Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5266

van Sabine de Bethune (CD&V) d.d. 16 januari 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen - Samenwerking

gelijke behandeling van man en vrouw
Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen
gendermainstreaming

Chronologie

16/1/2012Verzending vraag
20/7/2012Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3440

Vraag nr. 5-5266 d.d. 16 januari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM) werd opgericht door de wet van 16 december 2002. Volgens artikel 4 van deze wet is het Instituut onder meer bevoegd om:

1º de studies en onderzoeken betreffende gender en gelijkheid van vrouwen en mannen te verrichten, ontwikkelen, ondersteunen en coördineren, en de impact van de concrete beleidslijnen, programma's en maatregelen vanuit genderperspectief te evalueren;

2º aanbevelingen te richten tot de overheid ter verbetering van de wetten en reglementeringen, met toepassing van artikel 3;

3º aanbevelingen te richten tot de overheid, privé-personen of instellingen naar aanleiding van de resultaten van de onder 1º vermelde studies en onderzoeken;

4º ondersteuning en bijstand te organiseren aan de verenigingen die actief zijn op het vlak van gelijkheid van vrouwen en mannen, of voor projecten tot bevordering van gelijkheid van vrouwen en mannen;

5º binnen de perken van zijn doel, hulp te verlenen aan iedereen die om raad vraagt in verband met de omvang van zijn rechten en verplichtingen. Die hulp laat toe aan de betrokkene om inlichtingen en raadgevingen over de middelen die hij/zij kan aanwenden om zijn/haar rechten te doen gelden, te verkrijgen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Heeft het IGVM in 2010 een aanbeveling gericht aan uw departement? Zo ja, welke en waarom? In hoeverre heeft u in uw beleid rekening gehouden met de aanbevelingen?

2) Hoe vaak heeft uw departement advies of bijstand gevraagd aan het IGVM? Zo niet, waarom niet?

Antwoord ontvangen op 20 juli 2012 :

1)a.  Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IVGM) heeft in 2010 aanbevelingen gericht aan ons departement.

b. Het betreft aanbevelingen met betrekking tot de implementatie van de wet van 12 januari 2007 betreffende de controle op de toepassing van de resoluties van de wereldconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad. Het betreft eveneens aanbevelingen met betrekking tot het koninklijk besluit van 10 januari 2010 met betrekking tot de integratie van de genderdimensie in het geheel van federale beleidslijnen.

c. In ons beleid werd rekening gehouden met alle aanbevelingen met betrekking tot gendermainstreaming. Dit betekent dat er een gendermainstreamcoördinator en een back-up werd aangesteld. Binnen het managementplan van de voorzitter werd de doelstelling expliciet opgenomen.

De gendermainstreamcoördinator of zijn back-up neemt deel aan de vergaderingen en opleidingen, georganiseerd door het IVGM.

2) a. Het departement heeft haar plannen en voorstellen met betrekking tot gendermainstreaming aan het IGVM ter advies voorgelegd teneinde haar verplichtingen zinvol te kunnen implementeren.

Ons Human Right Department werkt samen met IGVM en raadpleegt hen wekelijks om info te hebben over België voor de internationale instellingen.

Bijvoorbeeld :

Input over vrouwenbesnijdenis, economische ‘empowerment’, participatie in de politiek etc voor de Commissie over de Status van de Vrouw (België is lid)

Voor het volgende Belgische rapport voor CEDAW (Convention on the Elimination of Discrimination Against Women) : wordt samengewerkt met het IGVM

IGVM geeft data over genderbalans enz.

Ook in het kader van het Nationaal Actieplan 1 325  wordt veel met IVGM samengewerkt (acties, subsidies voor het platform 1325 enz.).

b. Wat betreft ‘gendermainstreaming’ as such binnen de verschillende Multilaterale diensten, doen wij geen beroep op het IGVM: ze geven zelf aan niet genoeg expertise te hebben in de domeinen van bijvoorbeeld ontwapening, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), enz. Dat doet ons departement dus zelf.