SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
23 juin 2009 23 juni 2009
________________
Question écrite n° 4-3632 Schriftelijke vraag nr. 4-3632

de Sabine de Bethune (CD&V)

van Sabine de Bethune (CD&V)

au ministre de la Défense

aan de minister van Landsverdediging
________________
Droits de l'enfant - Intérêt - Budget - Objectifs stratégiques pour 2008 Kinderrechten - Aandacht - Begroting - Strategische doelstellingen voor 2008 
________________
budget de l'État
droits de l'enfant
rijksbegroting
rechten van het kind
________ ________
23/6/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 23/7/2009)
27/7/2009Antwoord
23/6/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 23/7/2009)
27/7/2009Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3623
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3624
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3625
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3626
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3627
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3628
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3629
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3630
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3631
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3633
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3634
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3635
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3636
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3637
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3638
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3639
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3640
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3641
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3642
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3643
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3644
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3623
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3624
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3625
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3626
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3627
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3628
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3629
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3630
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3631
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3633
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3634
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3635
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3636
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3637
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3638
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3639
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3640
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3641
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3642
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3643
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3644
________ ________
Question n° 4-3632 du 23 juin 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-3632 d.d. 23 juni 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La Convention relative aux droits de l'enfant de 1989 fut ratifiée par la Belgique le 16 décembre 1991 et est entrée en vigueur le 15 janvier 1992.

La Convention fut suivie en 2002 par un plan d'action des Nations unies (ONU) appelé « A world fit for children ». Ce document qui énonce dix points d'action concrets, demande à tous les États membres, entre autres, de réaliser d'urgence un plan national d'action.

En exécution de ces engagements internationaux, la Belgique a adopté, le 4 septembre 2002, une loi sur l'application de la Convention relative aux droits de l'enfant.Le gouvernement devait informer chaque année le parlement de sa politique.

En outre, le conseil des ministres a approuvé le 8 juillet 2005 le plan national d'action consacré aux droits de l'enfant (2005-2012) en vue de l'application de la Convention.

La Belgique s'est ainsi engagée concrètement à prendre les mesures nécessaires pour réaliser les droits de l'enfant. Cette tâche exige une volonté politique constante ainsi que la libération des moyens financiers nécessaires.

La politique fédérale des droits de l'enfant est une politique horizontale. Tous les domaines de la politique touchent en effet aux droits et intérêts des enfants et des jeunes.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes:

1. Quels étaient les objectifs stratégiques en 2008 en matière de droits de l'enfant ?

2. Quels moyens a-t-on inscrits dans le budget 2008, globalement et par poste, pour réaliser une politique favorable aux enfants ?

 

Het Verdrag voor de rechten van het kind van 1989 werd door België op 16 december 1991 geratificeerd en trad er in werking op 15 januari 1992.

Het Verdrag werd in 2002 gevolgd door een Verenigde Naties (VN) Actieplan onder de naam “ A World fit for Children “. Dit document, dat tien concrete actiepunten formuleert, vraagt onder andere aan alle Lidstaten dringend werk te maken van een nationaal actieplan.

Ter uitvoering van deze internationale engagementen nam België op 4 september 2002 een wet aan tot instelling van een jaarlijkse rapportage over de toepassing van het VN-Kinderrechtenverdrag. De regering dient zo het Parlement jaarlijks op de hoogte te houden van haar beleid.

Daarnaast keurde de Ministerraad op 8 juli 2005 het nationale actieplan inzake de rechten van het kind (2005–2012) goed met het oog op de toepassing van het Verdrag.

Hierdoor heeft België er zich concreet toe geëngageerd de nodige maatregelen te nemen om de rechten van kinderen daadwerkelijk te realiseren. Deze opdracht vergt een volgehouden politieke wil en ook het vrijmaken van de nodige financiële middelen.

Het federaal kinderrechtenbeleid is een horizontaal beleid. Alle beleidsdomeinen hebben immers raakvlakken bij de rechten en belangen van kinderen en jongeren.

Elke federale minister, regeringslid, staatssecretaris en overheidsdienst heeft binnen het eigen bevoegdheidspakket de verantwoordelijkheid om het kinderrechtenbeleid te bewaken en een kindvriendelijke dimensie toe te passen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1.Welke waren de strategische doelstellingen inzake kinderrechten in 2008?

2.Hoeveel middelen werden ingeschreven in de begroting voor 2008, in globo en per post, ter verwezenlijking van de kindvriendelijke dimensie van het beleid?

 
Réponse reçue le 27 juillet 2009 : Antwoord ontvangen op 27 juli 2009 :

L'honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.

  1. En ce qui concerne la stratégie de la Défense en matière de droits de l’enfant, les éléments suivants peuvent être relevés pour les années 2008 et 2009 :

  • La Défense consacre une attention particulière à l’information relative à la prévention du HIV/SIDA, une affection qui touche également les enfants. Ces efforts sont fournis tant en Belgique que lors des opérations de la Défense à l’étranger, certainement dans le cadre des diverses activités de Partenariat militaire.

  • La Défense contribue intensément à la mise en œuvre de la résolution 1325 de l’ONU relative aux femmes, à la paix et à la sécurité, et à la résolution 1820 relative aux violences sexuelles dans les zones de conflit et dans les zones d’après-conflit. Ces résolutions ont un impact important sur les droits de l’enfant.

  • Par sa participation aux opérations à l’étranger, la Défense contribue activement à la protection des enfants contre les conséquences de la guerre.

  • La Défense s’inscrit totalement dans l’approche 3D-LO (Diplomacy, Defense, Development, Law and Order) des conflits. Cette approche interdépartementale garantit plus d’attention à la notion de « sécurité humaine »et donc aussi aux droits de l’enfant.

  1. Il n’y a pas de lignes de crédit séparément réservées à la protection des droits de l’enfant.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.

  1. Betreffende de strategie van Defensie in verband met kinderrechten kunnen, voor de jaren 2008 en 2009, volgende elementen aangehaald worden :

  • Defensie besteedt bijzondere aandacht aan de voorlichting ter preventie van HIV/AIDS, een aandoening die ook kinderen treft. Deze inspanningen worden geleverd zowel in België als tijdens de operaties van Defensie in het buitenland, zeker in het kader van de verschillende Militaire Partnerschaps-activiteiten.

  • Defensie werkt intensief mee aan de uitvoering van de VN resolutie 1325 over vrouwen, vrede en veiligheid en aan de resolutie 1820 betreffende sexueel geweld in conflictgebieden en post-conflictgebieden. Deze resoluties hebben een belangrijke impact op de kinderrechten.

  • Door haar deelname aan operaties in het buitenland, draagt Defensie actief bij tot het beschermen van kinderen tegen de gevolgen van de oorlog.

  • Defensie schrijft zich volledig in in de 3D-LO (Diplomacy, Defense, Development, Law and Order) benadering van conflicten. Deze interdepartementale aanpak garandeert meer aandacht voor het begrip « human security » en dus ook voor kinderrechten.

  1. Er worden geen aparte kredietlijnen gereserveerd voor de bescherming van de kinderrechten.