4-474/2

4-474/2

Belgische Senaat

ZITTING 2007-2008

18 DECEMBER 2007


Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 26 maart 2007 houdende diverse bepalingen met het oog op de integratie van de kleine risico's in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor de zelfstandigen


Evocatieprocedure


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN MEVROUW VIENNE C.S.

Art. 4

Punt 1º vervangen als volgt :

« 1º § 1, eerste lid, wordt vervangen als volgt :

« § 1. Onverminderd de uitzonderingen bedoeld in de §§ 1bis en 2 zijn de onderworpenen de volgende jaarlijkse bijdragen verschuldigd :

1º 19,65 pct. op het gedeelte der beroepsinkomsten dat 3 332,00 euro niet te boven gaat;

2º 22 pct. op het gedeelte der beroepsinkomsten dat 3 332,00 euro te boven gaat, maar 16 664,24 euro niet overschrijdt;

3º 16 pct. op het gedeelte der beroepsinkomsten dat 16 664,24 euro te boven gaat, maar 23 330,06 euro niet overschrijdt;

4º 2 pct. op het gedeelte der beroepsinkomsten dat 23 330,66 euro te boven gaat, maar 39 999,66 euro niet overschrijdt. ».

Nr. 2 VAN MEVROUW VIENNE C.S.

Art. 4

Punt 2º vervangen als volgt :

« 2º in § 1, tweede lid, wordt het bedrag « 3 221,08 euro » vervangen door het bedrag « 3 332,00 euro »; ».

Nr. 3 VAN MEVROUW VIENNE C.S.

Art. 4

Punt 4º vervangen als volgt :

« 4º § 2, tweede lid, wordt vervangen als volgt :

« Wanneer genoemde inkomsten minstens 405,60 euro bedragen, is de onderworpene de volgende jaarlijkse bijdragen verschuldigd :

1º 19,65 pct. op het gedeelte der beroepsinkomsten dat 3 332,00 euro niet overschrijdt,

2º 22 pct. op het gedeelte der beroepsinkomsten dat 3 332,00 euro te boven gaat, maar 16 664,24 euro niet overschrijdt;

3º 16 pct. op het gedeelte der beroepsinkomsten dat 16 664,24 euro te boven gaat, maar 23 330,06 euro niet overschrijdt;

4º 2 pct. op het gedeelte der beroepsinkomsten dat 23 330,06 euro te boven gaat, maar 39 993,66 euro niet overschrijdt. ». ».

Nr. 4 VAN MEVROUW VIENNE C.S.

Art. 5

In het eerste lid van de voorgestelde tekst (het vervangen tweede lid van artikel 13, § 1), de punten 1º en 2º vervangen als volgt :

« 1º 19,65 pct. op het gedeelte der beroepsinkomsten dat 3 332,00 euro niet overschrijdt,

2º 22 pct. op het gedeelte der beroepsinkomsten dat 3 332,00 euro te boven gaat, maar 16 664,24 euro niet overschrijdt;

3º 16 pct. op het gedeelte der beroepsinkomsten dat 16 664,24 euro te boven gaat, maar 23 330,06 euro niet overschrijdt;

4º 2 pct. op het gedeelte der beroepsinkomsten dat 23 330,06 euro te boven gaat, maar 39 993,66 euro niet overschrijdt. ».

Nr. 5 VAN MEVROUW VIENNE C.S.

Art. 5

In het tweede lid van de voorgestelde tekst (het vervangen derde lid van artikel 13, § 2), de punten 1º en 2º vervangen als volgt :

« 1º 19,65 pct. op het gedeelte der beroepsinkomsten dat 3 332,00 euro niet overschrijdt

2º 22 pct. op het gedeelte der beroepsinkomsten dat 3 332 euro te boven gaat, maar 16 664,24 euro niet overschrijdt;

3º 16 pct. op het gedeelte der beroepsinkomsten dat 16 664,24 euro te boven gaat, maar 23 330,06 euro niet overschrijdt;

4º 2 pct. op het gedeelte der beroepsinkomsten dat 23 330,06 euro te boven gaat, maar 39 993,66 euro niet overschrijdt ».

Nr. 6 VAN MEVROUW VIENNE C.S.

Art. 13bis (nieuw)

Een artikel 13bis invoegen, luidende :

« Art. 13bis. — Deze wet zal na twee jaar worden geëvalueerd zodanig dat in voorkomend geval de berekening van de bijdragen wordt aangepast bij een onvoldoende of overmatige dekking door de sociale bijdragen. ».

Verantwoording

De eerste drie amendementen wijzigen artikel 4 van het ontwerp; eigenlijk dienen ze hetzelfde doel.

Ze wijzigen de bijdragepercentages en de bedragen die als drempel worden gehanteerd voor het berekenen van de socialezekerheidsbijdragen. Concreet wordt voorzien in een lagere heffingsvoet op het forfait en in een billijke optrekking van de heffingsvoet op de hogere inkomensschijven.

Het is voor ons belangrijk dat de solidariteit wordt georganiseerd tussen alle zelfstandigen, en dat daarbij een betere bescherming tegen een bescheiden kostprijs wordt geboden aan startende zelfstandigen.

De verantwoording van de amendementen nr. 4 en 5 is dezelfde als van de drie voorgaande, maar de wijziging die wordt voorgesteld behelst artikel 5 van voorliggend ontwerp.

Amendement nr. 6 voorziet in een evaluatie die wij essentieel achten. Na twee jaar moet aan de hand van die evaluatie kunnen worden bepaald of de berekening van de bijdragen moet worden aangepast wanneer die bijdragen onvoldoende blijken.

Christiane VIENNE.
Myriam VANLERBERGHE.
Sfia BOUARFA.