Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5252

van Sabine de Bethune (CD&V) d.d. 7 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Kinderrechten - Aandacht - Begroting - Strategische doelstellingen voor 2008

rechten van het kind
rijksbegroting

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
4/1/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-3625

Vraag nr. 4-5252 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Verdrag voor de rechten van het kind van 1989 werd door België op 16 december 1991 geratificeerd en trad er in werking op 15 januari 1992.

Het Verdrag werd in 2002 gevolgd door een Verenigde Naties (VN) Actieplan onder de naam “ A World fit for Children “. Dit document, dat tien concrete actiepunten formuleert, vraagt onder andere aan alle Lidstaten dringend werk te maken van een nationaal actieplan.

Ter uitvoering van deze internationale engagementen nam België op 4 september 2002 een wet aan tot instelling van een jaarlijkse rapportage over de toepassing van het VN-Kinderrechtenverdrag. De regering dient zo het Parlement jaarlijks op de hoogte te houden van haar beleid.

Daarnaast keurde de Ministerraad op 8 juli 2005 het nationale actieplan inzake de rechten van het kind (2005–2012) goed met het oog op de toepassing van het Verdrag.

Hierdoor heeft België er zich concreet toe geëngageerd de nodige maatregelen te nemen om de rechten van kinderen daadwerkelijk te realiseren. Deze opdracht vergt een volgehouden politieke wil en ook het vrijmaken van de nodige financiële middelen.

Het federaal kinderrechtenbeleid is een horizontaal beleid. Alle beleidsdomeinen hebben immers raakvlakken bij de rechten en belangen van kinderen en jongeren.

Elke federale minister, regeringslid, staatssecretaris en overheidsdienst heeft binnen het eigen bevoegdheidspakket de verantwoordelijkheid om het kinderrechtenbeleid te bewaken en een kindvriendelijke dimensie toe te passen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1.Welke waren de strategische doelstellingen inzake kinderrechten in 2008?

2.Hoeveel middelen werden ingeschreven in de begroting voor 2008, in globo en per post, ter verwezenlijking van de kindvriendelijke dimensie van het beleid?

Antwoord ontvangen op 4 januari 2010 :

Voeding

Het Nationaal Voedings- en Gezondheidsplan (NVGP) (2006-2010) omvat verschillende specifieke strategische doelstellingen die gericht zijn op de verbetering van de voeding en lichaamsbeweging van kinderen (zuigelingen, kinderen tot 3 jaar, kinderen van 3 tot 12 jaar en 12 tot 18 jaar).

1. Communicatie en informatie:

In 2008 heeft het NVGP de verspreiding voorgezet van nutritionele gidsen voor ouders van kinderen van 0 tot 3 jaar, kinderen van 3 tot 12 jaar en adolescenten van 12 tot 18 jaar via de Babyboom- en Life 2-beurs en via aanvragen ontvangen via de website www.mijnvoedingsplan.be .

Ook de voeding van zuigelingen is het onderwerp geweest van specifieke acties die gericht waren op gezondheidsprofessionele en organisaties gericht op kinderen (ONE, Kind en Gezin). Bovendien werden 4 affiches en een nieuwsbrief rond de specifieke behoeften van kinderen van 0 tot 3 jaar gerealiseerd.

2. Ontwikkeling van een kader die gezonde voedingsgewoonten en lichaamsbeweging ondersteunt bij de bevolking en in het bijzonder bij kinderen en adolescenten

In 2008 werd een colloquium georganiseerd rond voeding en lichaamsbeweging in de onderwijswereld in samenwerking met de Franse Gemeenschap. Het was een gelegenheid om ervaringen uit te wisselen tussen de schoolomgeving, ouders, medische beroepen en de schoolcateringsector.

3. Promotie van de borstvoeding

In 2008 werden volgende acties ondernomen:

- jaarlijkse ondersteuning van het Federaal Borstvoedingscomité (FBVC) voor het Babyvriendelijk Ziekenhuis Initiatief (14 ziekenhuizen hebben reeds het label verworven in 2008;

- publicatie van de jaarlijkse affiche in het kader van de week van de borstvoeding.

4. Verzameling van gegevens rond de voedingsgewoonten.

De voorbereiding van alle aspecten nodig voor de realisatie van een nationale voedselconsumptiepeiling bij kinderen van 3 tot 15 jaar is gestart in 2008 met het oog op het finaliseren van die laatste voor de jaren 2010-2012.

In 2008 was een budget van 780 000 euro beschikbaar, in het kader van het NVGP waarvan ongeveer s 80 % besteed werd of zal besteed worden aan de voornoemde acties gericht op de bescherming van kinderen.

II. Kinderen worden als een hoogrisicopopulatie beschouwd als het gaat om ziekten die veroorzaakt kunnen worden door chemische of microbiologische contaminanten. De uitwerking van specifieke normen voor voeding voor zuigelingen en kleine kinderen en van normen voor andere soorten voedingsmiddelen die rekening houden met het feit dat kinderen bijzonder gevoelig zijn, vormt een permanente doelstelling. In 2008 werden verschillende acties ondernomen op het vlak van communicatie ofwel via de website www.health.fgov.be ofwel aan de hand van nota’s aan de betrokken kinderorganisaties (bijvoorbeeld: infantiel botulisme, kwaliteit en geschiktheid van water voor de bereiding van zuigflessen).

Alcohol.

De ministers van Volksgezondheid ondertekenden in juni 2008 een Gemeenschappelijke Verklaring inzake het toekomstige alcoholbeleid. Deze Verklaring beschrijft de basisprincipes die moeten gehanteerd worden in een nationaal alcoholbeleid, alsook de prioritaire doelgroepen en concrete maatregelen. Sinds 2008 wordt deze Verklaring besproken met de relevante bevoegde ministers. Kinderen, jongeren en zwangere vrouwen worden expliciet genoemd. Ik heb, in deze optiek een wijziging in de wetgeving op de verkoop van alcoholhoudende dranken aan minderjarigen opgesteld. Deze wijziging, verduidelijkt het verkoopsverbod en breidt het uit. Het wetsontwerp is voor debat in het parlement.

Een convenant, dat in 2005 werd getekend, tussen de minister van Volksgezondheid, de alcoholproducerende en -distributiesector, de horeca en de consumentenorganisaties betreffende gedrag en reclame met betrekking tot alcoholhoudende drank specifieke zal geïnstitutionaliseerd worden. Dit convenant richt zich expliciet en exclusief naar minderjarigen.

Bovendien werd aan de Hoge Gezondheidsraad een advies gevraagd betreffende zwangerschap en het gebruik van alcohol. Dit advies werd al uitgebracht.

Daarnaast werden enkele vernieuwende projecten gefinancierd betreffende kinderen van ouders met een alcohol of drugprobleem, zwangere vrouwen, opvoedingsondersteuning aan ouders, informatietools voor jongeren, behandelingsprogramma''s voor jongeren, vanuit de algemene uitgavenbegroting (sinds 2004) als via het Fonds ter bestrijding van de verslavingen (sinds 2006).

Tabak.

In 2008 waren de strategische doelstellingen voor de bestrijding van tabaksgebruik vooral gericht op de controle van de geldende maatregelen:

- 2 250 controles op het verbod op de verkoop aan minzestienjarigen;

- 2 600 controles op het rookverbod in scholen, sportlokalen, culturele centra, jeugdhuizen, lokalen van jeugdbewegingen en opvangcentra voor jongeren;

- 1 600 controles op het verbod op reclame;

- 400 controles.

Gezondheidszorgvoorzieningen, dienst acute, chronische en ouderenzorg

In 2008 had het directoraat-generaal Gezondheidszorgvoorzieningen, Dienst acute, chronische en ouderenzorg van de FOD Volksgezondheid de volgende strategische doelstellingen rond kinderrechten :

1° Bevordering van borstvoeding in de ziekenhuizen :

Borstvoeding is de normale voedingswijze van de pasgeborene en het jonge kind. Wereldwijd is er in de pediatrie een consensus over de voordelen ervan. Sinds vele jaren krijgen pasgeborenen en jonge kinderen heel vaak kunstmatige voeding. Daarom is het noodzakelijk geworden om enerzijds borstvoeding te beschermen en de Internationale Code over de commercialisering van moedermelkvervangende producten te promoten, en het Belgisch koninklijk besluit dat daarbij aansluit, vormen daarvan het minimale kader. Anderzijds is het nodig geworden om borstvoeding te promoten en te ondersteunen, en dat is waar dit project toe strekt.

Het Baby Friendly Hospital Initiative (BFHI) is een stimulerend initiatief voor de promotie van borstvoeding. Het werd gelanceerd en gepromoot door de WGO samen met UNICEF in 1992 en zoekt manieren om de gezondheidsdiensten die met moederschap en pasgeborenen te maken hebben te motiveren en te ondersteunen zodanig dat ze de moeders een kwaliteitsvolle begeleiding rond borstvoeding aanbieden. De competenties van de beroepbeoefenaars is een beslissende factor in de keuze voor en de duur van de borstvoeding. Het label Baby friendly Hospital van de WGO en van UNICEF wordt toegekend aan gezondheidsinstellingen die beantwoorden aan de wereldwijde criteria van het BFHI, na een evaluatie die werd gedaan door experts die niet met het ziekenhuis verbonden zijn.

De toekenning van het label is onderworpen aan :

De uitvoering van het Baby Friendly Hospital Initiative (BFHI) is een prioritaire opdracht voor het Federaal Borstvoedingscomité (FBVC).

Budget van het project in 2008 : 190 000 euro.

2°. Pediatrische liaisonteams Ontwikkeling van specifieke zorgtrajecten om ervoor te zorgen dat zwaar zieke kinderen (pathologieën van onco-hematologische, neuromusculaire, cardiale, pulmonaire, metabolische aard enz…) thuis kunnen worden verzorgd. Curatieve, palliatieve, post-palliatieve zorgen worden gecoördineed door een liaisonteam dat instaat voor de zorgcoördinatie tussen het ziekenhuis en de eerstelijnsteams.

Budget 2008 : 372 000 euro.

3° Verbetering van de zorgkwaliteit voor gehospitaliseerde kinderen : behoeftenanalyse inzake ziekenhuispediatrie.

Budget (1 oktober 2007-30 september 2008) : 76 245 euro.

4° Organisatie van een extern evaluatiesysteem van de zorgkwaliteit in de ziekenhuispediatrie : studie voorafgaand aan de oprichting van een college van geneesheren voor het zorgprogramma voor kinderen.

Budget toegekend in 2008 : 30 000 euro.

5° “Project verzameling en registratie van gegevens rond intrafamiliaal geweld” werd gerealiseerd in 2007 in 23 ziekenhuizen. Bepaalde items gaan over kinderen.

De resultaten werden statistisch geanalyseerd in 2008 en zijn te vinden op de website van de FOD Volksgezondheid op het volgende adres : http://www.health.fgov.be , tab Gezondheidszorg – Gespecialiseerde Zorgen – Intrafamiliaal geweld – Eindrapporten.

Budget: 35 000 euro.

Betreffende de doelgroep kinderen en jongeren werd in in 2006 de nieuwe wet op de jeugdbescherming gepubliceerd. Vandaar dat in 2007 en in 2008 extra middelen werden voorzien voor de uitwerking van een zorgprogramma van forensisch jeugdpsychiatrische zorg als onderdeel van de doelgroep kinderen en jongeren. De middelen voor 2008 waren echter onvoldoende om een bijkomend residentieel aanbod voor deze doelgroep op te richten.

De laatste jaren werden al heel wat middelen geïnvesteerd in de uitbouw van een forensisch netwerk als onderdeel van een ruimer zorgprogramma voor kinderen en jongeren. Voor gans België werd het aantal intensieve behandelingsbedden verhoogd. Hiertoe werd een protocol ondertekend door de bevoegde Federale, Gemeenschaps- en Gewestministers.

Deze afspraken werden omgezet in overeenkomsten. Op 8 december 2008 werd een aanhangsel bij dit protocol ondertekend. De verdere uitbouw van het gespecialiseerd residentieel aanbod voor kinderen en jongeren werd gerealiseerd door het opstarten van 6 nieuwe eenheden van telkens 8 bedden: 3 in Vlaanderen, 1 in Brussel en 2 in Wallonië. Het uitbestede budget voor het proefproject “FOR K” werd opgetrokken van 10 574 230,94 euro in 2007 naar 12 915 517,74 euro in 2008.

Ook het niet-residentiële aanbod voor kinderen en jongeren, en meer bepaald de opvang, begeleiding en behandeling van deze doelgroep in de thuissituatie of in een thuisvervangend milieu, dat uitgebouwd wordt door middel van de ontwikkeling van de zogenaamde outreachingmodule in het proefproject “GGZ-jeugd met betrekking tot psychiatrische zorg voor kinderen en jongeren in de thuissituatie door middel van outreaching” heeft hier een belangrijke plaats gehad.

Even in herinnering brengen dat in dit proefproject vanuit een psychiatrisch of een algemeen ziekenhuis (PZ of AZ) mobiele teams gecreëerd worden in samenwerking met één of meer geïntegreerde diensten voor thuisverzorging (GDT), en één of meer centra voor geestelijke gezondheidszorg. Deze teams bestaan uit ten minste 0,25 VTE kinderpsychiater, tenminste 1 VTE kinderpsycholoog en tenminste 1 VTE psychiatrische verpleegkundige en komen bij kinderen en jongeren thuis, of in het thuisvervangend milieu, en bieden daar een individuele begeleiding.

Dergelijke teams functioneren tevens in het kader van het proefproject FOR K. Dit is wel enigszins anders daar deze mobiele teams voornamelijk functioneren in andere voorzieningen van de module intensieve behandeling, terwijl de teams uit het proefproject “GGZ-jeugd met betrekking tot psychiatrische zorg voor kinderen en jongeren in de thuissituatie door middel van outreaching” eerder in het thuismilieu van de patiënt functioneren.

Het doel is om aan de leden van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid een specifiek dossier met een inventaris van de problemen in de psychiatrische hulpverlening voor de doelgroep van de kinderen en de jongeren, een timing en planning over te maken.