5-1550/1 | 5-1550/1 |
26 MAART 2012
Het Rode Kruis kampt op regelmatige basis met bloedtekorten. Dit zou ten dele kunnen opgevangen worden door mensen met hemochromatose of ijzerstapelingsziekte toe te laten hun bloed af te staan voor transfusie. Hemochromatose is een stofwisselingsstoornis waarbij het lichaam meer ijzer opneemt uit de voeding dan het nodig heeft. Om te voorkomen dat overtollig ijzer zich opstapelt in organen, tappen artsen bij deze patiënten geregeld bloed af.
Hemochromatose-patiënten worden momenteel echter op permanente wijze uitgesloten van enige bloedgift. Bij een belangrijk aantal van dergelijke patiënten impliceert een bloedgift nochtans geen risico. Zo zijn er geen risico's voor de donor indien zijn orgaanfuncties normaal zijn, zijn algemene gezondheidstoestand voldoende bevredigend is en de ijzerstatus onder een regime van regelmatige aderlatingen onder controle is gebracht.
In de huidige wet worden pas gediagnosticeerde patiënten met hemochromatose uitgesloten voor de bloedgift. Bij deze patiënten worden aderlatingen gedaan tot de ijzerstatus genormaliseerd is. De frequentie van deze aderlatingen ligt vaak hoger dan de toegelaten frequentie voor bloedgift. Een punctuele medische opvolging van de patiënt in de inductiefase van aderlatingen is van bijzonder belang teneinde de aandoening onder controle te brengen en op termijn van 6 à 12 maanden te kunnen omschakelen naar een chronisch en stabiel regime van aderlatingen. Het huidig wetsvoorstel heeft tot doel deze patiënten toe te laten tot de bloeddonatie eens ze in een stabiele fase terecht gekomen zijn. Een jaarlijkse medische controle van de aandoening volstaat hierbij.
Mits de behandelende arts hierover de nodige garanties geeft, worden nodeloze uitsluitingen van donors vermeden.
Marleen TEMMERMAN. | |
Christie MORREALE. | |
Christine DEFRAIGNE. | |
Dirk CLAES. | |
Bart TOMMELEIN. | |
Francis DELPÉRÉE. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Artikel 11 van de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 februari 2005, wordt aangevuld met een derde lid, luidende :
« In afwijking tot uitsluitingscriteria voor donors, zoals bepaald in bijlage van deze wet, kan bloed worden afgenomen bij een donor die lijdt aan gedocumenteerde erfelijke hemochromatose voor zover hij jaarlijks, voor de eerste bloedafname die in dat jaar plaatsvindt, een attest van een behandelende arts voorlegt waarin wordt bevestigd dat zowel de ijzerstatus onder controle is gedocumenteerd aan de hand van het serumferritine en als gestaafd wordt dat er geen door deze aandoening veroorzaakte orgaanschade of -dysfunctie is die een verhoogd risico betekent voor de donor. »
13 maart 2012.
Marleen TEMMERMAN. | |
Christie MORREALE. | |
Christine DEFRAIGNE. | |
Dirk CLAES. | |
Bart TOMMELEIN. | |
Francis DELPÉRÉE. |