5-1518/1

5-1518/1

Belgische Senaat

ZITTING 2011-2012

2 MAART 2012


Voorstel van resolutie teneinde fruit en groenten in korte ketensystemen vrij te stellen van de belasting over de toegevoegde waarde

(Ingediend door de heer Jacques Brotchi c.s.)


TOELICHTING


Sinds enkele jaren stellen we een aanzienlijke verandering van ons eetgedrag vast. Hoewel het voedingsaanbod steeds diverser en overvloediger wordt, spitst het zich sterk toe op industriële producten met een hoog zout-, suiker- en/of vetgehalte. De fors toegenomen consumptie van deze producten heeft een veralgemeende scheeftrekking van de voedingsgewoonten in Europa en een schadelijke daling van de fruit- en groenteconsumptie tot rechtstreeks gevolg. Het gaat hier om een volksgezondheidsfenomeen dat men niet langer mag verwaarlozen en dat dringend om een reactie vraagt.

Dit voedingsfenomeen brengt nefaste effecten voor de gezondheid en het welzijn teweeg. Zo zien we een toename van de problemen met betrekking tot obesitas en overgewicht bij de Europese bevolking en in het bijzonder bij kinderen.

Heel wat studies tonen aan hoe belangrijk het is verse producten te nuttigen, en in het bijzonder fruit en groenten. In België eet nochtans slechts 0,1 % van de bevolking ouder dan vijftien jaar de door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) aanbevolen dagelijkse hoeveelheid groenten van 350 gram (1) .

In Europa zijn er slechts enkele landen waar men de door de WHO aanbevolen hoeveelheid fruit en groenten consumeert.

Obesitas in België :

In haar verslag van 2006 meldt de WHO dat overgewicht 25 tot 75 % van de volwassen bevolking treft in Europa en dat bijna een derde van die populatie zwaarlijvig is : concreet gaat het hier om 400 miljoen volwassenen met overgewicht en 130 miljoen zwaarlijvige volwassenen (2) .

Wat nog verontrustender is, is dat één op vijf kinderen in België zwaarlijvig is. Zwaarlijvigheid bij kinderen is in twintig jaar tijd met 17 % gestegen. De epidemie verspreidt zich dus alarmerend snel bij kinderen. Tegenwoordig lijden 19 % van de kinderen tussen negen en twaalf jaar aan overgewicht of zwaarlijvigheid en schat men het aantal adolescenten dat zwaarlijvig is, op 10 %. Wanneer men weet dat zwaarlijvigheid vóór de puberteit een risico van 30 tot 50 % meebrengt dat de persoon als volwassene zwaarlijvig blijft, blijkt wel dat het absoluut noodzakelijk is om hier een snelle en doeltreffende oplossing voor te vinden, en wel op jonge leeftijd.

Obesitas vormt ook een zware belasting voor de economie, aangezien de aandoening een verlies van productiviteit en inkomsten teweegbrengt. In België worden de medische kosten die gemaakt worden met betrekking tot de pathologieën die verband houden met zwaarlijvigheid geraamd op 600 miljoen euro, wat 6 % van het RIZIV-budget vertegenwoordigt (3) . Het is bovendien belangrijk om de aanzienlijke indirecte financiële kosten en de immateriële maatschappelijke kosten zoals zwakke schoolresultaten en discriminatie op het werk in aanmerking te nemen.

Obesitas en de aandoeningen die daaruit voortvloeien treffen in het bijzonder de meest achtergestelde sociale klassen. Het sterftecijfer door hart- en vaatziekten is immers 1,5 keer hoger bij de arbeidersklasse en bij laaggeschoolden dan bij de rest van de bevolking.

Consumptie van fruit en groenten :

De dagelijkse consumptie van groenten bij de ganse Belgische bevolking komt lang niet in de buurt van de doelstelling van de WHO (4) . We consumeren immers slechts 136 gram verse groenten en 118 gram vers fruit per dag, terwijl de aanbevolen minimale hoeveelheden respectievelijk 350 gram en 250 gram bedragen. Dit betekent dat vrijwel niemand die norm haalt.

Slechts één persoon op duizend binnen de volledige bevolking ouder dan vijftien jaar voldoet aan de aanbeveling van de voedingsdriehoek van 350 gram groenten per dag (5) .

Hetzelfde geldt voor de consumptie van fruit. Die bedraagt immers amper 118 gram, dus ruim onder de aanbeveling van 250 tot 375 gram per dag. Bovendien eet minder dan de helft van de bevolking dagelijks fruit en een aanzienlijk deel van de bevolking eet minder dan een keer per week fruit.

De consumptie van fruit en groenten ligt duidelijk veel lager dan de aanbevelingen, in het bijzonder bij de meeste achtergestelde sociaaleconomische groepen. Ondanks de overvloed aan voeding in de Europese Unie (EU) ondervinden heel wat mensen nog financiële moeilijkheden om toegang te hebben tot gezonde voeding met een hoge voedingswaarde (6) .

De weldaden van fruit en groenten :

Het staat allang vast dat fruit en vooral groenten weinig calorieën en vetten bevatten en heel wat voedingsstoffen en nuttige elementen tot bescherming tegen ziekten verschaffen (vitaminen, mineralen, voedingsvezels, antioxidanten, enz.). Het wordt algemeen erkend dat een aanzienlijke consumptie van fruit en groenten in verband staat met een verminderde kans op ernstige aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, kanker, obesitas, diabetes en osteoporose (7) .

Het is bijgevolg van primordiaal belang om de consumptie van fruit en groenten in ons land te bevorderen.

De indieners stellen voor om het btw-tarief op fruit en groenten in België af te schaffen; het huidige btw-tarief bedraagt 6 %. Via deze afschaffing zou men de consumptie van fruit en groenten bij de Belgische gezinnen kunnen bevorderen én gezonde voeding promoten door een positieve boodschap bij de bevolking over te brengen.

De Europese wetgeving staat de lidstaten niet toe een btw-tarief van 0 % toe te passen zonder overleg. Deze btw-vrijstelling zou echter perfect te verantwoorden zijn bij wijze van « dringend btw-tarief met het oog op de volksgezondheid » (8) . Gelet op de stijging van het aantal mensen met overgewicht binnen de EU begrijpt men de dringende noodzaak om een uitzonderlijke fiscale maatregel inzake volksgezondheid goed te keuren. De invoering van dit « dringende btw-tarief met het oog op de volksgezondheid » zou voor de Europese Gemeenschap een uitdrukking zijn van haar vastberadenheid om de obesitas- en overgewichtpandemie bij haar bevolking te bestrijden.

Jacques BROTCHI.
Christine DEFRAIGNE.
Dominique TILMANS.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

A. gelet op het feit dat de dagelijkse consumptie van fruit en groenten bij de Belgische bevolking lang niet in de buurt komt van de doelstellingen van de WHO;

B. gelet op het feit dat de consumptie van fruit en groenten duidelijk veel lager is dan de aanbevelingen van de WHO bij achtergestelde sociaaleconomische groepen;

C. gelet op het feit dat een aanzienlijke consumptie van fruit en groenten bevorderlijk is voor een daling van de kans op ernstige aandoeningen zoals obesitas, hart- en vaatziekten, kanker, diabetes en osteoporose;

D. gelet op het feit dat volgens de WHO het aantal kinderen en volwassenen met overgewicht of obesitas binnen de EU en in België steeds verder stijgt;

E. gelet op het feit dat obesitas in het bijzonder de meest achtergestelde sociale klassen treft;

F. gelet op het huidige btw-tarief in België van 6 % voor alle voedingsmiddelen;

G. gelet op het Europese Handvest voor het tegengaan van obesitas dat werd opgesteld tijdens de Europese ministeriële conferentie van de WHO in november 2006;

H. gelet op het Witboek van de Europese Commissie van 30 mei met als opschrift « EU-strategie voor aan voeding, overgewicht en obesitas gerelateerde gezondheidskwesties » (COM (2007) 279);

I. gelet op de Europese richtlijn nr. 77/388/EEG en de Europese richtlijn nr. 92/77/EEG (9) ,

Vraagt de regering :

1. bij de Europese Unie een aanvraag tot btw-vrijstelling voor fruit en groenten in België in te dienen;

2. bij de Europese Unie een « dringend btw-tarief met het oog op de volksgezondheid » voor alle lidstaten van de Europese Unie in te voeren, waarbij fruit en groenten in korte ketensystemen van het btw-tarief worden vrijgesteld.

1 december 2011.

Jacques BROTCHI.
Christine DEFRAIGNE.
Dominique TILMANS.

(1) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Rapport Voedselconsumptiepeiling, 2004.

(2) Rapport van de WHO, The challenge of obesity in the WHO European Region, 2005.

(3) « Plan National Nutrition et Santé pour la Belgique », Santé conjuguée, april 2006, nr. 36.

(4) WHO global strategy on diet, physical activity and health, Resolution WHA55.23, mei 2004.

(5) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Rapport Voedselconsumptiepeiling, 2004.

(6) Nationaal Voedings- en Gezondheidsplan voor België, 2005.

(7) WHO global strategy on diet, physical activity and health, Resolution WHA55.23, mei 2004.

(8) Deze verlaging van het btw-tarief wordt als dringend beschouwd gezien de snelle stijging van het aantal gevallen van obesitas en overgewicht in België en meer algemeen in Europa.

(9) Sinds 1 januari 1993 mogen de lidstaten van de Europese Unie geen nultarief of uiterst lage tarieven (lager dan 5 %) meer toepassen.