Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9186

van Huub Broers (N-VA) d.d. 5 juni 2013

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister

De gebruikte taal bij adresseringen

taalgebruik
Voerstreek
gemeenten met bijzonder taalstatuut of met faciliteiten
postdienst

Chronologie

5/6/2013Verzending vraag
5/6/2013Dossier gesloten

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3593
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-9187

Vraag nr. 5-9186 d.d. 5 juni 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Heel wat inwoners uit Voeren beklagen zich over het feit dat federale diensten en politiezones hun adressen aanpassen zonder hun toelating. Mogelijk gebeurt dit ook in andere taalgrens- of faciliteitengemeenten.

In Voeren is het namelijk zo dat elke inwoner het adres van zijn taalkeuze maakt, hetzij in het Nederlands, hetzij in het Frans. Dit ten gevolge van de Taalwetgeving.

De adressering van een inwoner kan onder andere opgezocht worden via zijn identiteitsgegevens. Het lijkt mij dan ook een absolute vereiste dat elke dienst het juiste adres ontvangt en vooral ook gebruikt. De adressering staat trouwens volledig los van de politieke of gebruikstaal(keuze) van de betrokkene. Ze maakt wel onafscheidbaar deel uit van zijn identiteitsgegevens.

Federale diensten, bijvoorbeeld belastingkantoren, politiediensten, met name bij verbalisering, en mogelijk ook nog andere diensten houden rekening met de keuze van de inwoners. Ze “verfransen” of “vernederlandsen”, al naar gelang het geval, gewoon de adressen.

Eén en ander is mogelijk het gevolg van een door de faciliteitenwetgeving verplichte tweetaligheid van vertaalbare straatnamen.

Als casus om dit te verduidelijken gebruik ik twee adressen, dat van mij en dat van een derde: Weersterweg wordt ongevraagd omgezet in Route de Warsage, terwijl Route de Mouland ongevraagd omgezet wordt in Moelingerweg.

Mogelijk schuilt het probleem dus bij de codering. Beide namen krijgen waarschijnlijk dezelfde code en de modules geven vermoedelijk het adres dat eerst in het alfabet voorkomt. Dat is uiteraard een aanfluiting van de taalwetten, die van openbare orde zijn. Bovendien wordt daarbij de wens van de betrokkene naar een welbepaald adres zonder zijn/haar akkoord aangepast. Wat ook niet mag gebeuren.

Ook bpost stelt zich de vraag op basis waarvan adressen zomaar aangepast mogen worden. Zeer terecht kan men daardoor bepaalde post niet afleveren. Een fout adres is immers niet herkenbaar in deze tijden van informatisering.

Ik wil de minister daarom vragen:

1) Of hij de nodige onderrichtingen zal geven om dit te voorkomen?

2) Binnen welke termijn deze onwettige zaak gecorrigeerd zal worden?