Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1076

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 18 juni 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Beleidscellen - Dienstwagens - Verkeersboetes

ministerie
voertuig
overtreding van het verkeersreglement
geldboete

Chronologie

18/6/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 17/7/2008)
5/8/2008Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1075
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1077
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1078
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1079
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1080
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1081
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1082
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1083
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1084
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1085
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1086
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1087
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1088
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1089
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1090
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1091
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1092
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1093
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1094
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1095
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1096

Vraag nr. 4-1076 d.d. 18 juni 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Elke beleidscel beschikt in de regel over een of meerdere dienstwagens.

1. Hoeveel dienstvoertuigen zijn er voorhanden in de beleidscel onder de bevoegdheid van de geachte minister? Graag een overzicht met bouwjaar, type en aankoopprijs.

2. Welke leden van de beleidscel maken daarvan gebruik?

3. Hoeveel kilometers werd hiermee afgelegd sinds het aantreden van de geachte minister tijdens deze legislatuur?

4. Bestaat er een regelgeving/richtlijnen in geval de betrokkenen verkeersovertredingen hebben begaan en hiervoor bekeurd worden? Is hierin vervat dat de betrokkenen hun bekeuringen zelf moeten betalen? Graag desgevallend de nodige specificatie.

5. Graag kreeg ik – in voorkomend geval – voor uw beleidscel een overzicht van het aantal bekeuringen dat sinds de oprichting werd opgelopen voor de dienstwagens. Kunnen deze gegevens eventueel worden uitgesplitst volgens de aard van de bekeuringen? Voor welke bedragen werd daarbij bekeurd en wie betaalde deze bekeuringen? Welke verdere gevolgen werden eventueel aan deze bekeuringen gegeven?

Antwoord ontvangen op 5 augustus 2008 :

In antwoord op de vraag van het geachte lid heb ik de eer haar volgende elementen ter kennis te brengen.

1. Het wagenpark van het kabinet bestaat vandaag uit acht voertuigen (van type A, B, C of F naar de normen van de Kanselarij), alle zijn overeenkomstig een lange termijn verhuur van maximum twee jaar gehuurd.

2. Deze voertuigen worden voor de minister, de kabinetsdirecteurs, de kabinetssecretaris, de persattaché en/of de boden in voorkomend geval bestemd.

3. De verhuringen betreffen termijnen van twee jaar en 80 000, 120 000 of 160 000 km maximum. Het voertuig van de minister is voorzien voor maximum 150 000 voor de 48 maanden.

4 en 5. De boeten van welke aard ook worden altijd door de bestuurders van deze voertuigen en in geen geval door het kabinet betaald, ledere bestuurder is voor zijn voertuig verantwoordelijk en draagt dan ook persoonlijk elke bekeuring die hij krijgen zou, ook in het kader van zijn opdrachten voor het kabinet.

De bekeuringen die langs de leasingvennootschappen gestuurd worden, worden onmiddellijk ter betaling naar de houder van het betrokken voertuig gezonden.

De medewerkers die van een functiewagen zullen kunnen genieten of een voertuig van het kabinet voor de behoeften van de dienst moet gebruiken, worden vooraf op de hoogte van deze procedure gebracht.