Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1497

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 24 februari 2011

aan de staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen

Dienst vreemdelingenzaken - Migranten die nood hebben aan dringende medische hulp - Beschikbaarheid van controleartsen

verblijfsrecht
Dienst Vreemdelingenzaken
politiek asiel
migrant
gezondheidsverzorging
geneeskundige noodhulp
asielzoeker

Chronologie

24/2/2011Verzending vraag
11/4/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1497 d.d. 24 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Niet-Belgen die beschikken over een medisch attest dat stelt dat zij nood hebben aan min of meer dringende medische hulp, kunnen niet worden uitgewezen en hebben uiteraard recht op medische verzorging. Dit medische attest is enkel geldig indien uitgereikt door een arts, ongeacht het land van herkomst van deze arts. Uiteraard heeft de Belgische Staat het recht om dit attest te checken. Dit kan enkel door een controlearts, in dit geval in opdracht van de Dienst vreemdelingenzaken.

De waarde en opportuniteit van deze medische attesten zijn dus bijzonder groot, want ze bieden - terecht - een hoge bescherming. Anderzijds geeft deze relevantie ook aanleiding tot misbruiken allerlei. Om deze te ontdekken spelen de controleartsen een cruciale rol.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Over hoeveel controleartsen kan de Dienst vreemdelingenzaken beschikken, uitgedrukt in voltijdse equivalenten (VTE)? Hoe evolueerde dit aantal in de periode 2006-2010? Hoe evalueert en duidt de geachte staatssecretaris deze cijfers en de ontwikkeling ervan?

2) Hoeveel medische attesten voor een min of meer dringende medische hulp worden er per jaar gecontroleerd? Hoe evolueerde dit aantal in de periode 2006-2010? Hoeveel van de onderzochte attesten werden niet aanvaard? Welke zijn de belangrijkste redenen? Hoe evolueerden deze cijfers in de periode 2006-2010? Hoe evalueert en duidt hij deze cijfers en de ontwikkeling ervan?

3) Kan hij verzekeren dat het aantal controleartsen momenteel volstaat om de medische attesten van niet-Belgen te controleren en de mogelijke fraudes of fouten daarbij te ontdekken? Zo ja, kan hij bevestigen dat er momenteel geen structureel probleem bestaat omtrent het frauduleus gebruik van medische attesten om bepaalde voordelen, erkenningen, enz., te verkrijgen? Zo niet, waar liggen de cruciale mankementen? Wat ondernam of plant hij om deze succesvol aan te pakken?

Antwoord ontvangen op 11 april 2011 :

1., 2. en 3. In maart 2011 beschikt de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) over zeven adviserende artsen (6,5 VTE). Op korte termijn wordt de aanwerving van vijf bijkomende artsen voorzien.

Vóór het jaar 2007 waren er geen adviserende artsen omdat de wetgeving pas sinds juni 2007 de tussenkomst van dergelijke artsen voorziet.

Het aantal in dienst zijnde artsen, het aantal ontvankelijke en niet ontvankelijke medische aanvragen wordt jaarlijks vermeld in de Jaarrapporten van de DVZ. (www.dofi.fgov.be).

Het medisch getuigschrift dat conform artikel 9 ter Vreemdelingenwet een aanvraag om regularisatie van verblijf om medische redenen dient te vergezellen heeft op zich niets te maken met nood aan dringende medische hulp. Immers , de bedoeling van een aanvraag conform artikel 9ter is aan te tonen dat de indiener “op dusdanige wijze lijdt aan een ziekte dat deze ziekte een reëel risico inhoudt voor zijn leven of fysieke integriteit of een reëel risico inhoudt op onmenselijke of vernederende behandeling wanneer er geen adequate behandeling is in het land van herkomst”.

Bovendien betekent nood hebben aan dringende medische hulp niet noodzakelijk dat een vreemdeling niet verwijderbaar is.

Het medisch getuigschrift dat een aanvraag conform artikel 9ter dient te vergezellen moet beantwoorden aan een verplicht standaardmodel, ingevoerd bij koninklijk besluit van 24 januari 2011. Het moet de ziekte, haar graad van ernst en een noodzakelijk geachte behandeling vermelden en uitgeschreven zijn door een identificeerbare arts die het recht heeft in België geneeskunde uit te oefenen. Om het nazicht hiervan mogelijk te maken voorziet het standaardmodel trouwens de vermelding van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV)-registratienummer van de optredende arts.

Een medisch getuigschrift is vanzelfsprekend uitgereikt door een arts. Het medisch getuigschrift is bovendien ook een getuigschrift “dat een feit van medische aard vaststelt en bevestigt op grond van eigen ervaring en onderzoek; het wordt afgeleverd door de arts die het feit zelf vaststelde; het dient vanzelfsprekend waarheidgetrouw te zijn en houdt alleen vaststellingen over de patiënt zelf in.” (Advies van de Nationale Raad van de Orde der Geneesheren, 22 juli 2007).

Het in context van artikel 9ter neergelegd getuigschrift wordt enkel inhoudelijk door de adviserende arts van de DVZ geëvalueerd op voorwaarde dat de aanvraag door de gemachtigde van de Minister ontvankelijk werd bevonden.

Het is niet de wettelijke opdracht, noch de bevoegdheid, noch het ervaringsveld van deze adviserende artsen zich uit te spreken omtrent mogelijke fraudes of documentaire vervalsingen. Hun rol is strikt beperkt tot medische appreciatie in onderzoeken ten gronde.

Bij redelijke vermoedens van documentvervalsing of fraude dienen de ambtenaren van de DVZ in het kader van voorzichtig bestuur de gepaste gerechtelijke overheden te contacteren en de resultaten van het onderzoek af te wachten. De DVZ beschikt hiertoe over het nodige aantal medewerkers.

Het artikel 9ter werd recent aangepast door artikel 187 van de wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen. Een van de wijzigingen is de invoering van de verplichting gebruik te maken van het standaardmodel getuigschrift en het strafbaar stellen met onontvankelijkheid van dit getuigschrift indien ziekte, graad van ernst of noodzakelijk geachte behandeling er in niet zouden vermeld staan. De mededeling van nietszeggende of cryptische getuigschriften was in het verleden immers een frequent en bijgevolg structureel probleem. De nieuwe regelgeving komt aan dit probleem dus tegemoet.