Overheidsfuncties - Kennis van het Engels als aanwervingsvoorwaarde - Wettelijkheid - Tests van Selor
overheidsapparaat
SELOR
aanstellingsexamen
vreemde taal
taalgebruik
24/2/2011 | Verzending vraag |
20/6/2011 | Antwoord |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1492
Het gebeurt dat een overheidsdienst voor bepaalde overheidsfuncties een "aan de functie aangepaste kennis" van het Engels als een van de aanwervingsvoorwaarden laat opnemen.
Mag de kennis van een vreemde taal een aanwervingsvoorwaarde zijn voor een betrekking in overheidsdienst? Levert dit geen grondwettelijke of wettelijke problemen op? Ik verwijs met name naar artikel 30 van de Grondwet en de commentaar die daarbij wordt gegeven door professor Velaers in zijn publicatie over "Het gebruik van de talen" (reeks De bevoegdheidsverdeling in het Federale België, deel 12) op blz. 51.
Als dat toch mogelijk is, is Selor dan bevoegd en voldoende uitgerust om op een verantwoorde wijze in het Engels te examineren?
Ik vestig de aandacht van het geachte lid op het standpunt van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht terzake.
De VCT heeft aanvaard dat de kennis van één of meer talen dan die waarin de taalwetten voorzien, in bijzondere gevallen, kan worden geëist om functionele redenen die eigen zijn aan de behoeften van een betrekking. Elk geval moet echter, vooraf, aan het advies van de VCT worden voorgelegd.
Uw vraag inzake de uitrusting van SELOR behoort niet tot mijn bevoegdheid, maar tot deze van mijn collega, de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven.