Begroting en economisch beleid 2012-2013 - Europese aanbevelingen
aanbeveling (EU)
rijksbegroting
Protocol van Kyoto
belastingbeleid
ministerie
vermindering van gasemissie
communicatietarief
energieprijs
energiedistributie
loonindexering
concurrentievermogen
kredietinstelling
pensioenvoorwaarden
begrotingstekort
13/6/2012 | Verzending vraag |
25/6/2012 | Antwoord |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6471
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6472
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6473
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6474
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6475
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6476
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6477
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6478
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6479
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6480
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6481
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6482
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6483
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6484
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6485
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6486
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6488
Op 30 mei laatstleden maakte de Europese Commissie haar aanbevelingen voor de begroting en het economisch beleid 2012-2013 bekend. Voor België waren dit zeven landenspecifieke aanbevelingen:
- Het begrotingstekort terugdringen en onder de 3 % houden. De staatsschuld verder afbouwen;
- De werkelijke pensioenleeftijd opbouwen en besparen op de ziektekosten;
- Het kapitaal van de zwakste banken verder te verhogen;
- Het concurrentievermogen van de bedrijven verbeteren. Hervormen van het systeem van de loonindexering;
- De belastingdruk verschuiven van arbeid naar milieu;
- Meer concurrentie in de telefonie- en energiesector;
- De CO2-uitstoot terugdringen.
Met uitzondering van de CO2-uitstoot terugdringen, waren de landenspecifieke aanbevelingen voor België niet nieuw.
Welke maatregelen zult u voor uw departement nemen om aan de landenspecifieke aanbevelingen te voldoen?
Ik heb de eer het geacht lid mee te delen dat de door haar gestelde vragen tot de uitsluitende bevoegdheid behoren van de eerste minister of mijn collega, de minister van Begroting.