SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
15 décembre 2009 15 december 2009
________________
Question écrite n° 4-6329 Schriftelijke vraag nr. 4-6329

de Franco Seminara (PS)

van Franco Seminara (PS)

au ministre du Climat et de l'Énergie

aan de minister van Klimaat en Energie
________________
Centres de bronzage - Arrêté royal du 20 juin 2002 relatif aux conditions d'exploitation des centres de bronzage - Infractions - Enquête de Test-Achats - Contrôle et sanctions supplémentaires - Mesures Zonnecentra - Koninklijk besluit van 20 juni 2002 houdende voorwaarden betreffende de exploitatie van zonnecentra - Inbreuken - Enquête van Test-Aankoop - Bijkomende controle en straffen - Maatregelen 
________________
coiffure et soins esthétiques
protection du consommateur
haar- en schoonheidsverzorging
bescherming van de consument
________ ________
15/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/1/2010)
20/1/2010Antwoord
15/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/1/2010)
20/1/2010Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6328
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6330
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6328
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6330
________ ________
Question n° 4-6329 du 15 décembre 2009 : (Question posée en français) Vraag nr. 4-6329 d.d. 15 december 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Selon une enquête de Test-Achats sur les centres de bronzage ayant pour objectif d'évaluer le respect de l'arrêté royal du 22 novembre 2007 modifiant l'arrêté royal du 20 juin 2002 relatif aux conditions d'exploitation des centres de bronzage, qui interdisait aux mineurs et aux personnes à la peau très claire, aux cheveux roux ou blonds et brunissant difficilement d'accéder aux bancs solaires, cinq centres seulement sur soixante-huit étaient en règle avec la nouvelle réglementation de 2007 entrée en vigueur le 1er août 2008.

Ainsi, sur soixante-huit centres de bronzage visités par un expert accompagné d'un adolescent de 15-16 ans, le mineur a pu accéder aux bancs solaires dans deux cas sur trois alors que la loi belge l'interdit.

De plus, moins d'un employé d'accueil sur cinq explique clairement les risques du banc solaire, bien qu'il en soit pourtant obligé.

Le type de peau du client n'est seulement demandé que dans la moitié des cas. C'est pourtant prescrit légalement et cela est essentiel par rapport aux risques de cancer de la peau.

En outre, il ressort que 68 % des centres de bronzage contrôlés par le Service public fédéral (SPF) Économie depuis janvier 2008 outrepassent la réglementation relative aux normes de rayonnement, l'affichage des conseils obligatoires, l'information aux clients et la durée entre deux séances de banc solaire.

Ainsi, bien que les exploitants aient eu largement le temps de se mettre en règle, il apparaît encore que beaucoup ne l'ont pas fait.

Aussi, je souhaite vous poser la question suivante : le nombre d'infractions constatées démontrant la difficulté de faire respecter la réglementation dans le secteur des centres de bronzage, quels moyens envisagez-vous déployer pour mettre en place plus de contrôles et de sanctions ?

 

Volgens een enquête van Test-Aankoop over de naleving van het koninklijk besluit van 22 november 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juni 2002 houdende voorwaarden betreffende de exploitatie van zonnecentra, waarbij aan minderjarigen en personen met een zeer lichte huid, rode of blonde haren en die moeilijk bruinen de toegang tot de zonnebank wordt verboden, waren slechts vijf op de achtenzestig centra in regel met de nieuwe reglementering van 2007 die vanaf 1 januari 2008 in werking trad.

Een expert, vergezeld door een adolescent van 15-16 jaar, kreeg in twee op de drie van de achtenzestig bezochte zonnecentra toegang tot de zonnebank, hoewel de Belgische wetgeving dat verbiedt.

Bovendien gaf minder dan één of vijf onthaalverantwoordelijken duidelijke informatie over de risico’s van de zonnebank, ook al is dat verplicht.

Slechts in de helft van de gevallen werd naar het huidtype van de cliënt gevraagd. Dat is nochtans wettelijk opgelegd en is van essentieel belang om het risico op huidkanker te beperken.

Bovendien zouden 68% van de zonnecentra die sinds januari 2008 door de FOD Economie worden gecontroleerd, de reglementering over de stralingsnormen, het uithangen van verplichte instructies, de informatie aan de cliënten en de duur tussen twee zonnebanksessies overtreden.

Hoewel de uitbaters ruim de tijd hebben gekregen om aan alle voorschriften te voldoen, blijkt dat velen nog altijd niet in regel zijn.

Het aantal inbreuken toont de moeilijkheid aan om de reglementering in de sector van de zonnecentra te doen naleven. Welke maatregelen overweegt u om meer controles en straffen in te voeren?

 
Réponse reçue le 20 janvier 2010 : Antwoord ontvangen op 20 januari 2010 :

J’ai l’honneur de répondre ce qui suit à l’honorable membre :

Vu l’importance et le caractère sensible de ce dossier, et étant donné qu’il a été constaté que le secteur en question ne respectait toujours pas la législation concernée, la campagne portant sur le contrôle du respect de l’arrêté royal du 20 juin 2002 relatif aux conditions d’exploitation des centres de bronzage a été intensifiée depuis le 16 novembre 2009. Elle se déroulera jusqu’à la fin du mois de février 2010 et les résultats seront connus à la mi-mars.

Pas moins de 63 agents de contrôle consacrent au moins une partie de leur temps à cette campagne. Elle inclut, d’une part, un groupe d’agents qui contrôlent toutes les conditions de l’arrêté royal précité et mesurent l’intensité maximale de rayonnement des bancs solaires et, d’autre part, un groupe qui contrôle également toutes les conditions de l’arrêté royal précité mais n’effectue aucune mesure de l’intensité de rayonnement.

En ce qui concerne les contrôles effectués par le premier groupe sur base d’une analyse de risques, il faut tenir compte du fait que :

  • les contrôles prennent beaucoup de temps, en particulier parce que l’on contrôle en premier lieu les grands centres. En plus de la vérification des conditions administratives, chaque banc doit en outre faire l’objet d’une mesure. Pour les contrôles des centres de bronzage, sept appareils de mesure (coûtant environ 6 000 euros pièce) ont été achetés pour mesurer l’intensité de rayonnement ;

  • la sécurité des agents de contrôle doit être garantie. Malgré l’acquisition de moyens de protection pour ces agents, ils restent partiellement exposés aux rayonnements UV lors de la mesure des bancs. Une exposition continue et trop longue mettrait en danger la santé de ces agents, de sorte qu’il s’avère nécessaire de répartir ces enquêtes dans le temps.

En fonction de la gravité de l'infraction (et dans le respect des conditions de la loi du 9 février 1994 relative à la sécurité des produits et des services), les infractions peuvent être sanctionnées par un avertissement, un procès-verbal avec proposition de règlement transactionnel ou une saisie temporaire des bancs non conformes ou du centre lui-même jusqu’à mise en conformité.

Il ressort des premiers chiffres que 152 centres ont déjà été contrôlés. Un centre était conforme dès le premier contrôle. Dans onze dossiers, il y a eu saisie temporaire des bancs ou du centre lui-même. 54 procès-verbaux avec proposition de règlement transactionnel et 15 procès-verbaux d’avertissement ont déjà été dressés. 71 dossiers sont encore en cours de traitement et peuvent donner lieu à l’établissement d’un procès-verbal avec proposition de règlement transactionnel. Les chiffres exacts ne seront toutefois connus qu’à la mi-mars 2010.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen:

Gelet op het belang en het gevoelige karakter van dit dossier, evenals de vaststelling dat de betrokken sector de betrokken wetgeving nog steeds niet naleeft, werd de intensiteit van de campagne betreffende de controle op de naleving van het koninklijk besluit van 20 juni 2002 houdende de voorwaarden betreffende de exploitatie van zonnecentra op 16 november 2009 in een hogere versnelling geplaatst. Deze campagne loopt tot eind februari 2010 en de cijfergegevens zullen dan ook pas midden maart bekend zijn.

Aan deze campagne spenderen niet minder dan 63 controleambtenaren minstens een gedeelte van hun tijd. De campagne wordt opgesplitst enerzijds in een groep controleambtenaren die alle voorwaarden van het voornoemd koninklijk besluit controleert en de maximale stralingsintensiteit van de zonnebanken meet en anderzijds een groep die ook alle voorwaarden van het voornoemd koninklijk besluit controleert maar geen meting van de stralingsintensiteit doet.

Betreffende de controles die door de 1ste groep op basis van een risico evaluatie worden gedaan, moet rekening gehouden worden met het feit dat:

  • de controles tijdrovend zijn, in het bijzonder aangezien in eerste instantie vooral de grote centra worden gecontroleerd. Naast het controleren van alle administratieve voorwaarden moet elke bank worden gemeten. Voor de controles van de zonnecentra werden zeven meters (ongeveer 6 000 euro per meter) aangekocht voor de meting van de stralingsintensiteit;

  • de veiligheid van de controlerende ambtenaren gewaarborgd moet worden. Ondanks het feit dat er beschermingsmiddelen werden aangekocht voor deze ambtenaren blijven zij deels blootgesteld aan de uv-stralingen tijdens de meting van de banken. Een continue en te lange blootstelling zou de gezondheid van deze ambtenaren in gevaar kunnen brengen, zodat deze onderzoeken noodzakelijker wijze in de tijd moeten gespreid worden.

Naargelang de ernst van de overtreding (en binnen de voorwaarden van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten) worden de overtredingen gesanctioneerd gaande van een waarschuwing, een proces-verbaal met voorstel tot een minnelijke schikking tot een tijdelijke beslagname van de niet conforme banken of het centrum zelf totdat ze aangepast zijn.

Uit de eerste cijfers blijkt dat reeds 152 centra werden gecontroleerd. Één centrum was conform bij de eerste controle. In elf dossiers werd een tijdelijk beslag gelegd op de banken of het centrum zelf. Er werden al 54 processen-verbaal met een voorstel tot minnelijke schikking en 15 processen-verbaal van waarschuwing opgesteld. 71 dossiers zijn nog in behandeling en kunnen nog aanleiding geven tot het opstellen van een proces-verbaal met voorstel tot een minnelijke schikking. Maar de exacte cijfers zullen pas midden maart 2010 bekend zijn.