5-1311/1

5-1311/1

Belgische Senaat

ZITTING 2011-2012

9 NOVEMBER 2011


Wetsvoorstel tot wijziging van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994 met het oog op de invoering van accreditatie bij officina-apothekers

(Ingediend door de heer Louis Ide)


TOELICHTING


Farmaceutische zorg is net zoals de andere gezondheidszorgsectoren voortdurend in evolutie. Nieuwe geneesmiddelen en nieuwe gezondheidsproducten komen op de markt. Er zijn bijkomende indicaties, galenische vormen, verpakkingen, en bovenal komen er ook échte innovaties op de markt. Ook de regelgeving verandert regelmatig. Het is dus belangrijk dat de apotheker een kwalitatieve dienst kan blijven aanbieden aan de patiënt die al dan niet op voorschrift geneesmiddelen afhaalt of gewoon advies komt vragen voor tal van kleine kwaaltjes (bijvoorbeeld gedehydrateerde huid, geneesmiddel tegen hoofdpijn, tegen diarree, ...).

Opdat de apotheker een kwalitatieve dienstverlening kan aanbieden die beantwoordt aan de nieuwere wetenschappelijke inzichten en noden van vandaag, is permanente opleiding noodzakelijk. Tegelijk is het belangrijk dat de apotheker met collegae-apothekers kan overleggen over de beste afleveringspraktijken. De hoog opgeleide apotheker is ook bij uitstek de gezondheidswerker van de nulde lijn. Ook in dit segment, dat in de toekomst in belangrijke mate aan belang zal winnen is peer-review een ideaal forum.

De beroepsvereniging van de apothekers heeft samen met tal van actoren in de farmaceutische zorg al heel wat inspanningen geleverd in het zoeken naar een betere kwaliteit van farmaceutische zorg. Zo is er een nieuw honoreringssysteem voor officina-apothekers in voege sedert 1 april 2010. Het huidige honoreringssysteem zorgt ervoor dat de goede farmaceutische praktijken (beschreven in de Gids voor de Goede Officinale Farmaceutische Praktijken uitgevaardigd door het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten) (1) gekoppeld worden aan een correcte en rechtvaardige vergoeding van de geleverde diensten. De eerste pijler in de vergoeding betreft een economische marge die in direct verband staat met de verkoopprijs aan het publiek van het geneesmiddel, en die met dit nieuw honoreringssysteem veel lager ligt dan vroeger. Er bestaan nu ook twee soorten honoraria, met name voor de farmaceutische basiszorg (per aflevering) en specifieke farmaceutische zorgen en die bestaan uit vaste bedragen. Zo zijn er intussen drie specifieke farmaceutische honoraria : begeleiding van een eerste aflevering, uitvoering van voorschrift op stofnaam en een honorarium « hoofdstuk IV » voor de uitvoering van een aflevering van een geneesmiddel ingeschreven in hoofdstuk IV van de lijst van de vergoedbare farmaceutische specialiteiten die aanleiding geeft tot de toepassing van de derdebetalersregeling.

Door de invoering van dit nieuwe honoreringssysteem wordt de rol van de apotheker ten opzichte van de patiënt geherwaardeerd en gekoppeld aan een grotere erkenning van een kwaliteitsvolle farmaceutische opvolging uitgevoerd door de apothekers (correct geneesmiddelengebruik, therapietrouw). De apotheker begeleidt immers meer en meer de patiënten voor een optimaal geneesmiddelengebruik.

Tevens heeft het koninklijk besluit van 21 januari 2009 houdende onderrichtingen voor de apothekers heel wat verduidelijkingen maar ook veranderingen teweeggebracht voor het beroep (voorheen koninklijk besluit van 1885). Een aantal secties uit dit koninklijk besluit moeten nog worden uitgevoerd (verplicht kwaliteitshandboek; voortgezette farmaceutische zorg) en zullen ongetwijfeld zorgen voor een verdere uitbouw van een goede werking binnen de apotheek, alsook zal dit zorgen voor een gegarandeerde kwaliteit dankzij de registratie van data en dus traceerbaarheid van de farmaceutische zorg.

Daarom is het ook absoluut noodzakelijk dat de apotheker op de hoogte blijft van innovaties en nieuwe wetenschappelijke inzichten om de kwalitatieve dienstverlening te kunnen blijven aanbieden aan de patiënt. We kiezen hiermee ook duidelijk voor een apotheker in de apotheek. Tevens is het belangrijk om de continue evolutie in tal van therapeutische domeinen te kennen en het voorschrift van de arts te kunnen plaatsen in deze context. Enkel door bij te blijven kan de apotheker zelf ook de optimale zorg aan de patiënt bieden en dit volgens de meest recente ontwikkelingen in het domein. Accreditering kan hiertoe een oplossing bieden. Doch dit is slechts een opstap naar meer. De indieners van dit wetsvoorstel pleiten idealiter voor een multidisciplinair overleg, in eerste instantie met de artsen, gezien zij de voorschrijvers zijn van het geneesmiddelenvoorschrift. Een farmaco-therapeutisch overleg is een belangrijke stap binnen de kwalitatieve zorgverlening naar de patiënt toe. Indien binnen de accreditatie een LOK of studieclub overleg wordt geïnstalleerd zoals respectievelijk bij artsen en tandartsen, belet niets een LOK (artsen)-LOK (apothekers) overleg te gaan organiseren.

Vandaag bestaat er nog geen accreditering voor officina-apothekers zoals die wel bestaat voor bijvoorbeeld artsen, tandartsen en zelfs voor ziekenhuisapothekers. Voor de indieners van dit wetsvoorstel lijkt het nochtans belangrijk dat beoefenaars van gezondheidszorgberoepen kunnen aantonen dat ze voldoende inspanningen leveren om een optimale zorgkwaliteit te verzekeren. Voor de indieners van dit wetsvoorstel is het hierbij belangrijk dat dit gebeurt aan de hand van objectieve criteria. Het spreekt voor zich dat de beoefenaars van het gezondheidszorgberoep die criteria mee vastleggen. De indieners van dit wetsvoorstel willen een systeem van accreditering voor alle officina-apothekers, analoog met de accreditering voor artsen en tandartsen, mogelijk maken. Dit systeem houdt rekening met kwaliteitsbevorderende elementen zoals peer-review (in een lokaal overleg kwaliteit : LOK) en permanente vorming. Dit wetsvoorstel maakt het mogelijk om alle apothekers te betrekken bij het bewaken van de kwaliteitszorg in de farmaceutische zorg. Met de implementering van het accrediteringssysteem komt er een verdere sensibilisering voor de apothekers om op de hoogte te blijven van de meest innovatieve producten en om ervaringen systematisch uit te wisselen met collega-apothekers. Tevens biedt dergelijk systeem het voordeel dat aan de patiënt door alle officina-apothekers de meest optimale farmaceutische zorg kan worden voorgesteld. Het is ook belangrijk dat de apotheker, naast de informatie nodig voor het goed gebruik van het product, uitlegt wat de verschillende opties zijn, bijvoorbeeld in geval van voorschrift op stofnaam. De patiënt heeft zo ook het recht om geïnformeerd te worden over de prijs/kwaliteit van producten die niet op voorschrift zijn.

Aangezien de overheid reeds een aantal initiatieven nam met betrekking tot kwaliteitsgaranties bij apothekers, is de indiener van dit voorstel van mening dat het bedrag dat dient te worden geïnvesteerd beperkt kan blijven.

Louis IDE.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt een artikel 36quindecies ingevoegd, luidende :

« Art. 36quindecies. — § 1. De Koning bepaalt, bij een in Ministerraad overlegd besluit, op gezamenlijke voordracht van de ministers die respectievelijk Sociale Zaken en Volksgezondheid onder hun bevoegdheid hebben, de voorwaarden en de procedure overeenkomstig welke een regeling inzake accreditering van sommige apothekers wordt ingesteld.

Het in het eerste lid bedoelde besluit wordt genomen op voorstel van de Nationale Commissie apothekers-ziekenfondsen. De ministers kunnen de termijn bepalen waarbinnen de Commissie een voorstel kan doen. Indien dat voorstel niet binnen de termijn wordt gedaan of indien de ministers zich er niet bij kunnen aansluiten, kunnen zij een eigen voorstel aan de Commissie voorleggen. In dat geval geeft de Commissie advies over dat voorstel binnen de door de ministers bepaalde termijn. Na het verstrijken van die termijn kan over het besluit, in voorkomend geval aangepast aan het advies van de Commissie, beraadslaagd worden in de Ministerraad.

De accreditering impliceert dat aan welbepaalde kwaliteitsvereisten worden vervuld, waaronder :

— ‏een systeem van continue opleiding;

— ‏een kwaliteitscontrole door ambtsgenoten (« peer review ») georganiseerd in het kader van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies;

De Koning stelt, overeenkomstig de hiervoor bedoelde procedure, tevens de organen vast die instaan voor de organisatie van de accreditering, alsmede hun samenstelling en werkingsregels.

De Koning stelt overeenkomstig de hiervoor bedoelde procedure, de regels vast voor de financiering van de werking van de organen die instaan voor de organisatie van de accreditering enerzijds, en van de lokale kwaliteitsgroepen anderzijds.

§ 2. De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, op gezamenlijke voordracht van de ministers die respectievelijk Sociale Zaken en Volksgezondheid onder hun bevoegdheid hebben, en op voorstel van de betrokken akkoorden- of overeenkomstencommissie bedoeld in artikel 26, een regeling inzake accreditering uitwerken voor de in de artikelen 2, 3, 4, 5, § 2, 21bis, 21quater en 22, van hetzelfde koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 bedoelde beroepsbeoefenaars. »

17 oktober 2011.

Louis IDE.

(1) http://www.fagg-afmps.be/nl/binaries/AR-koninklijk besluit-2009-01-21-gids-BPO_tcm290-37383.pdf.