1-596/1

1-596/1

Belgische Senaat

ZITTING 1996-1997

27 MAART 1997


Voorstel van bijzondere wet tot wijziging van artikel 17 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen

(Ingediend door de heer Loones c.s.)


TOELICHTING


De diepe vertrouwenscrisis van de jongste maanden vraagt om grondige hervormingen. Alleen een nieuwe politieke cultuur en een doorgedreven democratisering en modernisering van het politieke bestel kunnen het vertrouwen in de instellingen van ons land herstellen. De invoering van een bindend referendum op alle besluitvormingsniveaus, ook op het niveau van de gewesten, is in dit licht een noodzakelijke maatregel.

Een van de hoofdoorzaken van de reeds jaren woekerende politieke apatie dient gezocht te worden in het gebrek aan inspraak van de burger. Een louter representatieve democratie kan onvoldoende tegemoetkomen aan deze grotere behoefte aan inspraak. Onze samenleving is de jongste decennia immers grondig veranderd. De mensen zijn mondiger geworden, beter geschoold en beter geďnformeerd. Door de media, de culturele en sociale ontvoogding is de kenniskloof tussen een belangrijk deel van de bevolking en de politieke elite gevoelig verminderd, zoniet weggewerkt.

Teneinde de burger op een daadwerkelijke manier te laten participeren aan het beleid, dient de representatieve democratie aangevuld en verrijkt te worden met systemen van directe democratie.

Het spreekt vanzelf dat de directe democratie de representatieve democratie niet vervangt. Ze vult deze laatste aan en dwingt de politici meer oog en oor te hebben voor de verzuchtingen van de mensen. Ze geeft aan een steeds meer mondige bevolking een uitlaatklep om haar visie en haar verlangens uit te drukken. Door het feit dat de politici zich binden aan de uitslag van de referenda brengen ze meer respect op voor de bevolking en zal de bevolking op haar beurt meer respect opbrengen voor de politici. De invoering van het bindend referendum kan er dan ook toe bijdragen een nieuw evenwicht te vinden tussen twee vormen van democratische besluitvorming en tegelijk het vertrouwen herstellen in de democratische instellingen.

Een van de voornaamste instrumenten van directe democratie is het bindend referendum. Zo'n bindend referendum kan op verschillende manieren toegepast worden. Twee vormen verdienen aandacht.

­ Een eerste geeft aan de burgers het recht zich in een referendum uit te spreken over wetten en decreten, en deze eventueel te verwerpen. Deze methode van volksraadpleging is van grote betekenis in de huidige discussie rond politieke vernieuwing. Immers, wanneer de vertegenwoordigers weten dat elke wet die ze in het Parlement aannemen potentieel kan worden herroepen, ontstaat een nieuwe en belangrijke controle op het gedrag van deze politici. Dit is precies wat politieke vernieuwing beoogt.

Om praktische redenen moeten hier wel drempels worden ingebouwd (bijvoorbeeld, het verzamelen van 200 000 handtekeningen), zodat de burgers niet om de haverklap naar het stemhokje worden gestuurd.

­ Een tweede vorm van volksraadpleging geeft aan de burgers het recht op wetgevend initiatief (« L'initiative populaire générale » in Zwitserland). Ook hier weer moeten om praktische redenen drempels worden ingebouwd om de frequentie van de referenda niet al te veel op te drijven en om te vermijden dat al te frequente referenda de mensen ertoe aanzetten thuis te blijven.

Deze tweede methode van volksraadpleging doet wel bijzondere problemen rijzen. Zo moet er een filter worden ingebouwd die er voor zorgt dat de voorgestelde projecten beantwoorden aan een aantal formele vereisten. Zo mogen de vragen die via het referendum worden voorgelegd aan de kiezers niet strijdig zijn met de hogere rechtsnormen zoals onder meer het Internationaal Verdrag voor de rechten van de mens, het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en het Internationaal Verdrag betreffende de burgerlijke en politieke rechten. In Zwitserland werd deze filterfunctie tot nu toe waargenomen door het Federale Parlement. In het kader van de grondwetsherziening werden er echter voorstellen geformuleerd om deze functie over te dragen aan het Federaal Hof (Tribunal Fédéral). In België kan men deze functie het best toevertrouwen aan het Arbitragehof.

De twee vormen van referenda kunnen in principe op alle bestuursniveaus worden toegepast. Dit voorstel wil op het niveau van de gewesten de mogelijkheid van het organiseren van een beslissingsreferendum invoeren. Onderhavig voorstel heeft tot doel artikel 17 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen met een nieuw lid aan te vullen, zodat het referendum ook op gewestelijk niveau kan worden georganiseerd. Het huidige artikel 17 van voornoemde bijzondere wet bepaalt immers dat de decreterende macht gezamenlijk wordt uitgeoefend door het Parlement en de regering.

Een referendum is een territoriaal gebonden besluitvormingsinstrument. Het organiseren van een referendum op gemeenschapsniveau roept dan ook institutionele en politieke problemen op voor Brussel, waar zowel Vlamingen als Franstaligen wonen. Omdat een antwoord op deze specifieke moeilijkheid verdere studie en overleg vraagt, beperkt dit wetsvoorstel zich bewust tot de gewesten.

Het initiatiefrecht voor het referendum wordt in dit westvoorstel toegekend aan een ruimere groep personen dan uitsluitend de kiezers, dit naar analogie met de geldende bepalingen in verband met het petitierecht. Een bij decreet te bepalen aantal personen, die de volle leeftijd van vijftien jaar hebben bereikt en die hun woonplaats in België hebben kunnen een referendum uitlokken.

Jan LOONES.

VOORSTEL VAN BIJZONDERE WET


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 17 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen wordt aangevuld met het volgende lid :

« Op initiatief van een bij decreet of ordonnantie bepaald aantal personen die de volle leeftijd van vijftien jaar hebben bereikt en die hun woonplaats in België hebben en dit voor materies waarvoor het Vlaamse, Waalse en Brusselse Hoofdstedelijke Gewest bevoegd zijn, schrijft het Arbitragehof een beslissingsreferendum uit.

Het decreet bepaalt de nadere regels voor en de wijze van organisatie van dit referendum. »

Jan LOONES.
Guy VERHOFSTADT.
Bert ANCIAUX.
Eddy BOUTMANS.
Hugo COVELIERS.