SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
19 novembre 2009 19 november 2009
________________
Question écrite n° 4-5068 Schriftelijke vraag nr. 4-5068

de Pol Van Den Driessche (CD&V)

van Pol Van Den Driessche (CD&V)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________________
Petits indépendants - Franchise de la taxe sur la valeur ajoutée (TVA) - Relèvement du montant Kleine zelfstandigen - Vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde (BTW) - Optrekken van het bedrag 
________________
commerce indépendant
petites et moyennes entreprises
TVA
exonération fiscale
zelfstandig winkelbedrijf
kleine en middelgrote onderneming
BTW
belastingontheffing
________ ________
19/11/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 24/12/2009)
25/11/2009Dossier gesloten
19/11/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 24/12/2009)
25/11/2009Dossier gesloten
________ ________
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5209 Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5209
________ ________
Question n° 4-5068 du 19 novembre 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-5068 d.d. 19 november 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En vertu de l'article 56, § 2, du Code de la taxe sur la valeur ajoutée (TVA), les petits indépendants et les petites ou moyennes entreprises (PME) peuvent demander à bénéficier de la franchise de la TVA tant que leur chiffre d'affaires annuel est inférieur à 5.580 euros. Pour ces entreprises, cette franchise signifie un allégement considérable des obligations administratives. C'est l'occasion de stimuler les gens à développer une activité indépendante sans trop de tracas administratifs.

Le montant maximum permettant d'obtenir la franchise est relativement peu élevé. Je souhaite poser deux questions à ce sujet.

1. Ce montant est-il indexé annuellement ou est-il adapté d'une autre manière à la hausse des prix ?

2. Le ministre est-il disposé à relever le montant ? Concrètement, je propose de le porter à 15.000 euros. Cela peut inciter des entrepreneurs à démarrer leur activité sans devoir faire face aussitôt aux tracas de la TVA. Cela peut aussi entraîner un net allégement du travail des services de contrôle de la TVA, leur permettant de se concentrer sur un meilleur contrôle des entreprises ayant un chiffre d'affaires important.

 

Kleine zelfstandigen en kleine of middelgrote ondernemingen (KMO) kunnen volgens artikel 56, § 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde (BTW) vrijstelling van BTW aanvragen zolang hun omzetcijfer op jaarbasis minder dan 5 580 euro bedraagt. Deze vrijstelling betekent voor die bedrijven een aanzienlijke verlichting van de administratieve verplichtingen. Het is een kans om mensen te stimuleren een zelfstandige activiteit te ontplooien, zonder al te veel administratieve beslommeringen.

Het bedrag onder hetwelk de vrijstelling wordt toegestaan is relatief laag. Ik heb hierbij twee vragen:

1. Wordt dit bedrag jaarlijks geïndexeerd? Of is er een andere wijze waarop dit bedrag wordt aangepast aan de stijgende prijzen?

2. Is de geachte minister bereid het bedrag op te trekken? Ik stel concreet voor het op te trekken tot15 000 euro. Dit kan een stimulans zijn voor ondernemers om hun zaak op te starten zonder meteen geconfronteerd te worden met de BTW-perikelen. Eveneens kan het een ernstige verlichting van het werk van de BTW-controlediensten met zich meebrengen, waardoor deze zich kunnen richten op een betere controle van bedrijven met een relevante omzet.