SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
22 novembre 2012 22 november 2012
________________
Question écrite n° 5-7307 Schriftelijke vraag nr. 5-7307

de Cindy Franssen (CD&V)

van Cindy Franssen (CD&V)

à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie
________________
Octroi automatique de droits - Demandes d'informations Automatische toekenning van rechten - Opvragen van informatie 
________________
pauvreté
droits sociaux
prestation sociale
prix réduit
catégorie sociale défavorisée
armoede
sociale rechten
sociale uitkering
gereduceerde prijs
sociaal achtergestelde groep
________ ________
22/11/2012Verzending vraag
15/1/2013Antwoord
22/11/2012Verzending vraag
15/1/2013Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7291
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7292
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7293
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7294
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7295
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7296
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7297
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7298
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7299
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7300
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7301
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7302
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7303
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7304
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7305
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7306
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7308
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7309
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7291
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7292
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7293
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7294
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7295
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7296
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7297
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7298
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7299
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7300
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7301
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7302
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7303
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7304
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7305
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7306
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7308
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7309
________ ________
Question n° 5-7307 du 22 novembre 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7307 d.d. 22 november 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Toute une série de droits ne sont accordés à des citoyens qu'après une procédure administrative durant laquelle leurs revenus et/ou leur fortune sont évalués et calculés. Pour les bénéficiaires, cela signifie beaucoup de tracas administratifs doublés de diverses émotions : honte, culpabilité, incompréhension... L'attribution automatique de droits simplifierait ces procédures et mettrait les citoyens plus à l'aise.

Dans l'accord de gouvernement fédéral 2011-2014 figure l'engagement suivant en matière de lutte contre l'exclusion et pour l'intégration sociale : « Partout où c'est possible, le gouvernement accélérera l'ouverture automatique de droits sociaux de type tarif social pour les personnes qui répondent aux conditions prévues (notamment énergie, eau, communications, SNCB). Il promouvra l'échange d?informations en la matière et communiquera suffisamment sur les droits sociaux accordés aux bénéficiaires. » La secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et la Lutte contre la pauvreté, Maggie De Block, a confirmé cet engagement dans sa note de politique générale du 12 janvier 2012.

On lit aussi dans le Plan fédéral de lutte contre la pauvreté (PFLP) que le gouvernement fédéral est prêt à faciliter l'accès des citoyens aux services publics :« Rendre les services publics accessibles à tous les citoyens signifie aussi identifier les citoyens les plus vulnérables et rendre automatiques les droits auxquels ils peuvent prétendre.». Les différents volets du PFLP indiquent que cette attribution automatique se fera dans plusieurs domaines : tarif social pour les fournitures d'énergie (action 32), traitement optimisé de l'information par le SECAL (action 50), simplification et accélération de l’octroi de l’intervention majorée de l’assurance maladie (action 78), etc.

Le gouvernement flamand a décidé que chacun de ses membres chargerait ses administrations respectives de formuler, le cas échéant, des propositions permettant l'attribution automatique de droits dans les domaines relevant de leurs compétences. Cette mesure favorise l'accessibilité de chaque département et l'attribution automatique des droits à tout citoyen qui peut y prétendre. En d'autres termes, on a opté pour une stratégie intégrée. Une telle approche se fait encore attendre au niveau du gouvernement fédéral.

Je souhaiterais apprendre du/de la ministre/secrétaire d'État :

1) À l'échelon fédéral, qu'entend-on spécifiquement par « attribution automatique de droits » ? Quelles mesures et quels aspects correspondent-ils à ce concept ?

2) Comment garantit-on actuellement que chaque ministre ou secrétaire d'État fédéral(e) veille, dans sa sphère de compétence, à l'attribution automatique de droits ? Si aucune mesure n'a encore été prise, va-t-on le faire ? Pourquoi ou pourquoi pas ?

3) Dans quels domaines de compétence des droits sont-ils attribués automatiquement ? Je souhaiterais un relevé, par domaine relevant des compétences du/de la ministre/secrétaire d'État, de tous les droits attribués automatiquement.

4) Dans vos domaines de compétence où l'attribution automatique de droits se pratique déjà, procède-t-on à une évaluation de l'accès aux procédures administratives, de la satisfaction du citoyen et de l'efficacité de cette attribution automatique ?

Si oui, quand ? Sous quelle forme et de quelle manière ? Quels en sont les résultats ?

Si non, pourquoi pas ? Une évaluation est-elle prévue ? Quand ?

5) Comment le/la ministre/secrétaire d'État permet-il/elle à ses services de se procurer les informations nécessaires pour les procédures sans devoir les demander au citoyen ? Comment identifie-t-on les citoyens vulnérables et/ou qui peuvent faire valoir un droit déterminé ?

 

Heel wat rechten van burgers worden pas toegekend na een administratieve procedure waarbij het inkomen en/of het vermogen van de burgers wordt berekend en onderzocht. Dat betekent voor de burger heel wat administratieve beslommeringen en vaak brengt het ook heel wat emoties met zich: schaamte, schuld, onbegrip… Door rechten automatisch toe te kennen kunnen die administratieve procedures eenvoudiger en aangenamer worden voor de burger.

De federale regering engageert zich in het federale regeerakkoord 2011-2014 om, inzake de strijd tegen sociale uitsluiting en voor maatschappelijke integratie, "overal waar mogelijk de automatische opening van sociale rechten van het type "sociaal tarief" voor personen die aan de voorwaarden voldoen (onder meer energie, water, communicatie, NMBS) te versnellen. Zij zal de uitwisseling van informatie terzake aanmoedigen en voldoende communiceren over de sociale rechten toegekend aan de begunstigden." Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke integratie en Armoedebestrijding, Maggie De Block bevestigde dit engagement eveneens in haar Algemene Beleidsnota van 12 januari 2012.

Ook in het Federaal Plan Armoedebestrijding (FPA) lezen we dat de federale regering bereid is om de overheidsdiensten toegankelijker te maken voor de burgers: "De overheidsdiensten toegankelijk maken voor alle burgers houdt dus in dat de meest kwetsbare burgers worden geïdentificeerd en dat de rechten waarop ze aanspraak kunnen maken automatisch worden toegekend." Uit verschillende acties van het FPA blijkt dat die automatische toekenning van rechten op verschillende domeinen een plaats zal krijgen: een sociaal tarief voor energieleveringen (actie 32), efficiëntere informatieverwerving bij de werking van de DAVO (actie 50), snellere en eenvoudige toekenning van de verhoogde tegemoetkoming van ziekteverzekering (actie 78)…

De Vlaamse regering gelast alle Vlaamse ministers om hun betrokken administraties op te dragen om waar nodig voorstellen tot aanpassing uit te werken om de automatische toekenning van rechten op hun respectieve beleidsdomein te verwezenlijken. Via deze maatregel wordt verzekerd dat elk departement toegankelijk is voor alle burgers en dat de rechten automatisch worden toegekend aan elke burger die er recht op heeft. Er wordt met andere woorden voor een integrale aanpak geopteerd. Binnen de federale regering is een dergelijke maatregel echter nog niet terug te vinden.

Graag had ik van de minister/staatssecretaris vernomen:

1) Wat wordt binnen het federale beleid specifiek verstaan onder een "automatische toekenning van rechten"? Uit welke verschillende maatregelen en aspecten bestaat die automatische toekenning?

2) Op welke manier wordt momenteel verzekerd dat elke federale minister of staatssecretaris erover waakt dat de rechten binnen zijn beleidsdomein automatisch worden toegekend? Indien hierrond nog geen maatregel bestaat, zal zo'n maatregel worden genomen? Waarom wel/niet?

3) Op welke beleidsdomeinen worden rechten automatisch toegekend? Graag een overzicht van alle rechten die automatisch worden toegekend per beleidsdomein onder de bevoegdheid van de betreffende minister/staatssecretaris.

4) Wordt bij de beleidsdomeinen waarbij de automatische toekenning van rechten reeds wordt gehanteerd een evaluatie uitgevoerd inzake de toegankelijkheid van administratieve procedures, de tevredenheid van de burger en de efficiëntie van de automatische toekenning?

Zo ja, wanneer wordt ze uitgevoerd? Hoe krijgt de evaluatie vorm en hoe wordt ze georganiseerd? Wat zijn de resultaten van de evaluatie?

Zo neen, waarom niet? Zal een evaluatie worden gepland? Wanneer?

5) Op welke manier geeft de minister/staatssecretaris de diensten onder zijn/haar bevoegdheid de mogelijkheid om de nodige informatie voor de administratieve procedure te verkrijgen zonder dat zij dit moeten opvragen aan de burger? Op welke manier worden de kwetsbare burgers en/of de burgers die aanspraak kunnen maken op een bepaald recht geïdentificeerd?

 
Réponse reçue le 15 janvier 2013 : Antwoord ontvangen op 15 januari 2013 :

L'honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.

Service public de programmation (SPP) Intégration Sociale, Lutte contre la Pauvreté et Économie Sociale

Les droits sociaux dérivés sont des droits qui s’appliquent à certaines catégories de la population dont la qualité en fait des citoyens vulnérables. C’est pourquoi la législation prévoit des droits sociaux spécifiques pour les personnes vulnérables et notamment ceux qui émargent au Centre public d’action sociale (CPAS). En ce qui concerne des CPAS, ces catégories de personnes sont les bénéficiaires du RIS et de l’équivalent RIS. L’action du SPP-IS est d’œuvrer au niveau interinstitutionnel et interfédéral afin de faciliter l’ouverture de ces droits et quand cela est possible de les automatiser.

L’automatisation de l’ouverture d’un droit signifie qu’il n’y a aucune intervention du citoyen. Quand cela n’est pas possible, nous œuvrons au maximum pour que les démarches soient diminuées au minimum en optimisant la communication directe entre les différents secteurs impliqués.

A cet égard, un cadastre des droits sociaux dérivés a été établi. Il s’agit ici des droits sociaux qui sont prévus spécifiquement pour les bénéficiaires du RIS et de l’équivalent RIS. Le SPP-IS a travaillé, travaille et travaillera de concert avec les institutions prévoyant des mesures spécifiques pour ces catégories de personnes tant au niveau fédéral que régional avec la volonté ferme d’agir pour ces personnes.

Pour y arriver, le SPP-IS a développé un système d’attestations électroniques qui est partagé avec les institutions concernées via la Banque Carrefour de la Sécurité Sociale. Cette attestation qui est créée au sein même du CPAS et stockée par le SPP-IS reprend l’information qu’une personne déterminée est aidée par un CPAS déterminé pour une période déterminée. Ce système permet une simplification administrative importante mais aussi un gain de temps et une fiabilité accrue.

Au niveau des résultats, nous pouvons d’ores et déjà citer les collaborations fructueuses qui ont eu lieu avec l’Office national d’allocations familiales pour travailleurs salariés (ONAFTS) pour l’octroi automatique des allocation familiales majorées ; avec l’Institut national d'assurance maladie-invalidité (INAMI) pour l’automatisation de l’octroi du statut BIM ; avec le Service public fédéral (SPF) Économie pour l’octroi automatique du tarif social gaz et électricité ; avec la SVW pour l’exemption automatique de la redevance due en Flandre pour la pollution des eaux ; avec De Lijn et la Société des transports intercommunaux de Bruxelles (STIB) pour l’octroi simplifié des abonnements sociaux de transport en commun.

En plus de ces résultats déjà effectifs d’autres projets sont en cours : Il s’agit en autres des exonérations de la redevance radio-télévision en Wallonie, la redevance à charge des chefs de ménages à Bruxelles, le partage des attestations électroniques de CPAS avec le Secal dans le cadre de l’aide spécifique au paiement des pensions alimentaires en faveur d’enfants ou de parts contributives pour enfants placés, des logements sociaux flamands, des bourses d’études flamandes.

Les projets à venir concernent l’Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT) pour le tarif social téléphonie et le SPF Justice pour l’aide juridique de deuxième ligne.

Au niveau de ces projets, ce n’est pas le secteur des CPAS qui octroie de droits sociaux dérivés mais il permet que l’ouverture des droits sociaux prévus dans les législations des autres secteurs puisse être effective automatiquement ou du moins avec le moins de démarches possibles pour le citoyen.

Au niveau de l’évaluation de l’octroi des droits sociaux, les CPAS ont l’occasion de vérifier si certains droits ont bien été accordé. Ils ont ainsi, toujours via le réseau de la Banque Carrefour de la Sécurité Sociale, l’opportunité de consulter le Cadastre des Allocations Familiales, la base de données des statuts BIM/Omnio. A terme, les CPAS auront également la possibilité de consulter la base de données du SPF Économie afin de constater que l’octroi du tarif social gaz-électricité est effectif.

A côté de cette évaluation qualitative, il est également possible de se pencher sur les données quantitatives via l’analyse des statistiques mensuelles de la Banque Carrefour de la Sécurité Sociale. On y retrouve en effet le nombre d’envoi et de consultation des attestations électroniques émises par les CPAS.

Office des Étrangers (OE)

L’OE n’est pas concerné par la problématique relative à l’octroi automatique de droits aux citoyens.

Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides

Le Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides n’est pas concerné par la problématique relative à l’octroi automatique de droits aux citoyens.

Conseil du Contentieux des Étrangers

Le Conseil du Contentieux des Étrangers n’est pas concerné par la problématique relative à l’octroi automatique de droits aux citoyens.

Agence fédérale pour l’accueil des demandeurs d’asile (Fedasil)

En ce qui concerne l’accueil et l’accompagnement des demandeurs d’asile organisés par Fedasil et ses partenaires à l’accueil :

Le demandeur d’asile dispose en effet de droits qui lui sont octroyés, dans le domaine spécifique de l’accueil et de l’accompagnement, conformément à la loi du 12 janvier 2007 sur l’accueil des demandeurs d’asile et de certaines autres catégories d’étrangers (ci-après « loi accueil »). Nous pouvons parler ici d’ « attribution automatique de droits » dans la mesure où dès lors que le demandeur d’asile accepte l’aide matérielle proposée, l’ensemble de ses droits (et devoirs) lui sont expliqués par un accompagnateur social de référence.

Il est important que le demandeur d’asile puisse bénéficier de l’ensemble des droits dont il dispose. Dès que le demandeur d’asile se présente au service dispatching de Fedasil, il reçoit conformément à l’article 14 de la loi accueil des informations décrivant ses droits et devoirs, au moyen d’explications orales et d’une brochure informative prévue dans plusieurs langues différentes. En outre, tel que prévu par l’article 31 de la loi accueil, un accès effectif à un service social est garanti dès l’arrivée du demandeur d’asile dans une structure d’accueil. Un travailleur social de référence est alors attribué au demandeur d’asile.

Concernant le domaine spécifique de l’accueil et de l’accompagnement des demandeurs d’asile, je vous renvoie aux droits explicités dans la loi accueil, et en particulier aux articles 14 à 41 décrivant les droits et devoirs des demandeurs d’asile en matière d’information, d’hébergement, d’évaluation des besoins individuels, d’accompagnement médical, d’accompagnement psychologique, d’accompagnement social, d’aide juridique, d’allocations journalières et de services communautaires, de formation, d’occupation professionnelle et d’accompagnement des publics vulnérables.

Une évaluation de la loi accueil été organisée et réalisée par Fedasil dans le courant de l’année 2008. Les résultats actualisés de cette évaluation ont été présentés au Parlement fédéral en février 2009. A ce sujet, je vous renvoie au rapport réalisé par la Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives du Sénat (document 4-1203/1 du 30 juin 2009).

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vragen.

Programmatorische Overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie

Afgeleide sociale rechten zijn rechten die gelden zijn voor bepaalde bevolkingscategorieën die in feite kansarme burgers zijn. De wetgeving voorziet bijgevolg in specifieke sociale rechten voor kansarme personen, onder andere voor degenen die afhangen van het Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW). Wat de OCMW's betreft, zijn deze categorieën van personen de gerechtigden op het leefloon en op het equivalent van het leefloon. De POD-MI streeft ernaar, op interinstitutioneel en op interfederaal niveau, dat men deze rechten vlotter zou kunnen laten gelden en dat ze, wanneer mogelijk, automatisch zouden kunnen worden toegekend.

Het automatisch ontstaan van een recht betekent dat de burger niets moet ondernemen. Indien dit niet kan, stellen wij alles in het werk opdat er zo weinig mogelijk formaliteiten zouden zijn, door middel van een optimale rechtstreekse communicatie tussen de verschillende betrokken sectoren.

In dit verband is een kadaster van de afgeleide sociale rechten tot stand gekomen. Het gaat hier om de sociale rechten specifiek voorzien voor gerechtigden op het leefloon en op het equivalent van het leefloon. De POD-MI heeft samengewerkt, werkt samen en zal samenwerken met de instellingen die specifieke maatregelen op het oog hebben voor deze categorieën van personen, zowel op federaal als op gewestelijk niveau, en is vast van plan iets te ondernemen voor deze personen.

De POD-MI heeft daartoe een systeem van elektronische attesten uitgewerkt, waartoe ook de betrokken instellingen toegang hebben via de Kruispuntbank van de sociale zekerheid. Dit attest, dat bij het OCMW zelf wordt opgemaakt en door de POD-MI wordt opgeslagen, bevat als informatie dat een bepaalde persoon wordt geholpen door een bepaald OCMW voor een bepaalde periode. Dit systeem zorgt voor een enorme administratieve vereenvoudiging, maar levert ook tijdwinst op en is betrouwbaarder.

Wat de resultaten betreft, mogen we nu reeds verwijzen naar de succesvolle samenwerking met de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers (RKW) voor de automatische toekenning van verhoogde kinderbijslag, met de mutualiteiten voor de automatische toekenning van het Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RVV)-statuut, met de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie voor de automatische toekenning van het sociaal tarief gas en elektriciteit, met de SVW voor de automatische vrijstelling van de heffing verschuldigd in Vlaanderen voor watervervuiling, met De Lijn en de Maatschappij voor het intercommunaal vervoer te Brussel (MIVB) voor de vereenvoudigde toekenning van sociale abonnementen voor het openbaar vervoer.

Naast deze reeds tastbare resultaten zijn andere projecten aan de gang: het gaat onder ander om de vrijstelling van het kijk- en luistergeld in Wallonië en van de belasting ten laste van gezinshoofden in Brussel, het delen van elektronische attesten van de OCMW's met de DAVO in het kader van de specifieke hulp bij het betalen van onderhoudsgeld voor kinderen of van bijdragen voor geplaatste kinderen, Vlaamse sociale woningen, Vlaamse studiebeurzen.

Toekomstige projecten hebben betrekking op het Belgisch Instituut voor de Post- en telecommunicatiediensten (BIPT) voor het sociaal telefoontarief en de FOD Justitie voor de tweedelijns rechtsbijstand.

Wat deze projecten betreft, is het niet de sector van de OCMW's die afgeleide sociale rechten toekent, maar hij maakt het mogelijk dat de in de wetgeving van de andere sectoren voorziene sociale rechten automatisch kunnen worden toegekend of tenminste met zo weinig mogelijk formaliteiten voor de burger.

Wat betreft de evaluatie van de toekenning van de sociale rechten, kunnen de OCMW's nagaan of bepaalde rechten wel degelijk werden toegekend. Ze kunnen aldus, nog steeds via het netwerk van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, het Kadaster van de kinderbijslag en de database van de RVV/OMNIO-statuten raadplegen. De OCMW's zullen op termijn ook de database van de FOD Economie kunnen raadplegen om na te gaan of het sociaal tarief gas-elektriciteit wel werd toegekend.

Naast deze kwalitatieve evaluatie zullen ook de kwantitatieve gegevens worden geanalyseerd door onderzoek van de maandelijkse statistieken van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid. Ze bevatten immers het aantal verzendingen en raadplegingen van elektronische attesten afgeleverd door de OCMW's.

Dienst Vreemdelingenzaken

De aangehaalde problematiek betreffende de automatische toekenning van rechten aan burgers is niet van toepassing is voor wat betreft de Dienst Vreemdelingenzaken.

Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RVV)

De aangehaalde problematiek betreffende de automatische toekenning van rechten aan burgers is niet van toepassing is voor wat betreft de RVV.

Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers (Fedasil)

Wat de opvang en begeleiding van asielzoekers betreft, georganiseerd door Fedasil en zijn opvangpartners:

De asielzoeker beschikt over rechten die hem worden toegekend, in het specifieke domein van de opvang en de begeleiding, overeenkomstig de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen (hierna de “opvangwet” genoemd). We kunnen hier spreken over “automatische toekenning van rechten” in die zin dat vanaf het moment dat de asielzoeker de voorgestelde materiële hulp aanvaardt, al zijn rechten (en plichten) aan hem worden uitgelegd door een referentie sociaal begeleider.

Het is belangrijk dat de asielzoeker kan genieten van alle rechten waarover hij beschikt. Zodra de asielzoeker zich aanmeldt bij de dienst Dispatching van Fedasil, ontvangt hij overeenkomstig artikel 14 van de opvangwet een beschrijving van zijn rechten en plichten, mondeling en via een informatiebrochure die beschikbaar is in verschillende talen. Daarnaast wordt overeenkomstig artikel 31 van de opvangwet de effectieve toegang tot een sociale dienst verzekerd vanaf de aankomst van de asielzoeker in een opvangstructuur. Er wordt dan een referentie sociaal werker aan de asielzoeker toegewezen.

Betreffende het specifieke domein van de opvang en begeleiding van asielzoekers, verwijs ik u naar de rechten die geformuleerd zijn in de opvangwet, en in het bijzonder naar de artikelen 14 tot 41 die de rechten en plichten van asielzoekers beschrijven inzake informatie, logement, evaluatie van de individuele behoeften, medische begeleiding, psychologische begeleiding, maatschappelijke begeleiding, juridische hulp, dagvergoeding en gemeenschapsdiensten, opleidingen, beroepsbezigheden en begeleiding van kwetsbare groepen.

In 2008 is er door Fedasil een evaluatie uitgevoerd van de opvangwet. De geactualiseerde resultaten van deze evaluatie zijn voorgesteld aan het Federaal Parlement in februari 2009. Dit betreffende, verwijs ik u naar het verslag van de Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden van de Senaat (document 4-1203/1 van 30 juni 2009).