Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4091

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 14 augustus 2009

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Fonds voor de gewetensbezwaren

begrotingsfonds
begrotingscontrole
gewetensbezwaar

Chronologie

14/8/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 17/9/2009)
24/11/2009Antwoord

Vraag nr. 4-4091 d.d. 14 augustus 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Kan u mij voor het Fonds voor de gewetensbezwaren het volgende meedelen:

1. Welk is de reglementaire of wetgevende basis?

2. Wat is het opzet ervan?

3. Wie of welke instantie beheert het fonds?

4. Op welke wijze is het fonds verplicht te rapporteren over zijn activiteiten? Is deze rapportage openbaar?

5. Op welke wijze oefent de overheid controle uit op dit fonds?

6. Met welke bijdragen wordt het gespijsd?

7. Hoe groot was het bedrag in dit fonds op 1 januari 2008, op 1 januari 2009 en op dit ogenblik?

8. Worden deze gelden belegd en zo ja via welke beleggingen?

9. Welke zijn in dat geval de eventuele verliezen die werden geboekt ingevolge de banken- en financiële crisis van het afgelopen jaar?

10. Welke begunstigden kunnen desgevallend van dit fonds gebruik maken?

11. Hoeveel begunstigden/instellingen/projecten… kregen desgevallend in 2009 een uitkering uit dit fonds en welk was het totaalbedrag aan uitkeringen? Graag een opsplitsing per gewest.

Antwoord ontvangen op 24 november 2009 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vraag.

Het artikel 21, §8, van de wetten houdende het statuut van de gewetensbezwaarden, gecoördineerd op 20 februari 1980, bepaalt wat volgt:

§8. Een bijzonder fonds, genoemd fonds voor de gewetensbezwaren, wordt opgenomen in de bijzondere sectie van de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt.

Dit fonds wordt gestijfd door de bijdragen bedoeld in §7 en is bestemd om de werkingsuitgaven te dekken met betrekking tot de dienst van de gewetensbezwaren.”

De wetten van 31 december 1992 bepalen echter dat de dienstplichtwetten, gecoördineerd op 30 april 1962, en de wetten houdende het statuut van de gewetensbezwaarden, gecoördineerd op 20 februari 1980, enkel van toepassing zijn op de dienstplichtigen van de lichting van 1993 en de daaraan voorafgaande lichtingen.

Bijgevolg werden de dienstplicht alsmede de burgerplicht sinds 1994 geschorst.

Betreffende meer bepaald het lot dat voorbehouden werd aan het Fonds voor de gewetensbezwaarden, bepaalt de wet van 5 juli 1998 houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 (1), die verschenen is in het Belgisch Staatsblad op 7 oktober 1998, in artikel 2.13.4 hiervan het volgende:

De beschikbare middelen op het Fonds voor de gewetensbezwaarden op 1 januari 1998, evenals de middelen ontvangen na die datum en bestemd voor hetzelfde Fonds overeenkomstig de bepalingen van de wet van 24 december 1993 tot oprichting van begrotingsfondsen en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden van bestemming veranderd en gevoegd bij de algemene middelen van de Schatkist.”

Het Fonds voor de gewetensbezwaarden dient nu dus als niet langer bestaand beschouwd te worden.