BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2019-2020
________
17 januari 2020
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 7-300

de Guy D'haeseleer (Vlaams Belang)

aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen
________
Administraties - Personeelsleden die niet over de Belgische nationaliteit beschikken
________
overheidsadministratie
ambtenaar
personeel op contractbasis
EU-onderdaan
buitenlandse staatsburger
officiële statistiek
________
17/1/2020Verzending vraag
29/1/2020Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-292
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-293
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-294
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-295
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-296
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-297
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-298
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-299
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-301
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-302
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-303
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-304
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 7-300 d.d. 17 januari 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Werk alsook migratie en inburgering zijn transversale aangelegenheden.

Artikel 10 van de Grondwet bepaalt dat «alleen Belgen tot de burgerlijke en militaire bedieningen benoembaar zijn, behoudens de uitzonderingen die voor bijzondere gevallen door een wet kunnen worden gesteld».

Kan u mij voor de administraties die onder uw bevoegdheid vallen en voor de organisaties die onder uw voogdij staan, per administratie en per organisatie, meedelen hoeveel personeelsleden, ongeacht hun statuut, niet over de Belgische nationaliteit beschikken?

Kan daarbij een opsplitsing worden gemaakt al naar gelang het gaat om onderdanen van lidstaten van de Europese Unie (EU), onderdanen van de Zwitserse Bondsstaat of de Europese Economische Ruimte (EER), en onderdanen van derde landen?

Kan u wat deze laatste categorie betreft meedelen om welke landen het precies gaat?

Antwoord ontvangen op 29 januari 2020 :

Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord gegeven door mevrouw de eerste minister op zijn identieke schriftelijke vraag nr. 7-292.