SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
6 février 2009 6 februari 2009
________________
Question écrite n° 4-2968 Schriftelijke vraag nr. 4-2968

de Nahima Lanjri (CD&V)

van Nahima Lanjri (CD&V)

à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Egalité des chances

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen
________________
Etude "Les minorités ethniques et les électeurs flamands" - Accord de gouvernement - Cohésion sociale - Exécution - Centre pour l'égalité des chances et la lutte contre le racisme - Plan d'action Onderzoek "Etnische minderheden en de Vlaamse kiezers" - Regeerakkoord - Sociale cohesie - Uitvoering - Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding - Actieplan 
________________
Myria
islam
groupe ethnique
Unia
pluralisme culturel
Myria
islam
etnische groep
Unia
culturele verscheidenheid
________ ________
6/2/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/3/2009)
24/4/2009Rappel
25/11/2009Dossier gesloten
6/2/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/3/2009)
24/4/2009Rappel
25/11/2009Dossier gesloten
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2969
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-704
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5443
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2969
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-704
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5443
________ ________
Question n° 4-2968 du 6 février 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-2968 d.d. 6 februari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L'étude « Les minorités ethniques et les électeurs flamands » a récemment été achevée. Cette étude menée sous la direction de Jaak Billiet et Marc Swyngedouw de la KULeuven montre que beaucoup de Flamands sont négatifs par rapport à l'islam. Ainsi, il s'avère entre autres que la moitié des Flamands considère que l'islam est une menace pour la culture et les valeurs européennes. Quasiment autant de Flamands estiment que l'islam ne peut offrir aucune contribution à notre culture et que la majorité des musulmans n'a aucun respect pour le mode de vie européen.

Ces constatations sont inquiétantes et montrent que beaucoup reste à faire pour arriver à une société ouverte et tolérante. L'accord de gouvernement évoque l'organisation « d'états généraux de l'interculturalité ». Ceux-ci doivent comprendre l'ensemble des représentants concernés et sont chargés de formuler des recommandations au gouvernement en vue du renforcement d'une société basée sur la diversité, le respect des spécificités culturelles, la non-discrimination, l'intégration et le partage de valeurs communes.

Le Centre pour l'égalité des chances et la lutte contre le racisme est, pour ce qui concerne cette problématique, sous la tutelle de la ministre de l'Égalité des chances. Sa tâche consiste à promouvoir une société ouverte et diverse et il peut à cet effet établir un plan d'action.

À cet égard, je souhaiterais poser les questions suivantes à la ministre :

1) La ministre est-elle au courant des conclusions de l'étude ? Qu'en pense-t-elle ?

2) Où en est l'exécution de l'accord de gouvernement concernant la cohésion sociale ? Les « états généraux de l'interculturalité » ont-ils déjà eu lieu ? La ministre a-t-elle l'intention de les convoquer à court terme ?

3) Le Centre pour l'égalité des chances et la lutte contre le racisme a-t-il un plan d'action en réponse aux résultats de l'étude ? Quelles sont les intentions de ce plan d'action ?

 

Onlangs werd het onderzoek “Etnische minderheden en de Vlaamse kiezers” afgerond. Dit onderzoek, dat onder leiding stond van Jaak Billiet en Marc Swyngedouw van de KU Leuven, toont aan dat veel Vlamingen negatief tegenover de islam staan. Zo blijkt onder andere dat de helft van de Vlamingen de islam een bedreiging voor de Europese cultuur en waarden vindt. Bijna evenveel Vlamingen menen dat de islam geen bijdrage kan leveren aan onze cultuur, en dat de meeste moslims geen respect hebben voor de Europese levenswijze.

Deze bevindingen zijn zonder meer verontrustend en tonen aan dat er nog heel wat werk aan de winkel is om tot een open en verdraagzame samenleving te komen. In het regeerakkoord is er daaromtrent sprake van het organiseren van een “staten-generaal van de interculturaliteit”. Deze moet bestaan uit het geheel van de betrokken vertegenwoordigers en is belast met het formuleren van aanbevelingen aan de regering met het oog op de versterking van een maatschappij die gebaseerd is op diversiteit, eerbied voor culturele eigenheden, niet-discriminatie, inschakeling en het delen van gemeenschappelijke waarden.

Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding staat voor wat betreft deze problematiek onder de voogdij van de geachte minister van Gelijke Kansen. Zijn taak bestaat er in om een open en diverse samenleving te promoten en kan daarvoor een actieplan opstellen.

Hieromtrent had ik graag de volgende vragen aan de minister gesteld :

1) Is de geachte minister op de hoogte van de bevindingen van het onderzoek ? Wat is haar mening hierover ?

2) Hoever staat ze met de uitvoering van het regeerakkoord wat betreft de sociale cohesie ? Is de “staten-generaal van de interculturaliteit” al bijeen gekomen ? Is ze van plan deze op korte termijn bijeen te roepen ?

3) Heeft het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding een actieplan als antwoord op de bevindingen van het onderzoek ? Wat zijn de intenties van dit actieplan ?