Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11271

van Dalila Douifi (sp.a) d.d. 26 maart 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Het belang van vrouwenrechten in de Europese strategie voor Afghanistan

rechten van de vrouw
Afghanistan
positie van de vrouw
religieus conservatisme
seksueel geweld

Chronologie

26/3/2014Verzending vraag
5/5/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4696

Vraag nr. 5-11271 d.d. 26 maart 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Tijdens de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken op 20 januari besprak u met uw collega's de EU-strategie voor Afghanistan. In de conclusies stond te lezen dat 2014 een belangrijk jaar was voor het land, een jaar waarin alle Afghanen de kans moeten krijgen om mee de fundamentele beslissingen te nemen die de onmiddellijke toekomst van hun land zullen bepalen.

De strategie die mevrouw Ashton, als Hoog Vertegenwoordiger voor het Buitenlands en Veiligheidsbeleid van de EU, binnen een paar maanden moet voorstellen, bevat duidelijke doelstellingen: het promoten van vrede, stabiliteit en veiligheid; het versterken van de democratie met inclusieve, transparante en geloofwaardige presidents- en provinciale verkiezingen; het aanmoedigen van economische ontwikkeling, het verbeteren van de toegang tot gezondheidszorg en onderwijs, het versterken van de rechtsstaat en de garantie van het respect voor de mensenrechten, in het bijzonder die van meisjes en vrouwen.

Over die laatste doelstelling wil ik het hebben. Met het verdrijven van de Taliban in 2001 ontstond de hoop bij miljoenen Afghaanse meisjes en vrouwen dat ze naar school zouden kunnen gaan, een volwaardige job uitoefenen en zich kandidaat stellen bij verkiezingen. Tien jaar later stellen we vast dat er vooruitgang is geboekt, maar wel aan een heel traag tempo. Er is nog altijd een hoge moeder- en kindersterfte en het aantal schoolgaande meisjes blijft laag. Ongeveer 12 % van de Afghaanse vrouwen is nu geletterd. Formeel hebben vrouwen dezelfde rechten als mannen. Sommigen oefenen zelfs belangrijke functies uit, zoals parlementslid of politiechef. Het is echter zo dat vrouwen nog heel vaak het slachtoffer zijn van geweld of gedwongen huwelijken en dat vrouwelijke ambtenaren en activisten bedreigd, aangevallen en zelfs vermoord worden.

Wat mij nog meer zorgen baart is de lakse houding van de Afghaanse regering om die schendingen van vrouwenrechten bij het berechten én haar eigen pogingen om de meest elementaire juridische waarborgen voor vrouwen te beknotten of terug te schroeven. Zo kwam op 25 november laatstleden, uitgerekend op de Internationale Dag voor de Eliminatie van Geweld tegen Vrouwen, aan het licht dat de Afghaanse regering een wetsvoorstel voorbereidde dat overspel opnieuw met steniging bestrafte, net zoals tijdens het Taliban-tijdperk. Het Afghaanse Ministerie van Justitie heeft een wetsartikel toegevoegd dat familieleden verhindert om tegen elkaar te getuigen. Hierdoor zullen gevallen van huiselijk geweld, gedwongen huwelijken en kindhuwelijken minder vervolgd kunnen worden. Op 18 mei 2013 vroegen conservatieve leden van het Afghaans parlement de intrekking van de Wet inzake Eliminatie van Geweld tegen Vrouwen omdat die strijdig zou zijn met de islam. Zelfs president Karzai liet aan vrouwenrechtenactivisten weten dat hij de wet niet langer publiekelijk wou steunen. Ten slotte heeft het parlement ook het aantal voorbehouden zetels voor vrouwen in de provincieraden beperkt.

In de conclusies van de Raadsvergadering staat dat een duurzame ontwikkeling een verbetering van de veiligheidssituatie vereist. In dat licht zijn de onderhandelingen tussen de Afghaanse regering en de Taliban van cruciaal belang. Rekening houdend met de recente houding van de regering ten overstaan van vrouwenrechten en de nog steeds even vrouwonvriendelijke standpunten van de Taliban wordt gevreesd dat een akkoord tussen beide partijen en vooruitgang op het vlak van veiligheid misschien wel een stap of meerdere stappen achteruit zullen betekenen voor de Afghaanse meisjes en vrouwen.

Ik kom tot mijn vragen:

1) Hoe evalueert u de recente politieke uitlatingen en demarches die de rechten van de vrouw in de Afghaanse samenleving dreigen te beknotten?

2) Acht u de kans reëel dat de Afghaanse regering, mede onder invloed van de onderhandelingen met de Taliban, de vrouwenrechten verder terugschroeft?

3) Is er op de laatste bespreking van de Afghanistanstrategie gesproken over het feit dat de rechten van meisjes en vrouwen niet ondergeschikt mogen worden aan het verbeteren van de algemene veiligheidssituatie in het land?

4) Bent u er voorstander van dat de EU haar steun voor het verkiezingsproces, de economische ontwikkeling en de opbouw van de staatsinstellingen in Afghanistan verbindt aan het blijvende respect voor mensenrechten en in het bijzonder de vrouwenrechten?

Antwoord ontvangen op 5 mei 2014 :

1) Ik deel uw bezorgdheid over een aantal recente ontwikkelingen op het vlak van vrouwenrechten in Afghanistan. Mijn diensten blijven de evolutie van de vrouwenrechten in Afghanistan van nabij opvolgen.

Ik kan u meedelen dat het wetsvoorstel dat overspel opnieuw met steniging zou bestraffen reeds door het ministerie van Justitie van Afghanistan verworpen werd.

Toch herinneren dergelijke initiatieven en de gekende positie van machtige figuren in de Afghaanse samenleving en politiek ons eraan dat een breed maatschappelijk draagvlak bestaat voor vrouwonvriendelijke verklaringen en acties. Eens te min worden wij eraan herinnerd dat de positie van de vrouw in Afghanistan zeker niet gewaarborgd is en dat wij de reeds verworven rechten niet als vanzelfsprekend mogen beschouwen

Daarom is het belangrijk dat wij vrouwenrechten ter sprake blijven brengen in onze contacten met de Afghaanse autoriteiten, in de bilaterale maar ook in de multilaterale fora en de Afghaanse autoriteiten aan hun internationale verplichtingen herinneren, onder andere onder het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen (CEDAW). Zo heeft België tijdens de UPR van Afghanistan, die op 27 januari 2014 plaatsvond, drie aanbevelingen inzake vrouwenrechten geformuleerd, die door Afghanistan werden aanvaard. Verder wil ik er op wijzen dat Afghanistan één van de drie focuslanden is in het nieuwe, tweede Belgische Nationaal Actieplan ter uitvoering van Veiligheidsraadresolutie 1325 over vrouwen, vrede en veiligheid.

2) De kans is inderdaad niet denkbeeldig dat de Afghaanse regering, om de Taliban tegemoet te komen, de vrouwenrechten terugschroeft. Anderzijds is, na de val van het Talibanregime, de situatie op het vlak van vrouwenrechten zo ver geëvolueerd, dat de huidige Afghaanse maatschappij weinig appetijt zal hebben om de klok terug te draaien.

3) Het thema van de rechten van meisjes en vrouwen in Afghanistan krijgt de nodige EU-aandacht. De verbetering van de algemene veiligheidssituatie in Afghanistan blijft weliswaar één van de hoofdprioriteiten voor de EU en voor de internationale gemeenschap. Dit doet echter geen afbreuk aan de extra aandacht die de EU schenkt aan mensenrechten, in het bijzonder de rechten van de vrouw. Voor de EU blijft de uitbouw van een goede gerechtelijke hervorming een absolute noodzaak.

Het valt ook volgens ons moeilijk te argumenteren dat vrouwenrechten een negatieve impact zouden hebben op veiligheid, wel integendeel. Dit zou indruisen tegen de geest van de hoger vermelde Veiligheidsraadresolutie.

4) Ja, en als Europa staan wij, naast andere belangrijke donors, op dezelfde lijn. België zich steeds uitgesproken voor het “conditionaliteitsbeginsel” en zal dit blijven doen.

In het Tokyo Mutual Accountability Framework die tijdens de 2012 Tokyo conferentie geadopteerd werd, heeft de internationale donorgemeenschap, inclusief de EU, duidelijk gemaakt dat de fondsen die aan het land zouden worden geschonken voor de heropbouw geconditioneerd waren aan zichtbare vooruitgang op het terrein, op gebied van goed beleid (governance), de strijd tegen corruptie en het versterken van burgerlijke rechten met een sterk accent op de rechten van de vrouw.