Kinderrechten - Aandacht - Begroting - Strategische doelstellingen voor 2008
rechten van het kind
rijksbegroting
23/6/2009 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 23/7/2009) |
15/9/2009 | Antwoord |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3623
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3624
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3625
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3626
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3628
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3629
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3630
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3631
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3632
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3633
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3634
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3635
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3636
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3637
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3638
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3639
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3640
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3641
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3642
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3643
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3644
Het Verdrag voor de rechten van het kind van 1989 werd door België op 16 december 1991 geratificeerd en trad er in werking op 15 januari 1992.
Het Verdrag werd in 2002 gevolgd door een Verenigde Naties (VN) Actieplan onder de naam “ A World fit for Children “. Dit document, dat tien concrete actiepunten formuleert, vraagt onder andere aan alle Lidstaten dringend werk te maken van een nationaal actieplan.
Ter uitvoering van deze internationale engagementen nam België op 4 september 2002 een wet aan tot instelling van een jaarlijkse rapportage over de toepassing van het VN-Kinderrechtenverdrag. De regering dient zo het Parlement jaarlijks op de hoogte te houden van haar beleid.
Daarnaast keurde de Ministerraad op 8 juli 2005 het nationale actieplan inzake de rechten van het kind (2005–2012) goed met het oog op de toepassing van het Verdrag.
Hierdoor heeft België er zich concreet toe geëngageerd de nodige maatregelen te nemen om de rechten van kinderen daadwerkelijk te realiseren. Deze opdracht vergt een volgehouden politieke wil en ook het vrijmaken van de nodige financiële middelen.
Het federaal kinderrechtenbeleid is een horizontaal beleid. Alle beleidsdomeinen hebben immers raakvlakken bij de rechten en belangen van kinderen en jongeren.
Elke federale minister, regeringslid, staatssecretaris en overheidsdienst heeft binnen het eigen bevoegdheidspakket de verantwoordelijkheid om het kinderrechtenbeleid te bewaken en een kindvriendelijke dimensie toe te passen.
Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:
1.Welke waren de strategische doelstellingen inzake kinderrechten in 2008?
2.Hoeveel middelen werden ingeschreven in de begroting voor 2008, in globo en per post, ter verwezenlijking van de kindvriendelijke dimensie van het beleid?
Ik heb de eer het geachte lid de gevraagde gegevens mee te delen :
De Fedeerale Overheidsdienst (FOD) Personeel en Organisatie had voor 2008 geen strategische doelstelling inzake kinderrechten.
Op de begroting 2008 is niets ingeschreven.