Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5769

van Cécile Thibaut (Ecolo) d.d. 1 maart 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Het verslag van de Franse nucleaireveiligheidsautoriteit over de bijkomende evaluaties van de veiligheid van de kerncentrale van Cattenom

kerncentrale
nucleaire veiligheid
Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle
Frankrijk
nucleaire beveiliging

Chronologie

1/3/2012Verzending vraag
8/5/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1859

Vraag nr. 5-5769 d.d. 1 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Naar aanleiding van de gebeurtenissen in Fukushima presenteerde André-Claude Lacoste, voorzitter van de Franse nucleaireveiligheidsautoriteit (ASN), op 3 januari 2012 de aanvullende evaluaties van de veiligheid in de Franse kerncentrales. Tijdens die persconferentie poneerde de voorzitter van de ASN dat de Franse veiligheidsautoriteit de exploitanten nieuwe maatregelen en strengere veiligheidseisen zal opleggen inzake risicopreventie bij natuurrampen (aardbevingen en overstromingen) en bij andere industriële activiteiten, inzake het toezicht op de onderaannemers en de behandeling van niet-conformiteit.

Het ASN-verslag, dat 524 pagina's telt, geeft een gedetailleerde beschrijving van de inspecties van de Franse kerncentrales. Ik ben vooral getroffen door het repertoire van de gebreken in de centrale van Cattenom, die op enkele kilometers van de Belgische grens ligt, in het zuiden van de provincie Luxemburg.

Voor wat betreft de specifieke voorschriften voor acties bij overstromingen, is alleen bij Cattenom vastgesteld dat door Météo France, bij gebrek aan een overeenkomst, geen alarm wordt gegeven.

Het verslag meldt ook dat de stookoliereservoirs voor de noodstroomgeneratoren in het water staan, omdat er langs de dichtingen tussen de gebouwen water is  binnengesijpeld in de lokalen waar ze zich bevinden.

Die dichtingen waarborgen de volumetrische bescherming en moeten dus normalerwijze de gebouwen waterdicht afschermen van de grondwaterlaag. Die situatie verontrust nog meer na het incident van 15 mei 2010 in Cattenom, veroorzaakt door de aanwezigheid van water in de lokalen waar de stookoliereservoirs van de stroomgeneratoren. Dat wijst volgens de nucleaireveiligheidsautoriteit op een gebrekkige beheersing van het probleem.

We vernemen ook dat er afwijkingen zijn vastgesteld bij de pompystemen van de koudebron, zonder dat aan de inspecteurs termijnen konden worden meegedeeld voor de herstellingen.

1) Hebt u kennisgenomen van dat verslag? Bent u van plan uw Franse collega te interpelleren over de veiligheid van de installaties in de kerncentrale van Cattenom?

Dat verslag bevestigt volgens mij dat de bilaterale samenwerking tussen de ASN en het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) dringend moet worden uitgebreid in de centrale van Cattenom. Bent u het eens met die vaststelling? Zo ja, zult u in die zin initiatieven nemen?

Antwoord ontvangen op 8 mei 2012 :

Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) heeft het rapport van zijn Franse tegenhanger, de ASN, met betrekking tot de stresstests van de Franse kerncentrales onderzocht. Het heeft daarenboven deelgenomen aan een aantal bilaterale samenwerkingsverbanden die hebben plaatsgehad in het kader van dit evaluatieproces, zoals de deelname aan gekruiste inspecties, bijeenkomsten van deskundigengroepen,…

Op Europees niveau dient er te worden aan herinnerd dat de stresstestrapporten het voorwerp zullen uitmaken van de “peer reviews”. Hierbij wordt elk nationaal rapport grondig onderzocht door de veiligheidsautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie (EU). Er zal tegen eind juni een rapport worden opgesteld met de resultaten van deze “peer reviews”, in het kader van het mandaat verstrekt door de Europese ministerraad.

Op bilateraal niveau bestaat er tussen België en Frankrijk sinds lang een uitgewerkt kader dat informatie-uitwisseling en samenwerking met betrekking tot de nucleaire veiligheid in de ruime zin toelaat. We vermelden in het bijzonder de Frans-Belgische werkgroep met betrekking tot de “veiligheid van de nucleaire basisinrichtingen” die sinds 1982 werkzaam is en waarop alle vraagstukken van gemeenschappelijk belang met betrekking tot de veiligheid van deze installaties aan bod komen. Elk onderwerp, met betrekking tot gelijk welke installatie, dat de belangstelling wegdraagt van één van beide partijen, kan hier in de praktijk worden aangekaart. Bij wijze van voorbeeld kunnen we de recente uitwisselingen aanhalen die verband houden met de veiligheid van het Centre for Integrative Systems Biology and Bioinformatics (CISBIO), een installatie die vergelijkbaar is met deze van het Instituut voor Radio-elementen te Fleurus.

We specificeren hierbij nog dat de informatie-uitwisselingen systematisch op de agenda worden geplaatst van de vergaderingen van de Frans-Belgische werkgroep. De redenen van de keuze van de twee sites, Chooz en Grevelingen, zijn historisch van aard en werden reeds verduidelijkt in antwoord op een vraag nr. 478 van volksvertegenwoordiger Olivier Deleuze van 6 juli 2011. In dit zeer ruime kader heeft het FANC en de ASN toegelaten om goede relaties te ontwikkelen waardoor op een niet-limitatieve basis informatie-uitwisselingen kunnen plaatsvinden m.b.t. om het even welke Franse nucleaire centrale, met inbegrip van deze van Cattenom.

Er dient tevens te worden vermeld dat het jaarrapport 2010 van ASN, dat in de lente van 2011 verschenen is, het volgende vermeldde in verband met de centrale van Cattenom: “de ASN is van mening dat de performanties van de site van Cattenom op het gebied van de nucleaire veiligheid, de stralingsbescherming en de bescherming van het leefmilieu globaal gezien toereikend zijn” (vertaling uit het Frans). Deze centrale, die inzake ontwerp tot de meest moderne behoort van het Franse nucleaire park, stelt dus volgens de evaluatie van de ASN geen bijzondere en/of dringende veiligheidsproblemen.

Het Franse rapport met betrekking tot de stresstests toont op een omstandige wijze aan dat ASN gedetailleerde inspecties en evaluaties op elk van de sites heeft uitgevoerd en de sterke en zwakke punten met betrekking tot elke centrale heeft geïdentificeerd t.a.v. extreme ongevallen van externe oorsprong, zoals beschreven in het Europees lastenboek. Dit rapport vermeldt de afwijkingen die door de ASN werden vastgesteld en waarvoor de exploitant werd gevraagd een actieplan op te stellen samen met een planning, om eraan tegemoet te komen.

Op basis van deze informatie acht ik het niet nodig om bijkomende stappen te ondernemen.