5-2880/2

5-2880/2

Belgische Senaat

ZITTING 2013-2014

24 APRIL 2014


Wetsontwerp tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen in het kader van de invoering van de deelstand « in militaire bijstand »


Evocatieprocedure


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN EN VOOR DE LANDSVERDEDIGING UITGEBRACHT DOOR

MEVROUW PEHLIVAN


I. INLEIDING

Dit optioneel bicameraal wetsontwerp (artikel 78 van de Grondwet) werd op 28 maart 2014 door de regering in de Kamer van volksvertegenwoordigers ingediend (stuk Kamer, nr. 53-3510/1). De Kamer heeft het ontwerp aangenomen op 23 april 2014 en op dezelfde dag overgezonden aan de Senaat.

De Senaat heeft het wetsontwerp geëvoceerd op 23 april 2014.

In toepassing van het artikel 27, 1., tweede lid, van het Reglement van de Senaat, heeft de commissie de bespreking van het wetsontwerp aangevat voor de stemming in de Kamer. De commissie heeft twee vergaderingen gewijd aan het onderzoek ervan, te weten op 23 en 24 april 2014.

II. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE VERTEGENWOORDIGER VAN DE VICE-EERSTEMINISTER EN MINISTER VAN LANDSVERDEDIGING

Artikel 190 van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht, zoals gewijzigd door de wet van 31 juli 2013, voorziet de deelstand « in militaire bijstand »als één van de mogelijke deelstanden waarin een militair zich kan bevinden.

Dit wetsontwerp heeft tot doel deze nieuwe deelstand « in militaire bijstand » te integreren in diverse wetten met het oog op de toepassing ervan op het vlak van het militair administratief, sociaal en geldelijk statuut.

De rechten en plichten van de militairen die zich in de deelstand « in militaire bijstand » zullen bevinden worden gelijkgesteld met die van de militairen die zich in de huidige deelstanden bevinden, met name de deelstanden « in operationele inzet » of « in hulpverlening ».

III. STEMMINGEN

Dit wetsontwerp wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.

Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.

De rapporteur De voorzitter
Fatma PEHLIVAN. Karl VANLOUWE.

De tekst aangenomen door de commissie is dezelfde als de tekst van het door de Kamer van volksvertegenwoordigers overgezonden ontwerp (zie stuk Kamer, nr. 53-3510/3).