BELGISCHE SENAAT | ||||
________ | ||||
Zitting 2009-2010 | ||||
________ | ||||
7 december 2009 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-5690 | ||||
de Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) |
||||
aan de minister van Justitie |
||||
________ | ||||
Gerechtsgebouwen - Toehoorders van de zittingen - Dragen van een hoofddeksel - Hoofddoek | ||||
________ | ||||
openbaar gebouw islam kledingstuk godsdienst religieus symbool |
||||
________ | ||||
|
||||
________ | ||||
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4584 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-5690 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||
Artikel 759 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat "de toehoorders de zittingen bijwonen met ongedekte hoofden, eerbiedig en stilzwijgend". Over dit artikel ontstond onlangs een polemiek omdat een rechter op basis hiervan een moslima had geweerd uit de rechtszaal. 1. Bevestigt de geachte minister dat overeenkomstig deze bepaling vrouwen met een hoofddoek de toegang mag geweigerd worden tot de rechtszalen? 2. Moet dit ook (verplicht) gebeuren door de rechter? |