5-1424/1 | 5-1424/1 |
5 JANUARI 2012
Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 6 december 2007 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 4-448/1 - 2007/2008).
Steeds meer voertuigen verliezen hun lading op de openbare weg. De Vlaamse Automobilistenbond (VAB) heeft berekend dat bijvoorbeeld op de Brusselse ring tijdens de eerste helft van dit jaar 18 % meer voertuigen hun lading of een deel van hun lading hebben verloren dan tijdens dezelfde periode vorig jaar. Ook de politie ziet het aantal gevallen van ladingverlies op snelwegen spectaculair toenemen. Volgens de politie en de VAB ligt de oorzaak bij het feit dat chauffeurs van zowel bedrijfsvoertuigen als particuliere voertuigen het steeds minder nauw nemen met de regels aangaande het laden en vastmaken van vracht.
Vrachtverlies op de openbare weg houdt een groot gevaar in voor de achteropkomende voertuigen. Om dit groeiend probleem in te dijken moet niet alleen de controle op de openbare weg worden opgevoerd, maar ook de sancties op het niet naleven van de regels betreffende het laden en vastmaken van vracht worden verzwaard. Op dit moment is het niet naleven van deze regels in het koninklijk besluit van 30 september 2005 tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, ingeschreven als een overtreding van de tweede graad die de veiligheid van personen onrechtstreeks in gevaar brengt en die bestraft wordt met een boete van 110 tot 1 375 euro, en een mogelijk verval van het recht tot sturen van acht dagen tot vijf jaar. Bij herhaling van de overtreding binnen het jaar worden de boetes verdubbeld. Een onmiddellijke inning van 100 euro of minnelijke schikking van 110 euro kan worden voorgesteld. Met dit wetsvoorstel wordt het niet naleven van de regels betreffende het laden en vastmaken van vracht in het koninklijk besluit van 30 september 2005 ingeschreven als een overtreding van de derde graad die de veiligheid van personen rechtstreeks in gevaar brengt en die bestraft wordt met een boete van 165 tot 2 750 euro, en een mogelijk verval van het recht tot sturen van acht dagen tot vijf jaar. Bij herhaling van de overtreding binnen het jaar worden de boetes verdubbeld. Een onmiddellijke inning van 150 euro of minnelijke schikking van 160 euro kan worden voorgesteld.
De afstand waarin een uitzondering wordt toestaan voor ladingen van graangewassen, vlas, stro, paarden- of veevoeder in bulk of in balen, wordt op vraag van de transportsector zelf ingeperkt van de oorspronkelijke 25 km tot 10 km, omdat de sector van mening is dat het gevaar te groot is.
Anke VAN DERMEERSCH. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
In artikel 2 van het koninklijk besluit van 30 september 2005 tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 april 2007, worden de rubrieken 23º tot 27º opgeheven.
Art. 3
Artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 april 2007 wordt aangevuld met de volgende rubrieken :
« 49º De lading van een voertuig moet zodanig geschikt en zo nodig vastgemaakt, overdekt worden met een dekzeil of met een net dat ze :
— de zichtbaarheid van de bestuurder niet kan hinderen;
— geen gevaar voor de bestuurder, de vervoerde personen, en de andere weggebruikers kan vormen;
— geen schade kan veroorzaken aan de openbare weg, aan zijn aanhorigheden, aan de erin liggende kunstwerken of aan de openbare- of privé-eigendommen;
— niet op de openbare weg kan slepen of vallen;
— de stabiliteit van het voertuig niet in het gedrang kan brengen;
— de lichten, de reflectoren en het inschrijvingsnummer niet onzichtbaar kan maken.
50º De ladingen van graangewassen, vlas, stro, paarden- of veevoeder in bulk of in balen, moeten overdekt worden met een dekzeil of met een net. Deze bepaling geldt echter niet voor vervoer binnen een straal van 10 km van de plaats van lading, voor zover het niet langs een autosnelweg geschiedt.
51º Bestaat de lading uit lange stukken, dan moeten deze onderling en ook aan het voertuig zo stevig vastgemaakt worden dat zij bij het schommelen niet buiten de grootste zijomtrek van het voertuig komen.
52º Al wat dient om de lading vast te maken of te beschutten zoals kettingen, dekzeilen, netten, enz. moet de lading nauw omsluiten.
53º Indien zij- of achterdeuren bij uitzondering moeten openblijven, moeten zij zodanig vastgezet worden dat zij niet uitsteken buiten de grootste zijomtrek van het voertuig. »
3 januari 2012.
Anke VAN DERMEERSCH. |