberaanvallen). De weerbaarheid van onze samenlevingen wordt meer dan ooit op de proef gesteld. In een wereld die steeds meer geïnterconnecteerd is, is het cyberdomein vandaag van het grootste belang. Daarom heb ik van bij het begin van mijn mandaat van cyberveiligheid een echte prioriteit gemaakt, met de komst van een Cybercomponent op basis van een gloednieuw Cyber Command. Dit vormt een cruciale stap om ons te kunnen wapenen tegen de huidige hybride dreigingen.