Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4584

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 25 september 2009

aan de minister van Justitie

Gerechtsgebouwen - Toehoorders van de zittingen - Dragen van een hoofddeksel - Hoofddoek

openbaar gebouw
islam
kledingstuk
godsdienst
religieus symbool

Chronologie

25/9/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 29/10/2009)
25/11/2009Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5690

Vraag nr. 4-4584 d.d. 25 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Artikel 759 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat "de toehoorders de zittingen bijwonen met ongedekte hoofden, eerbiedig en stilzwijgend".

Over dit artikel ontstond onlangs een polemiek omdat een rechter op basis hiervan een moslima had geweerd uit de rechtszaal.

1. Bevestigt de geachte minister dat overeenkomstig deze bepaling vrouwen met een hoofddoek de toegang mag geweigerd worden tot de rechtszalen?

2. Moet dit ook (verplicht) gebeuren door de rechter?