5-1532/4 | 5-1532/4 |
22 MAART 2012
Nr. 20 VAN DE HEER CEDER
Enig artikel
Dit artikel vervangen door wat volgt :
« Artikel 195 van de Grondwet wordt aangevuld met een overgangsbepaling, luidende :
« Overgangsbepaling
Evenwel kunnen de Kamers, samengesteld ingevolge de algehele vernieuwing van de Kamers van 13 juni 2010, in overeenstemming met de Koning, beslissen over de herziening van om het even welke grondwetsbepaling, in om het even welke zin die hen als opportuun voorkomt.
In dit geval mogen de Kamers niet beraadslagen wanneer niet ten minste de helft van de leden waaruit elke Kamer bestaat, aanwezig zijn; en een verandering is alleen dan aangenomen, indien zij minstens de helft van de stemmen heeft verkregen.
Deze overgangsbepaling is geen verklaring in de zin van artikel 195, tweede lid. » »
Verantwoording
Eerste lid :
Dit lid breidt de schorsing van artikel 195 uit tot alle Grondwetsbepalingen.
Indien het zo is dat een tijdelijke schorsing van artikel 195 toelaat om bepaalde Grondwetsartikelen te herzien, ook indien die niet voor herziening vatbaar zijn verklaard, en dit geen aanslag op de democratie, het politiek fatsoen of de grondwettelijk orde uitmaakt, dan geldt deze redenering uiteraard ook voor alle andere Grondwetsartikelen, inclusief het vervelende artikel 187.
Het zou dan ook veel praktischer en gepast zijn om meteen toe te laten dat de huidige meerderheid en regering, zonder vooraf artikelen voor herziening vatbaar te verklaren en zonder de kiezer te raadplegen, meteen alles kunnen wijzigen. Temeer daar zij reeds publiekelijk hebben verklaard dat er misschien later nog één of meerdere schorsingen van artikel 195 zullen moeten georganiseerd worden, namelijk voor artikelen die in de huidige lijst zijn vergeten. Dan is het uiteraard eenvoudiger en minder tijdrovend om meteen de wijziging van alle artikelen van de Grondwet toe te laten.
In dit lid wordt ook de beperking weggelaten dat de Grondwetsartikelen enkel in een vooraf bepaalde zin kunnen gewijzigd worden.
Ten eerste is het juridisch absoluut niet vereist om dit te doen.
Ten tweede zijn de huidige beperkingen, zoals omschreven in het voorliggende voorstel, toch al dermate cryptisch, vaag en raadselachtig dat men er alle kanten mee op kan. Het lijkt dan ook heel wat eerlijker en eenvoudiger om geen beperkingen te voorzien.
Ten derde en vooral : het heeft niet veel zin momenteel dergelijke beperkingen op te leggen, daar de meerderheid al te kennen heeft gegeven dat er later « waar nodig » nog bijkomende wijzigingen aan de « overgangsbepalingen » op artikel 195 zullen moeten aangebracht worden. Aangezien het de meerderheid toekomt om te bepalen wat « noodzakelijk zou kunnen worden geacht » (toelichting, derde alinea), heeft het dan ook momenteel geen enkele zin enige beperkingen aan te brengen.
Tweede lid :
In het tweede lid voorziet het huidige voorstel dat de schorsing van artikel 195 niet tot gevolg heeft dat wijzigingen van de Grondwet kunnen gebeuren met een gewone meerderheid. Men voorziet, met grote democratische bezorgdheid, dat dit toch maar zal kunnen met een tweederdemeerderheid. Dit is echter, vanuit juridisch oogpunt, een onnodige toegeeflijkheid. Indien men artikel 195 (inclusief het vijfde lid) schorst, kan men het maar beter behoorlijk doen en wijzigingen van de Grondwet toelaten met gewone meerderheid. Ongetwijfeld zou dit het herzien van de Grondwet een heel stuk gemakkelijker maken.
Derde lid :
Het derde lid blijft gelijk aan het voorliggende voorstel. Deze operatie mag niet begrepen worden als een verklaring tot herziening van de Grondwet, ook niet waar het een verklaring is om de Grondwet te herzien.
Jurgen CEDER. |
Nr. 21 VAN DE HEER LAEREMANS
Enig artikel
In het 11º, het woord « federale » doen vervallen.
Verantwoording
Deze bepaling voert een discriminatie in tussen de federale administratieve rechtscolleges en de rechtscolleges van de andere entiteiten, in die zin dat grondwettelijk zal worden bepaald dat de federale administratieve rechtscolleges zich zullen kunnen uitspreken over de privaatrechtelijke gevolgen van hun beslissingen, maar dat dit voor andere administratieve rechtscolleges niet wordt voorzien. Met dit amendement willen we deze mogelijkheid, zonder onderscheid tussen rechtscolleges, openstellen voor alle administratieve rechtscolleges door het woord « federale » te doen vervallen.
Bart LAEREMANS. |