1-585/6 | 1-585/6 |
3 FEBRUARI 1998
Art. 2
Dit artikel vervangen als volgt :
« Art. 2. In artikel 120bis van de Nieuwe Gemeentewet worden tussen het eerste en het tweede lid de hierna volgende leden ingevoegd :
« Ten hoogste twee derde van de leden van een adviesraad is van hetzelfde geslacht.
Wanneer niet wordt voldaan aan de voorwaarde vermeld in het vorige lid, kan de betrokken adviesraad niet op rechtsgeldige wijze advies uitbrengen.
De gemeenteraad kan op gemotiveerd verzoek van de adviesraad afwijkingen toestaan, hetzij om functionele redenen of redenen die verband houden met de bijzondere aard van deze raad, hetzij wanneer onmogelijk kan worden voldaan aan de in het tweede lid genoemde vereiste. De gemeenteraad bepaalt de voorwaarden waaraan dit verzoek moet voldoen en stelt de procedure vast.
Wanneer op basis van het vorige lid geen afwijking wordt toegestaan, heeft de adviesraad vanaf de datum van weigering van de afwijking, drie maanden de tijd om te voldoen aan de voorwaarde gesteld in het tweede lid. Indien de adviesraad bij het verstrijken van deze periode niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in het tweede lid, kan de adviesraad vanaf deze datum niet op rechtsgeldige wijze advies uitbrengen.
Het college van burgemeester en schepenen dient telkens binnen het jaar na de nieuwe aanstelling van de gemeenteraad een evaluatieverslag voor te leggen aan de gemeenteraad.
Voor de adviesraden die opgericht zijn voor de inwerkingtreding van deze wet, past de gemeenteraad bij de eerstvolgende vernieuwing van de mandaten de samenstelling aan overeenkomstig de bepaling van het derde lid. Uiterlijk tegen 31 december 2001 dienen alle adviesraden deze bepaling toe te passen. »
Verantwoording
Om duidelijk te maken dat de gemeentelijke commissies van raadsleden niet onder de toepassing vallen van dit wetsvoorstel is het aangewezen om de tekst van dit wetsvoorstel onder te brengen in artikel 120bis van de Nieuwe Gemeentewet zodat er, wat betreft het toepassingsgebied, zeker geen verkeerde interpretatie mogelijk is.
Terzelfder tijd is er rekening gehouden met de bijzondere opmerkingen in het advies van de Raad van State (Stuk Senaat 1-585/4).
Art. 2bis (nieuw)
Een artikel 2bis (nieuw) invoegen, luidende :
Art. 2bis. In de provinciewet van 30 april 1836 wordt een artikel 50bis ingevoegd, luidende :
« Art. 50bis. Wanneer de provincieraad adviesraden instelt, regelt hij de samenstelling ervan naar gelang van hun taken en bepaalt hij de gevallen waarin raadpleging van die adviesraden verplicht is.
Ten hoogste twee derde van de leden van een adviesraad is van hetzelfde geslacht.
Wanneer niet wordt voldaan aan de voorwaarde vermeld in het tweede lid, kan de betrokken adviesraad niet op rechtsgeldige wijze advies uitbrengen.
De provincieraad kan op gemotiveerd verzoek van de adviesraad afwijkingen toestaan, hetzij om functionele redenen of redenen die verband houden met de bijzondere aard van deze raad, hetzij wanneer onmogelijk kan worden voldaan aan de in het tweede lid genoemde vereiste. De provincieraad bepaalt de voorwaarden waaraan dit verzoek moet voldoen en stelt de procedure vast.
Wanneer op basis van het vorige lid geen afwijking wordt toegestaan, heeft de adviesraad vanaf de datum van weigering van de afwijking, drie maanden de tijd om te voldoen aan de voorwaarden gesteld in het tweede lid. Indien de adviesraad bij het verstrijken van deze periode niet voldoet aan de voorwaarde gesteld in het tweede lid, kan de adviesraad vanaf deze datum niet op rechtsgeldige wijze advies uitbrengen.
De bestendige deputatie dient telkens binnen het jaar na de nieuwe aanstelling van de provincieraad een evaluatieverslag voor te leggen aan de provincieraad.
Voor de adviesraden die opgericht zijn voor de inwerkingtreding van deze wet, past de provincieraad bij de eerstvolgende vernieuwing van de mandaten de samenstelling aan overeenkomstig de bepaling van het eerste lid. Uiterlijk tegen 31 december 2001 dienen alle adviesraden deze bepaling toe te passen.
De provincieraad stelt hun de middelen ter beschikking die nodig zijn voor het vervullen van hun taak. »
Verantwoording
In elke provincie is het de gewoonte geworden om adviesraden op te richten om de provincieraden bij te staan in het reglementerend werk. Daarom is het aangewezen om dezelfde regeling voorzien voor de gemeentelijke adviesraden, ook toe te passen voor de provinciale adviesraden.
Daartoe wordt een nieuw artikel 50bis ingevoegd in de provinciewet van 30 april 1836 daar er tot nu toe geen artikel in de provinciewet handelt over de oprichting van provinciale adviesraden. Het nieuw artikel 50bis is opgesteld conform artikel 120bis van de nieuwe gemeentewet.
Sabine de BETHUNE. Ludwig CALUWÉ. Joëlle MILQUET. Erika THIJS. Francy VAN DER WILDT. |