Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2948

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 4 februari 2009

aan de minister van Klimaat en Energie

Fondsen - Doelstelling - Controle - Bedragen

Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
Fonds voor de Beroepsziekten
aanvullend pensioen
Europees Sociaal Fonds
Federaal Dienstencentrum
Belgisch fonds voor de voedselzekerheid
Fonds voor collectieve uitrustingen en diensten
Rampenfonds
begrotingsfonds
begrotingscontrole
toewijzing van middelen
interventiebeleid
overheidssteun
Zilverfonds
alimentatieplicht
budgettaire middelen
Landbouwfonds
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Chronologie

4/2/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 5/3/2009)
27/2/2009Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2938
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2939
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2940
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2941
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2942
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2943
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2944
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2945
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2946
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2947
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2949
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2950
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2951
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2952
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2953
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2954
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2955
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2956
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2957
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2958
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2959

Vraag nr. 4-2948 d.d. 4 februari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bij het voeren van het beleid wordt er regelmatig gebruik gemaakt van allerlei fondsen, vaak met heel uiteenlopende doelstellingen, zoals het Slachtofferfonds, het Stookoliefonds, de fondsen voor bestaanszekerheid, het Zilverfonds, …

Kan u mij voor elk fonds dat onder uw verantwoordelijkheid of voogdij staat het volgende meedelen :

1. Welk is hun reglementaire of wetgevende basis ?

2. Wat is het opzet ervan ?

3. Wie of welke instantie beheert het fonds ?

4. Op welke wijze is het fonds verplicht te rapporteren over zijn activiteiten ? Is deze rapportage openbaar ?

5. Op welke wijze oefent de overheid controle uit op dit fonds ?

6. Met welke bijdragen wordt het gespijsd ?

7. Hoe groot was het bedrag in dit fonds op 1 januari 2009 ?

8. Welke begunstigden kunnen desgevallend van dit fonds gebruik maken ?

9. Hoeveel begunstigden/instellingen/projecten kregen desgevallend in 2009 een uitkering uit dit fonds en welk was het totaalbedrag aan uitkeringen ? Graag kreeg ik een opsplitsing per gewest.

Antwoord ontvangen op 27 februari 2009 :

Voor wat betreft de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Duurzame Ontwik-keling:

1. De wettelijke basis van het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE) is gelegen in de artikelen 28-39 van de programmawet van 27 december 2005. Het koninklijk besluit van 1 juli 2006 stelt het beheerscontract vast, waarin de nadere voorwaarden zijn bepaald waarbinnen het FRGE haar opdracht uitvoert.

2. Het maatschappelijk doel van het FRGE wordt statutair omschreven als “de studie en de verwezenlijking van projecten door tussenbeide te komen in de financiering van structurele maatregelen om reducties van de globale energiekost in particuliere woningen te bevorderen voor de doelgroep van de meest behoeftigen en het verstrekken van goedkope leningen voor structurele maatregelen om reducties van de globale energiekost in woningen bezet door privé-personen en dienstig als hoofdverblijfplaats te bevorderen.”

3. Het FRGE is een naamloze vennootschap van publiek recht, en is een gespecialiseerde dochtermaatschappij van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij. Het maatschappelijke kapitaal is voor 100 % door deze laatste ingetekend. Het Fonds staat onder toezicht van een regeringscommissaris, die werd aangeduid bij koninklijk besluit van 9 maart 2006.

4. Het Fonds is, conform de wetgeving op de handelsvennootschappen, gehouden jaarlijks, ter goedkeuring, aan de algemene vergadering een beheersverslag voor te leggen, samen met de jaarrekeningen. Dit verslag is consulteerbaar via de balanscentrale van de Nationale Bank. Daarnaast rapporteert het Fonds halfjaarlijks aan de voogdijminister over de uitvoering van haar opdracht. Tevens wordt ieder kwartaal aan de regeringscommissaris een boekhoudkundige staat bezorgd. De regeringscommissaris op zijn beurt maakt jaarlijks voor 31 maart een verslag op voor de regering, waarin hij rapporteert over de aanwending en verdeling van de middelen in het afgelopen kalenderjaar.

5. Cfr supra.

6. Het FRGE ontvangt jaarlijks een bedrag van twee miljoen euro werkingsmiddelen.

7. De investeringsmiddelen waarover het FRGE beschikt, werden opgehaald door middel van een obligatieuitgifte, met een looptijd over vijf jaar. Het Fonds beschikte op 1  anuari 2009 over een bedrag van zo’n vierenvijftig miljoen euro.

8. De finale bestemmelingen van de investeringmiddelen van het Fonds zijn particulieren die energiebesparende investeringen wensen uit te voeren in hun woning. Het FRGE leent die middelen niet rechtstreeks aan de particuliere gebruikers, doch doet dit via lokale entiteiten, die daartoe zijn aangeduid door steden en gemeenten.

9. Het FRGE geeft geen uitkeringen, doch leent middelen uit, voor een maximale duurtijd van vijf jaar. Het FRGE werkt momenteel samen met vier projecten in Vlaanderen, en een Wallonië.

Met betrekking tot de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, heb ik de eer te verwijzen naar het antwoord van mijn collega, de minister voor Sociale Zaken en Volksgezondheid op vraag nr. 4-2940 over hetzelfde onderwerp.

Met betrekking tot de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, heb ik de eer te verwijzen naar het antwoord van mijn collega, de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen op vraag nr. 4-2950 over hetzelfde onderwerp.