Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7307

van Cindy Franssen (CD&V) d.d. 22 november 2012

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

Automatische toekenning van rechten - Opvragen van informatie

armoede
sociale rechten
sociale uitkering
gereduceerde prijs
sociaal achtergestelde groep

Chronologie

22/11/2012Verzending vraag
15/1/2013Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7291
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7292
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7293
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7294
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7295
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7296
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7297
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7298
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7299
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7300
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7301
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7302
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7303
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7304
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7305
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7306
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7308
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7309

Vraag nr. 5-7307 d.d. 22 november 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Heel wat rechten van burgers worden pas toegekend na een administratieve procedure waarbij het inkomen en/of het vermogen van de burgers wordt berekend en onderzocht. Dat betekent voor de burger heel wat administratieve beslommeringen en vaak brengt het ook heel wat emoties met zich: schaamte, schuld, onbegrip… Door rechten automatisch toe te kennen kunnen die administratieve procedures eenvoudiger en aangenamer worden voor de burger.

De federale regering engageert zich in het federale regeerakkoord 2011-2014 om, inzake de strijd tegen sociale uitsluiting en voor maatschappelijke integratie, "overal waar mogelijk de automatische opening van sociale rechten van het type "sociaal tarief" voor personen die aan de voorwaarden voldoen (onder meer energie, water, communicatie, NMBS) te versnellen. Zij zal de uitwisseling van informatie terzake aanmoedigen en voldoende communiceren over de sociale rechten toegekend aan de begunstigden." Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke integratie en Armoedebestrijding, Maggie De Block bevestigde dit engagement eveneens in haar Algemene Beleidsnota van 12 januari 2012.

Ook in het Federaal Plan Armoedebestrijding (FPA) lezen we dat de federale regering bereid is om de overheidsdiensten toegankelijker te maken voor de burgers: "De overheidsdiensten toegankelijk maken voor alle burgers houdt dus in dat de meest kwetsbare burgers worden geïdentificeerd en dat de rechten waarop ze aanspraak kunnen maken automatisch worden toegekend." Uit verschillende acties van het FPA blijkt dat die automatische toekenning van rechten op verschillende domeinen een plaats zal krijgen: een sociaal tarief voor energieleveringen (actie 32), efficiëntere informatieverwerving bij de werking van de DAVO (actie 50), snellere en eenvoudige toekenning van de verhoogde tegemoetkoming van ziekteverzekering (actie 78)…

De Vlaamse regering gelast alle Vlaamse ministers om hun betrokken administraties op te dragen om waar nodig voorstellen tot aanpassing uit te werken om de automatische toekenning van rechten op hun respectieve beleidsdomein te verwezenlijken. Via deze maatregel wordt verzekerd dat elk departement toegankelijk is voor alle burgers en dat de rechten automatisch worden toegekend aan elke burger die er recht op heeft. Er wordt met andere woorden voor een integrale aanpak geopteerd. Binnen de federale regering is een dergelijke maatregel echter nog niet terug te vinden.

Graag had ik van de minister/staatssecretaris vernomen:

1) Wat wordt binnen het federale beleid specifiek verstaan onder een "automatische toekenning van rechten"? Uit welke verschillende maatregelen en aspecten bestaat die automatische toekenning?

2) Op welke manier wordt momenteel verzekerd dat elke federale minister of staatssecretaris erover waakt dat de rechten binnen zijn beleidsdomein automatisch worden toegekend? Indien hierrond nog geen maatregel bestaat, zal zo'n maatregel worden genomen? Waarom wel/niet?

3) Op welke beleidsdomeinen worden rechten automatisch toegekend? Graag een overzicht van alle rechten die automatisch worden toegekend per beleidsdomein onder de bevoegdheid van de betreffende minister/staatssecretaris.

4) Wordt bij de beleidsdomeinen waarbij de automatische toekenning van rechten reeds wordt gehanteerd een evaluatie uitgevoerd inzake de toegankelijkheid van administratieve procedures, de tevredenheid van de burger en de efficiëntie van de automatische toekenning?

Zo ja, wanneer wordt ze uitgevoerd? Hoe krijgt de evaluatie vorm en hoe wordt ze georganiseerd? Wat zijn de resultaten van de evaluatie?

Zo neen, waarom niet? Zal een evaluatie worden gepland? Wanneer?

5) Op welke manier geeft de minister/staatssecretaris de diensten onder zijn/haar bevoegdheid de mogelijkheid om de nodige informatie voor de administratieve procedure te verkrijgen zonder dat zij dit moeten opvragen aan de burger? Op welke manier worden de kwetsbare burgers en/of de burgers die aanspraak kunnen maken op een bepaald recht geïdentificeerd?

Antwoord ontvangen op 15 januari 2013 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vragen.

Programmatorische Overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie

Afgeleide sociale rechten zijn rechten die gelden zijn voor bepaalde bevolkingscategorieën die in feite kansarme burgers zijn. De wetgeving voorziet bijgevolg in specifieke sociale rechten voor kansarme personen, onder andere voor degenen die afhangen van het Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW). Wat de OCMW's betreft, zijn deze categorieën van personen de gerechtigden op het leefloon en op het equivalent van het leefloon. De POD-MI streeft ernaar, op interinstitutioneel en op interfederaal niveau, dat men deze rechten vlotter zou kunnen laten gelden en dat ze, wanneer mogelijk, automatisch zouden kunnen worden toegekend.

Het automatisch ontstaan van een recht betekent dat de burger niets moet ondernemen. Indien dit niet kan, stellen wij alles in het werk opdat er zo weinig mogelijk formaliteiten zouden zijn, door middel van een optimale rechtstreekse communicatie tussen de verschillende betrokken sectoren.

In dit verband is een kadaster van de afgeleide sociale rechten tot stand gekomen. Het gaat hier om de sociale rechten specifiek voorzien voor gerechtigden op het leefloon en op het equivalent van het leefloon. De POD-MI heeft samengewerkt, werkt samen en zal samenwerken met de instellingen die specifieke maatregelen op het oog hebben voor deze categorieën van personen, zowel op federaal als op gewestelijk niveau, en is vast van plan iets te ondernemen voor deze personen.

De POD-MI heeft daartoe een systeem van elektronische attesten uitgewerkt, waartoe ook de betrokken instellingen toegang hebben via de Kruispuntbank van de sociale zekerheid. Dit attest, dat bij het OCMW zelf wordt opgemaakt en door de POD-MI wordt opgeslagen, bevat als informatie dat een bepaalde persoon wordt geholpen door een bepaald OCMW voor een bepaalde periode. Dit systeem zorgt voor een enorme administratieve vereenvoudiging, maar levert ook tijdwinst op en is betrouwbaarder.

Wat de resultaten betreft, mogen we nu reeds verwijzen naar de succesvolle samenwerking met de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers (RKW) voor de automatische toekenning van verhoogde kinderbijslag, met de mutualiteiten voor de automatische toekenning van het Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RVV)-statuut, met de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie voor de automatische toekenning van het sociaal tarief gas en elektriciteit, met de SVW voor de automatische vrijstelling van de heffing verschuldigd in Vlaanderen voor watervervuiling, met De Lijn en de Maatschappij voor het intercommunaal vervoer te Brussel (MIVB) voor de vereenvoudigde toekenning van sociale abonnementen voor het openbaar vervoer.

Naast deze reeds tastbare resultaten zijn andere projecten aan de gang: het gaat onder ander om de vrijstelling van het kijk- en luistergeld in Wallonië en van de belasting ten laste van gezinshoofden in Brussel, het delen van elektronische attesten van de OCMW's met de DAVO in het kader van de specifieke hulp bij het betalen van onderhoudsgeld voor kinderen of van bijdragen voor geplaatste kinderen, Vlaamse sociale woningen, Vlaamse studiebeurzen.

Toekomstige projecten hebben betrekking op het Belgisch Instituut voor de Post- en telecommunicatiediensten (BIPT) voor het sociaal telefoontarief en de FOD Justitie voor de tweedelijns rechtsbijstand.

Wat deze projecten betreft, is het niet de sector van de OCMW's die afgeleide sociale rechten toekent, maar hij maakt het mogelijk dat de in de wetgeving van de andere sectoren voorziene sociale rechten automatisch kunnen worden toegekend of tenminste met zo weinig mogelijk formaliteiten voor de burger.

Wat betreft de evaluatie van de toekenning van de sociale rechten, kunnen de OCMW's nagaan of bepaalde rechten wel degelijk werden toegekend. Ze kunnen aldus, nog steeds via het netwerk van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, het Kadaster van de kinderbijslag en de database van de RVV/OMNIO-statuten raadplegen. De OCMW's zullen op termijn ook de database van de FOD Economie kunnen raadplegen om na te gaan of het sociaal tarief gas-elektriciteit wel werd toegekend.

Naast deze kwalitatieve evaluatie zullen ook de kwantitatieve gegevens worden geanalyseerd door onderzoek van de maandelijkse statistieken van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid. Ze bevatten immers het aantal verzendingen en raadplegingen van elektronische attesten afgeleverd door de OCMW's.

Dienst Vreemdelingenzaken

De aangehaalde problematiek betreffende de automatische toekenning van rechten aan burgers is niet van toepassing is voor wat betreft de Dienst Vreemdelingenzaken.

Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RVV)

De aangehaalde problematiek betreffende de automatische toekenning van rechten aan burgers is niet van toepassing is voor wat betreft de RVV.

Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers (Fedasil)

Wat de opvang en begeleiding van asielzoekers betreft, georganiseerd door Fedasil en zijn opvangpartners:

De asielzoeker beschikt over rechten die hem worden toegekend, in het specifieke domein van de opvang en de begeleiding, overeenkomstig de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen (hierna de “opvangwet” genoemd). We kunnen hier spreken over “automatische toekenning van rechten” in die zin dat vanaf het moment dat de asielzoeker de voorgestelde materiële hulp aanvaardt, al zijn rechten (en plichten) aan hem worden uitgelegd door een referentie sociaal begeleider.

Het is belangrijk dat de asielzoeker kan genieten van alle rechten waarover hij beschikt. Zodra de asielzoeker zich aanmeldt bij de dienst Dispatching van Fedasil, ontvangt hij overeenkomstig artikel 14 van de opvangwet een beschrijving van zijn rechten en plichten, mondeling en via een informatiebrochure die beschikbaar is in verschillende talen. Daarnaast wordt overeenkomstig artikel 31 van de opvangwet de effectieve toegang tot een sociale dienst verzekerd vanaf de aankomst van de asielzoeker in een opvangstructuur. Er wordt dan een referentie sociaal werker aan de asielzoeker toegewezen.

Betreffende het specifieke domein van de opvang en begeleiding van asielzoekers, verwijs ik u naar de rechten die geformuleerd zijn in de opvangwet, en in het bijzonder naar de artikelen 14 tot 41 die de rechten en plichten van asielzoekers beschrijven inzake informatie, logement, evaluatie van de individuele behoeften, medische begeleiding, psychologische begeleiding, maatschappelijke begeleiding, juridische hulp, dagvergoeding en gemeenschapsdiensten, opleidingen, beroepsbezigheden en begeleiding van kwetsbare groepen.

In 2008 is er door Fedasil een evaluatie uitgevoerd van de opvangwet. De geactualiseerde resultaten van deze evaluatie zijn voorgesteld aan het Federaal Parlement in februari 2009. Dit betreffende, verwijs ik u naar het verslag van de Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden van de Senaat (document 4-1203/1 van 30 juni 2009).