5-2374/2 | 5-2374/2 |
3 DECEMBER 2013
Nr. 1 VAN DE HEER BROERS EN MEVROUW MAES
Enig artikel
De volgende wijzigingen aanbrengen :
a) in de inleidende zin van het 1º de woorden « worden twee leden ingevoegd » vervangen door de woorden « worden drie leden ingevoegd »;
b) het dispositief onder het 1º aanvullen met een lid, luidende :
« De wet kan, in de gevallen en onder de voorwaarden en de wijze die zij bepaalt, het Hof de bevoegdheid toekennen om, bij wege van arrest, uitspraak te doen over de beroepen die worden ingesteld tegen de beslissingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers met betrekking tot de verkiezingsresultaten en het onderzoek van de geloofsbrieven. »;
c) het 2º vervangen door wat volgt :
« 2º in het vroegere vierde lid, dat het zevende lid wordt, worden de woorden « en in het derde lid » vervangen door de woorden « en in het derde tot het zesde lid ». »
Verantwoording
Dit amendement dient samen te worden gelezen met amendement nr. 1 op artikel 3 van het ontwerp van bijzondere wet nr. 5-2375/1.
Met dit amendement willen de indieners de leden van de institutionele meerderheid de mogelijkheid geven zich in lijn te stellen met de Europese verplichtingen voortvloeiend uit het arrest Grosaru, dat reeds dateert van 2 maart 2010.
N-VA nam hiertoe reeds eerder een initiatief in het kader van de herziening van artikel 195 GW.
In het arrest Grosaru stelt het EHRM immers : « Le recours devant le Parlement, comme juge de sa propre élection, est parfois prévu, mais risque d'entraîner des décisions politiques. Il est admissible en première instance là où il est connu de longue date, mais un recours judiciaire doit alors être possible. (...)
Les trois pays qui n'envisagent aucun recours juridictionnel en dehors de la validation des pouvoirs par la chambre législative sont des pays d'Europe occidentale (Belgique, Italie, Luxembourg). L'existence de cette tendance à la juridictionnalisation du contentieux postélectoral s'inscrit dans le droit fil des normes européennes préconisées par la Commission de Venise, qui souligne qu'un recours juridictionnel devrait exister dans tous les cas, les seuls recours devant la commission de validation du parlement ou devant une commission électorale n'offrant pas de garanties suffisantes.(...) »
Het EHRM is voldoende duidelijk. Deze staatshervorming biedt de kans om dit element van politieke vernieuwing, waar we internationaalrechtelijk, maar vooral ook op democratisch vlak tekortschieten, te voorzien. De meerderheid, aangevuld door Groen en Ecolo, legde tot nu toe vooral verklaringen af over politieke vernieuwing. De concrete voorstellen zijn een pak minder verregaand. De wijziging van artikel 142 van de Grondwet in deze zin biedt een unieke kans tegemoet te komen aan dit euvel.
Huub BROERS. |
Lieve MAES. |
Nr. 2 VAN DE HEER LAEREMANS
Enig artikel
In het 1º, het voorgestelde artikel 142, vierde lid, doen vervallen.
Verantwoording
De indiener van dit amendement is gekant tegen de verplichte voorafgaande toetsing door het Grondwettelijk Hof van gewestelijke volksraadplegingen. Dit vormt immers een bijkomende beknotting van de aan de gewesten op dit gebied toegekende bevoegdheid, bovenop de restrictie dat de volksraadpleging niet bindend mag zijn en dat een aantal aangelegenheden niet het voorwerp mag uitmaken van een volksraadpleging. Het enige artikel van het ontwerp dient daarom te vervallen.
Bart LAEREMANS. |