SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
10 janvier 2014 10 januari 2014
________________
Question écrite n° 5-10825 Schriftelijke vraag nr. 5-10825

de Nele Lijnen (Open Vld)

van Nele Lijnen (Open Vld)

au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des bâtiments et au Développement durable, adjoint au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique

aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der gebouwen en Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken
________________
Services publics fédéraux - Travail à domicile - Télétravail - Évolution - Facilités - Sécurisation Federale Overheidsdiensten - Thuiswerk - Telewerk - Evolutie - Faciliteiten - Beveiliging 
________________
ministère
travail à domicile
travail à distance
téléphone mobile
protection des données
espionnage
criminalité informatique
vidéocommunication
statistique officielle
communication mobile
ministerie
thuiswerk
werk op afstand
mobiele telefoon
gegevensbescherming
spionage
computercriminaliteit
videocommunicatie
officiële statistiek
mobiele communicatie
________ ________
10/1/2014Verzending vraag
18/2/2014Antwoord
10/1/2014Verzending vraag
18/2/2014Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10810
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10811
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10812
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10813
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10814
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10815
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10816
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10817
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10818
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10819
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10820
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10821
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10822
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10823
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10824
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10826
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10827
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10828
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10810
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10811
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10812
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10813
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10814
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10815
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10816
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10817
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10818
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10819
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10820
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10821
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10822
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10823
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10824
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10826
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10827
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10828
________ ________
Question n° 5-10825 du 10 janvier 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-10825 d.d. 10 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Par le passé, j'ai déjà posé une série de questions sur le travail à domicile au sein des services publics fédéraux (SPF). Je répète la plupart des questions afin de pouvoir suivre l'évolution. Je souhaiterais en outre attirer l'attention sur un certain nombre d'éléments. Le secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité a indiqué (question écrite 5-8153) que : « Les employés des « shared services » en général et mes services à la Chancellerie en particulier disposent d’une connexion Virtual Private Network (VPN) pour travailler à domicile. Cela signifie qu’ils ont accès à leurs données électroniques de manière sécurisée, comme s’ils se trouvaient sur leur lieu de travail. VPN est un outil d’échanges de données plus sécurisé que Cloud Computing, car avec ce dernier l’administration n’a aucune idée de l’endroit où les données sont réellement conservées. De plus, le Patriot Act qui a été adopté récemment par les États-Unis d’Amérique, n’est pas de nature à atténuer les inquiétudes des États belge et européens en matière de sécurité des données électroniques. ». Je précise que je fais une distinction entre le travail à domicile et le télétravail occasionnel et structurel (par exemple, un jour par semaine).

Je souhaiterais poser les questions suivantes :

1) Pour les cinq dernières années, combien de travailleurs de tous les services et organisations relevant de votre compétence :

a) travaillent à domicile de façon occasionnelle ?

b) travaillent à domicile de façon structurelle ?

Pouvez-vous me communiquer ces données en chiffres absolus et en pourcentages, avec une ventilation annuelle, et m'indiquer également le nombre total de personnes travaillant dans vos SPF/SPP/... ?

2) Le travail à domicile est-il encouragé auprès de vos collaborateurs ? Pourquoi/pourquoi pas ?

3) Le travail à domicile représente-t-il une économie pour vos services ? Disposez-vous de chiffres à ce sujet ? Avez-vous fait réaliser des études en la matière ? Dans l'affirmative, quel en était le résultat ? Dans la négative, jugez-vous utile une telle étude et la ferez-vous réaliser ? Pouvez-vous expliquer votre réponse ?

4) Des initiatives ont-elles déjà été prises dans vos services pour promouvoir le travail à domicile ? Dans l'affirmative, pouvez-vous expliquer votre réponse ? Dans la négative, pourquoi ?

5) Comptez-vous prendre à l'avenir des initiatives à ce sujet ? Pourquoi/pourquoi pas ?

6) Quels services facilitant la communication sont-ils présents ? Peut-on tenir des vidéoconférences ? Le cloud sharing est-il possible et de quelle manière ?

7) Partagez-vous l'inquiétude du secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, eu égard aux nombreuses nouvelles communiquées en matière de cybercrime et d'espionnage ? Considérez-vous vos services comme une cible potentielle pour de telles actions ?

8) À la suite des nombreuses nouvelles communiquées en matière de cybercrime et d'espionnage, avez-vous amélioré la sécurisation des données de vos SPF (par exemple, par rapport au cloud sharing) ? De quelle manière ?

9) Avez-vous également pris des mesures supplémentaires en ce qui concerne la sécurisation des télétravailleurs ? Dans l'affirmative, comment ? Dans la négative, cela ne vous paraît-il pas nécessaire ? Pouvez-vous expliquer votre réponse ?

10) Les GSM ou d'autres appareils mobiles sont pratiques en cas de télétravail. Pouvez-vous indiquer, pour 2013, en chiffres absolus :

a) combien de travailleurs ont reçu un GSM/smartphone ;

b) combien ont reçu un ordinateur portable ;

c) combien ont reçu un autre appareil mobile.

11) Lorsque le télétravail a été proposé et développé, vos services ont-ils obtenu des avantages en comparaison avec d'autres SPF  ? Dans l'affirmative, quels sont selon vous les points forts de vos services à cet égard ?

12) Quelles possibilités d'amélioration du télétravail entrevoyez-vous encore ?

13) Pour le reste, remarquez-vous encore des tendances ou des évolutions en cette matière dans vos services, y compris par rapport à d'autres services publics ?

 

In het verleden stelde ik reeds een aantal vragen over thuiswerk bij de Federale Overheidsdiensten (FOD). Om de evolutie hiervan op te volgen, herhaal ik de meeste vragen. Graag zou ik verder de aandacht willen vestigen op een aantal andere elementen. De staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit schreef (schriftelijke vraag 5-8153): "De werknemers van Shared Services in het algemeen, en van mijn Diensten op de Kanselarij in het bijzonder, beschikken voor hun thuiswerk over een Virtual Private Network (VPN)-verbinding. Dit betekent dat zij op een professioneel beveiligde manier toegang hebben tot hun elektronische gegevens net alsof ze op kantoor werken. VPN is een meer beveiligde manier van gegevensuitwisseling dan cloud computing, waarbij de overheid geen enkel idee heeft waar de gegevens in realiteit bewaard worden. Bovendien is de Patriot Act die onlangs in de Verenigde Staten van Amerika van kracht is geworden niet van aard om de bezorgdheid van de Belgische en Europese Overheden inzake beveiliging van elektronische gegevens te milderen." Voor de duidelijkheid: ik maak een onderscheid tussen occasioneel en structureel (dus bijvoorbeeld een dag per week) thuiswerk of telewerk.

Graag had ik de volgende vragen gesteld:

1) Hoeveel, en dit voor de laatste vijf jaar, werknemers van alle diensten en organisaties die onder uw beheer vallen:

a) werken occasioneel thuis;

b) werken structureel thuis?

Kan u deze cijfers, opgedeeld per jaar, in absolute en procentuele vorm meedelen, en dus ook meedelen hoeveel mensen er in totaal bij uw FOD/POD/… werken?

2) Wordt thuiswerk aangemoedigd ten aanzien van uw medewerkers? Waarom wel/niet?

3) Weet u of thuiswerken een kostenbesparing voor uw diensten betekent? Heeft u hier cijfers over? Heeft u hier al studies over laten uitvoeren? Zo ja, wat was het resultaat? Zo neen, acht u zo een studie nuttig en wilt u deze laten uitvoeren? Kan u toelichten?

4) Zijn er bij uw diensten al initiatieven genomen om thuiswerk te promoten? Zo ja, kan u dit toelichten? Zo neen, waarom niet?

5) Bent u van plan om in de toekomst hieromtrent initiatieven te nemen? Waarom wel/niet?

6) Welke diensten die de communicatie faciliteren zijn aanwezig? Kan men videoconferenties houden? Is cloud sharing mogelijk en op welke manier?

7) Deelt u de ongerustheid van de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, gelet op de vele berichten over cybercrime en spionage? Ziet u uw diensten als een mogelijk doelwit van dergelijke acties?

8) Heeft u na de vele berichten over cybercrime en spionage de beveiliging van de data van uw FOD verbeterd (bijvoorbeeld in verband met cloud sharing)? Op welke manier?

9) Heeft u ook extra maatregelen qua beveiliging genomen wat betreft telewerkers? Zo ja, hoe? Zo neen, acht u dit niet nodig? Kan u toelichten?

10) Gsm's of andere mobiele apparaten zijn handig bij telewerk. Kan u voor 2013 aanduiden in absolute cijfers:

a) hoeveel werknemers een gsm/smartphone hebben ontvangen;

b) hoeveel een laptop hebben ontvangen;

c) hoeveel een ander mobiel toestel hebben gekregen.

11) Hebben uw diensten bij het aanbieden en uitwerken van telewerken voordelen in vergelijking met andere FOD? Zo ja, wat zijn volgens u sterke punten van uw diensten hierin?

12) Waar ziet u nog mogelijkheden tot verbetering wat betreft telewerken?

13) Merkt u voor de rest nog trends of evoluties op inzake deze materie bij uw diensten, ook ten aanzien van andere overheidsdiensten?

 
Réponse reçue le 18 février 2014 : Antwoord ontvangen op 18 februari 2014 :

1.

A - B)

Les chiffres portent sur le travail à domicile structurel. Nous ne disposons pas de chiffres exacts quant au nombre de travailleurs qui travaillent à domicile de façon occasionnelle vu que cette forme de travail n’est autorisée qu'en cas de circonstances exceptionnelles (par exemple grève de trains) et qu’elle fait l’objet d'un accord entre le travailleur et son chef.

2. Jusqu’ici, le travail à domicile n’a pas été encouragé de façon pro-active. Cette situation s’explique par la nature des activités d’un grand nombre de travailleurs de la Régie des Bâtiments, à savoir des profils techniques dont le travail consiste pour la plupart à effectuer des contrôles sur chantier et à se rendre à des réunions de chantier.

Le travail à domicile a certes été formalisé par une circulaire interne exposant les conditions et la procédure d’introduction d’une demande de télétravail.

3. Aucune étude n’a été faite en la matière et nous ne disposons dès lors d'aucuns chiffres. Une telle étude peut éventuellement s’avérer utile dans le cadre du projet global de réaménagement des bâtiments du siège.

4. Plusieurs bulletins d’information internes ont traité des possibilités de travailler à domicile et de la procédure à suivre.

5. La Régie des Bâtiments a démarré un projet de réaménagement des bâtiments de son siège à Bruxelles. Ce réaménagement vise à réduire la surface de bureau par travailleur. Dans le cadre de ce projet, nous explorons actuellement différentes possibilités. Le télétravail pourrait en être un élément.

6. La tenue de vidéoconférences n’est pas prévue actuellement. Le principe du cloud sharing a été concrétisé en interne. Par conséquent, les données sont disponibles exclusivement sur les serveurs de la Régie et seuls nos travailleurs internes y ont accès.

7. Nous contrôlons régulièrement nos installations ; par ailleurs, des tests sont réalisés régulièrement afin de vérifier le niveau de protection. En outre, nous sommes très attentifs aux évolutions technologiques mais, vu qu’une sécurité à 100 % n’existe pas, nous mettons en balance le niveau de protection désiré et le coût que cela implique. Bien que nous ne nous considérions pas comme une cible potentielle, nous restons vigilants.

8. Nous ne recourons pas vraiment au cloud sharing. Nous utilisons une connexion VPN et travaillons via un cloud sharing interne.

9. Nous avons sécurisé au maximum les lieux de travail des télé-travailleurs afin de limiter les risques. Cependant, nous devons mettre en balance la sécurité et le confort d’utilisation.

10.

a) 39 GSM et 9 smartphones.

b) Au total, quelque 300 collaborateurs disposent d’un ordinateur portable.

c)-

11. Il n’y a pas d’avantages concrets par rapport à d’autres Services public fédéral (SPF).

12. nihil.

13. nihil.

1.

A - B)

De cijfers hebben betrekking op structureel thuiswerken. Van medewerkers die occasioneel thuiswerken hebben we geen exacte cijfers, aangezien dit enkel in uitzonderlijke omstandigheden wordt toegestaan (bijvoorbeeld treinstaking) en dit tussen chef en medewerker wordt afgesproken.

2. Thuiswerk werd tot op heden niet proactief aangemoedigd. De belangrijkste reden hiervoor is de aard van de werkzaamheden van een groot deel van de werknemers van de Regie der Gebouwen, namelijk technische profielen waarbij werfcontroles en werfvergaderingen een belangrijk onderdeel van het werk vormen.

Thuiswerk is wel geformaliseerd door een interne omzendbrief waarin de voorwaarden en de procedure om een aanvraag tot telewerk te doen, worden uiteengezet.

3. Hier is geen onderzoek naar gedaan en er zijn dus ook geen cijfers over. Eventueel kan een dergelijke studie nuttig zijn in het kader van het globale project met betrekking tot de herinrichting van de gebouwen van de hoofdzetel.

4. In verschillende interne nieuwsbrieven werden de mogelijkheden om thuiswerk te doen uiteengezet en werd de procedure toegelicht.

5. De Regie der Gebouwen is gestart met een project tot herinrichting van de gebouwen van haar hoofdzetel in Brussel. Doel van deze herinrichting is te komen tot een kleinere oppervlakte kantoorruimte per werknemer. In het kader van dit project worden momenteel ook verschillende mogelijkheden onderzocht. Telewerk zou een onderdeel kunnen vormen.

6. Het houden van videoconferenties wordt momenteel niet toegepast. Het principe van cloud sharing werd intern geconcretiseerd. Derhalve zijn de gegevens uitsluitend beschikbaar op de servers van de Regie en enkel onze interne werknemers hebben toegang.

7. Wij controleren regelmatig onze installaties; er worden tevens regelmatig testen gedaan om het beveiligingsniveau na te gaan. Daarnaast volgen wij van nabij de evolutie van de technologieën, maar aangezien 100 % beveiliging niet bestaat, maken wij een afweging tussen het gewenste beveiligingsniveau en de kost daarvan. Hoewel we menen dat we geen beoogd doelwit zijn, blijven we niettemin waakzaam.

8. Wij maken geen eigenlijk gebruik van cloud sharing. Wij gebruiken VPN en werken via interne cloud sharing.

9. Wij hebben de werkplaatsen van de telewerkers maximaal beveiligd om de risico’s te beperken. We dienen evenwel een afweging te maken tussen beveiliging en gebruiksgemak.

10.

a) 39 gsm’s en 9 smartphones

b) Er zijn in totaal een 300-tal medewerkers die over een laptop beschikken

c)-

11. Er zijn geen concrete voordelen ten opzichte van andere Federale Overheidsdiensten (FOD’s).

12. nihil.

13. nihil.